Ooit in de cel voor corruptie en homoseksuele handelingen, nu eerste minister: Anwar Ibrahim wordt nieuwe premier van Maleisië

Eindelijk, moet Anwar Ibrahim gedacht hebben toen hij vandaag tot premier benoemd werd. Al jaren, decennia zelfs, probeert de oppositieleider premier van Maleisië te worden. Een aantal keren raakte hij er erg dicht bij, zoals in de jaren 90 toen hij tot vicepremier aangesteld werd. Ibrahim is op zijn minst gezegd een omstreden figuur in Maleisië. Hij zat bijna een decennium in de cel voor corruptie en homoseksualiteit. 

In 1999 werd de oppositieleider een eerste keer door het Hooggerechtshof schuldig bevonden aan sodomie (homoseksualiteit) en corruptie. Hij zat in de gevangenis tot een andere rechtbank in 2004 de veroordeling tenietdeed. 

In 2015 moest Ibrahim opnieuw naar de gevangenis wegens sodomie, nadat een veroordeling bevestigd werd. Hij was een jaar eerder al veroordeeld tot 5 jaar cel nadat hij seks zou hebben gehad met een mannelijke medewerker, maar ging toen in beroep en kreeg gelijk. In 2015 werd de veroordeling echter toch bevestigd. Homoseksualiteit is bij wet verboden in Maleisië, maar er wordt zelden iemand voor veroordeeld. 

Volgens Ibrahim was die uitspraak dan ook politiek gemotiveerd om hem monddood te maken. Er was slechts één getuige die hem van verkrachting beschuldigde. Hij mocht na zijn celstraf vijf jaar lang geen politiek mandaat opnemen, tot hij in 2018 een koninklijk pardon kreeg en werd vrijgelaten uit de gevangenis. 

Het was de koning die aankondigde dat Anwar Ibrahim de nieuwe premier van Maleisië zou worden. Daarmee maakte hij een einde aan de politieke onzekerheid waarin het land verkeerde. Lang was het onduidelijk wie de opvolger van Ismail Sabri Yaakob, de huidige premier, zou worden. Geen enkele partij behaalde immers de meerderheid van de zetels in het parlement. De progressieve coalitie van Ibrahim deed het met 92 zetels wel een stuk beter dan de conservatieve coalitie van Muhyiddin, die 73 zetels behaalde.