Armoedebeleid onder de loep genomen: "Kwart van Vlaamse gemeenten heeft test goed doorstaan, 15 procent gebuisd"

Hoe sterk staat het armoedebeleid in Vlaamse gemeenten? Dat onderzocht de "Lokale ArmoedeBarometer". Wat blijkt: er zijn grote verschillen tussen gemeenten. "Ongeveer een kwart heeft de test goed doorstaan en ongeveer vijftien procent is zwaar gebuisd", zegt Anne Van Lancker van Decenniumdoelen, de organisatie die het armoedebeleid in Vlaanderen opvolgt. Van Lancker roept ook de Vlaamse en federale overheid op om hun verantwoordelijkheid te nemen.

Al voor het derde jaar op rij vond een onderzoek plaats naar hoe gemeenten hun armoedebeleid aanpakken. Vorig jaar nog werd een lokale armoedebarometer gepubliceerd die de armoedecijfers in Vlaamse gemeenten in kaart bracht. "Dat rapport maakte ons bewust van de ernst van de situatie, maar het zei niets over het beleid," zegt Anne Van Lancker van Decenniumdoelen, de organisatie die de onderzoeken uitvoert. "Dit keer zijn we gaan kijken naar: wat doen gemeenten op vlak van armoedebeleid en kan een gemeente het verschil maken?"

Bekijk het verslag uit "Het journaal" hier:

Videospeler inladen...

Grote onderlinge verschillen

In 63 gemeenten werden armoede- en middenveldorganisaties bevraagd. Samen met mensen in armoede mochten zij aangeven welke aspecten van armoedebeleid in hun gemeente aanwezig zijn. De conclusie volgens Van Lancker: gemeenten kunnen absoluut het verschil maken. Al bestaan er onderling wel grote verschillen. " Er zijn gemeenten die alles uit de kast halen, maar er zijn er ook die ambitie missen", aldus Van Lancker. "Ik zou zeggen dat ongeveer een kwart van de gemeenten de test goed heeft doorstaan, Ongeveer vijftien procent is dan weer zwaar gebuisd. De rest zit wat in de middenmoot."

Beluister hier het gesprek met Anne Van Lancker, voorzitter van Decenniumdoelen, in "De ochtend" (en lees eronder verder):

Een opvallende vaststelling is dat de grootte van een gemeente een belangrijke impact heeft op de sterkte van het armoedebeleid. Alle gemeenten boven de 70.000 inwoners scoren hoog. In vergelijking met andere gemeenten doen de centrumsteden het bijvoorbeeld opvallend goed. "Dat is op zich niet verwonderlijk, want de problematiek van armoede is veel zichtbaarder in grote steden", legt Van Lancker uit. "Die steden hebben ook meer personeel en middelen om het beleid uit te voeren. Het is logisch dat in een grote stad als Gent meer aan armoedebeleid gedaan wordt dan in pakweg Sint-Martens-Latem. Al kan dat Sint-Martens-Latem niet vrijspreken van zijn verantwoordelijkheid." 

Het is logisch dat in een stad als Gent meer aan armoedebeleid gedaan wordt dan in Sint-Martens-Latem, maar dat mag Sint-Martens-Latem niet vrijpleiten

Anne Van Lancker, voorzitter Decenniumdoelen

"Ik vind het toch ook heel belangrijk om te vermelden dat we eveneens een aantal plattelandsgemeenten ontdekt hebben die het heel goed doen", vult Van Lancker aan. "En aan de andere kant zijn er ook plattelandsgemeenten waar heel weinig gedaan wordt. Het is allemaal een kwestie van keuzes die gemaakt worden door het gemeentebestuur zelf."

Participatie van armoedeverenigingen ontbreekt nog te vaak

Uit het onderzoek blijkt ook nog dat het heel belangrijk is om lokale armoedeverenigingen te betrekken bij het gemeentelijke armoedebeleid. "Zij weten heel goed wat er leeft," zegt Van Lancker. Decenniumdoelen noemt beleidsparticipatie door zulke organisaties zelfs "een noodzakelijke voorwaarde voor een stevig armoede beleid". 

Toch is er volgens van Lancker nog veel werk aan de winkel op dat vlak. "Er zijn gemeenten die zeggen dat ze overleg plegen met armoedeorganisaties, maar dat gaat dan vaak over één praatje per jaar. Bovendien zijn die organisaties dan niet structureel betrokken bij het uittekenen van een armoedeplan. Structurele betrokkenheid impliceert dat armoedeorganisaties mee aan tafel gaan zitten en mee in discussie gaan over de budgetten en de doelstellingen."

Vlaamse en federale overheid moeten verantwoordelijkheid nemen

Van Lancker benadrukt dat er in armoedebeleid ook een belangrijke rol is weggelegd voor de Vlaamse en de federale overheid. Nochtans wordt het beleid meer en meer in de handen van gemeenten gelegd. "Die decentralisatie kan zeker nuttig zijn, want gemeenten hebben vaak voeling met de lokale noden", aldus Van Lancker. "

Maar dat werkt alleen als de Vlaamse en de federale overheid een kader stellen en financiële ondersteuning bieden. Als dat niet het geval is, dan speel je eigenlijk een beetje 'vogelpik'. Dan komt het er sterk op aan in welke gemeente je toevallig woont om aan de goede of aan de slechte kant van het armoedebeleid te belanden. Vlaanderen stuurt veel te weinig. Vlaanderen geeft wel gemeentefondsmiddelen zonder enige bestemmingsdoelen."

Gemeenten hebben de steun nodig van de Vlaamse en federale overheid om echt ambitieus beleid te voeren

Anne Van Lancker, voorzitter Decenniumdoelen

"Gemeenten kunnen bijvoorbeeld wel detecteren waar er woonnoden zijn, maar het is de Vlaamse regering die duidelijke objectieven moet stellen in termen van het bouwen van sociale woningen", legt Van Lancker uit. "Gemeenten kunnen de hand reiken naar de armen in hun gemeente, maar zij hebben de steun nodig van de Vlaamse en federale overheid om echt ambitieus beleid te voeren."

De resultaten van het onderzoek per gemeente kan je raadplegen op de website van Decenniumdoelen. 

Meest gelezen