Hoe premier Wilmès opnieuw de kop van Jut is
Na de missers van de voorbije weken, keek iedereen reikhalzend uit naar de prestatie van premier Sophie Wilmès en de rest van de Nationale Veiligheidsraad. Maar alweer worden ze onder de kritiek bedolven voor een weinig inspirerend optreden. Maar is het daarom allemaal zo slecht?
En weer maakte de veiligheidsraad dus een slechte beurt, na eerdere uitschuivers met pakweg de woon- en verzorgingscentra. Zeven uur duurde het voor het exitplan aan de bevolking voorgelegd kon worden. Zeven uur, voor premier Wilmès en de minister-presidenten met een oeverloos saaie en theoretische PowerPoint-presentatie ontvouwden met welk plan we de coronacrisis van ons af gaan proberen te schudden. Wat toch wel verwonderlijk was omdat het plan op voorhand al bijna helemaal was doorgepraat.
Vernietigende commentaren
De commentaren waren meteen vernietigend: het was een ramp. Zo kun je de nogal eensluidende kritiek het kortst samenvatten. Op communicatief vlak dan toch. Wie zo’n belangrijke boodschap wil brengen, waar zo veel mensen naar uitkijken, doet dat niet op vrijdagavond om 22 uur. En wellicht zijn er ook betere manieren dan een PowerPoint-presentatie, die nu al symbool staat voor het gebrek aan empathie dat de overheden in dit land aan de dag lijken te leggen.
Dan is de aanpak in het buitenland – Macron, Merkel, Rutte – helemaal anders: duidelijker, daadkrachtiger, betrokkener. Althans, zo gaat de kritiek. Want terwijl premier Wilmès er op social media en op de krantensites van langs krijgt om haar gebrek aan daadkracht en morele gezag, kan het ook niet écht verwonderen dat het er op deze manier aan toe gaat. Het schouwspel dat dezer dagen wordt opgevoerd, heeft ook meer structurele oorzaken, die verder reiken dan de kwaliteiten of het kaliber van deze of gene politicus.
Na een periode van een paar weken, helemaal in het begin, waarin het hele land aan eenzelfde zeel leek te trekken en er zelfs een Rode Duivels-achtig Belgicisme ontstond, blijkt dat België vooral België is: een land met versnipperde bevoegdheden, waarin iedereen zijn territorium afbakent en probeert zijn eigen punt door te drukken. En waarin - dat etaleert de Wetstraat al enkele jaren - een chronisch tekort aan verantwoordelijk leiderschap bestaat. Politiek gespin heeft hier al langer de bovenhand gehaald op politieke compromissen.
België is weer België, een land waar iedereen zijn territorium afbakent en zijn eigen punt probeert te maken
De nachtelijke traditie
Niet voor niets hebben we hier een traditie van nachtelijke politieke vergaderingen die eindeloos uitwaaieren. Het is o zo moeilijk geworden om binnen de politiek nog deals te sluiten. Dat heeft natuurlijk te maken met de complexe en weinig homogene staatsstructuur. Dat is er een waarin op zo veel niveaus tegelijkertijd onderhandeld wordt en op zo vele borden tegelijk wordt geschaakt, dat het moeilijk wordt om er nog lijn in te krijgen.
En dat reikt een stuk verder dan de individuele verantwoordelijkheid van politici, je zou het een systeemfalen kunnen noemen. Niet voor niets is er nog altijd geen volwaardige regering in dit land. En in een crisis als deze, waarin de volksgezondheid, het welzijn en de economische slagkracht van een hele bevolking op het spel staan, stuit je dan al snel op je limieten.
Het is sowieso al een hele moeilijke afweging: hoe bescherm je de volksgezondheid terwijl je de welvaart probeert te redden. En dat wordt helemaal moeilijk in een kaduke politieke structuur. Maar is het daarom allemaal zo slecht als de kritiek laat geloven? Pakken wij de crisis slechter aan dan in de ons omringende landen?
Communicatie is niet alles
Communicatie is belangrijk. Levensbelangrijk zelfs, in een een crisis als deze heeft de bevolking hoop en samenhorigheid nodig. Maar gaat het uiteindelijk toch niet vooral om de vraag in welke mate de overheid het virus bestrijdt? Veel meer dan de vraag of vergaderingen niet te lang duren.
Misschien verwachten veel mensen te veel van zo’n exitplan. Het woord alleen al is op dit moment wat ongelukkig gekozen. Uiteindelijk is er nog geen sprake van een exit. Het zou zo maar even kunnen dat het virus nog enkele maanden huishoudt, en we nu vooral op zoek gaan naar een manier om er zo normaal mogelijk mee om te gaan.
Ook Merkel, Macron of Rutte stuiten daarbij op hetzelfde probleem: ze rijden allemaal blind. Politici noch wetenschappers weten wat de toekomst brengt. Er zijn geen regels voor een nooit eerder vertoonde crisis als deze, geen scenario of blauwdruk. Het blijft altijd een beetje gokken.
Wat is dan de beste aanpak
Wat is dan de beste aanpak? De zakelijkheid die Wilmes lijkt te huldigen – hoe dor en weinig verbindend ook – of een flamboyante yes-we-can-aanpak? Dat zal wel een kwestie van persoonlijke voorkeur zijn. Maar, en dat is toch belangrijk, er ligt nu wel een timing op tafel, die een houvast kan bieden en uitzicht op een eventueel einde van deze ellende. Ondanks de kritiek die er ook daarop komt en nog zal komen.
Dat de federale én regionale regeringen betere tekstschrijvers kunnen gebruiken, weten we nu al.
Is het allemaal zo slecht in België? Ja, het is dor en weinig empathisch, en weinig verbindend. Maar misschien moeten we nog even wachten om die vraag te beantwoorden. Enkel de geschiedenis zal dat uitwijzen. Maar dat de federale én regionale regeringen betere tekstschrijvers kunnen gebruiken, dat weten we nu al.
Bekijk hieronder ook het gesprek met Wetstraatjournalist Bart Verhulst: