Weinig eikenprocessierupsen dit jaar: goed nieuws voor bomen en mensen, slecht nieuws voor mezen

Door het koude voorjaar zijn er opvallend weinig  eikenprocessierupsen. Dat is goed nieuws voor de eikenbomen, want de diertjes doen zich te goed aan jonge eikenblaadjes. Ook voor wandelaars is het goed nieuws, omdat de haartjes van de rupsen jeuk en irritatie veroorzaken. Maar voor mezen is het minder goed nieuws. De rupsen zijn immers voedsel voor hun jongen. 

De afgelopen jaren waren eikenprocessierupsen in ons land regelmatig een plaag. Maar dit jaar zijn er tot nu toe opvallend weinig. Vanop de grond zijn ze nog niet te zien, omdat de diertjes in dit stadium van hun leven nog hoog in de bomen zitten. Maar experts die met hoogtewerkers inspecties hebben uitgevoerd, vonden veel minder rupsen dan andere jaren. “We zagen er niet alleen veel minder, de rupsen die we zagen waren ook heel klein”, zegt Kathleen Verstraete van de dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid van de provincie Antwerpen.

“De koude temperaturen van dit voorjaar spelen waarschijnlijk een rol”, geeft Verstraete als verklaring. “Insecten hebben warmte nodig om actief te kunnen zijn. Als het koud is, hebben ze weinig energie en eten ze ook minder. We vermoeden dat heel wat rupsen al gestorven zijn.”

Een processierups is niet altijd gevoelig voor kou. Als het diertje in zijn eerste levensfase is – een ei – is het zelfs beschermd tegen vriestemperaturen. “Dat komt omdat de eitjes een antivriesmiddel bevatten”, legt Verstraete uit. “Dankzij dat middel kunnen ze overwinteren. De eikenprocessievlinder legt zijn eitjes in augustus maar ze komen maar eerst uit in de lente. Op dit moment bevindt het diertje zich in zijn larvefase en heeft het minimaal 15 graden Celsius nodig om zich verder te ontwikkelen. Die temperatuur hebben we dit voorjaar nog maar zelden gehaald. Dat is de reden waarom het diertje zo klein blijft en ook sterft.”

Als het koud is, hebben ze weinig energie en eten ze ook minder. We vermoeden dat heel wat rupsen al gestorven zijn.

Kathleen Verstraete, dienst Duurzaam Milieu- en Natuurbeleid provincie Antwerpen.

Of we dit jaar echt minder last zullen hebben van de processierups, hangt af van het weer van de volgende dagen. “Als het de volgende dagen koud blijft, is de kans groot dat er nog meer diertjes zullen sterven en dat we dit jaar inderdaad minder rupsen zullen hebben,” zegt Verstraete. “Maar als de temperaturen stijgen, dan kunnen de diertjes die overleven toch nog last veroorzaken.”    

Eikenprocessierupsen zullen we als wandelaar maar eerst opmerken als ze het stadium bereikt hebben waarin ze brandharen hebben. In die fase van hun leven komen ze ook in grote groepen langs de stam naar beneden. Als we daaraan willen ontsnappen, kunnen we alleen maar hopen dat het nog een tijdje koud blijft.

Tekst gaat voort onder de afbeelding.

Een koolmees, natuurlijke vijand van de eikenprocessierups

Mezen de dupe

Voor mezen is het minder leuk nieuws dat er minder eikenprocessierupsen zijn. De vogels hebben in deze periode van het jaar nesten en voeden hun jongen met rupsen. “We hebben in nesten al dode jongen aangetroffen”, zegt Verstraete. “Het is bang afwachten hoe zwaar de mezenpopulatie door het voedseltekort getroffen zal worden. Want andere insecten zijn er ook niet in overvloed. Hoe meer mezen er sterven, hoe minder natuurlijke vijanden de processierups te vrezen heeft.  Dat is de keerzijde van dit verhaal."

Meest gelezen