Een aantal van de grote sarsen stenen in Stonehenge.

Geologische analyse bevestigt dat de bouwers van Stonehenge goed bouwmateriaal hebben gekozen

De imposante megalieten in Stonehenge zijn gemaakt uit uitstekend 'bouwmateriaal', dat erg goed bestand is tegen verwering door wind en regen. Dat blijkt uit de eerste uitgebreide analyse van een staal uit een van de grote sarsen stenen, waarvan er 52 staan in het beroemde monument in het zuiden van Engeland. Onze landgenoot Steven Goderis van de Vrije Universiteit Brussel heeft meegewerkt aan de studie. 

Een team van voornamelijk Britse wetenschappers voerde een hele reeks onderzoeken uit die een blik boden op het inwendige van een van de zandstenen megalieten, de sarsens, en kwam zo meer te weten over de geologie en de chemische samenstelling van de steen.

De onderzoekers bestudeerden een boorkern die in de jaren 50 uit een van de sarsens, Stone 58, werd gehaald tijdens werkzaamheden om Stonehenge te conserveren. Die kern werd tientallen jaren in de Verenigde Staten bewaard tot hij in 2018 werd teruggegeven voor onderzoek aan het Verenigd Koninkrijk. 

De megalieten zijn gemaakt uit een steen die silcreet genoemd wordt - sarsen is streektaal voor silcreet. Het silcreet is langzaam gevormd op enkele meters onder het aardoppervlak door de insijpeling van grondwater door sedimenten. 

Het onderzoek maakte de interne structuur van Stone 58 duidelijk. Het toonde aan dat het silcreet voornamelijk bestaat uit zandkorrels van kwarts, die vast bij elkaar gehouden worden door een in elkaar grijpende mozaïek van kwartskristallen. Kwarts is bijzonder duurzaam: het valt niet makkelijk uit elkaar en erodeert weinig, zelfs als het eeuwenlang blootgesteld wordt aan weer en wind. 

"Dit verklaart de weerstand van de steen tegen verwering en waarom hij een ideaal materiaal is voor het bouwen van een monument", zei geomorfoloog David Nash van de University of Brighton. Nash had de leiding over de nieuwe studie. 

Het is niet duidelijk wanneer de steen precies gevormd is. De onderzoekers ontdekten wel dat sommige zandkorrels uit het silcreet dateren uit het Mesoproterozoïcum-tijdperk, 1 miljard tot 1,6 miljard jaar geleden.    

Schema van Stonehenge met de positie van Stone 58.
David J. Nash et al. in PLoS One (2021)

Heilige graal voor onderzoek

De sarsen stenen werden rond 2500 v.C. opgesteld op de site in het graafschap Wiltshire, in wat een opmerkelijk staaltje van bouwtechniek was voor mensen uit het Late Neolithicum. 

Stone 58, een van de enorme rechtopstaande sarsens in het midden van Stonehenge, steekt zo'n 7 meter boven de grond uit, terwijl er nog 2 meter in de grond zit. Het gewicht van de steenmassa boven de grond wordt geschat op 24 ton. 

De boorkern die nu is onderzocht, is een stenen staaf met een diameter van zo'n 2,5 centimeter en ruwweg een meter lang. De staaf is roomkleurig, wat lichter is dan de grijze, in de loop van duizenden jaren verweerde buitenkant van de megalieten.

De staaf werd als souvenir aan Robert Phillips gegeven, een man die werkte voor de firma die in de jaren 50 de conserveringswerkzaamheden uitvoerde in Stonehenge. Hij was aanwezig op de site toen er in Stone 58 geboord werd. Hij nam de boorkern, met toestemming, mee naar de VS toen hij in 1977 daarheen emigreerde. In 2018 besloot hij de kern voor onderzoek terug aan het VK te geven. Hij overleed in 2020. 

"Dat we toegang kregen tot de kern die uit Stone 58 was geboord, was voor ons onderzoek wel degelijk de heilige graal", zei Nash. "Bij al het eerdere werk rond sarsens in Stonehenge ging het om stalen die opgegraven waren op de site of die van willekeurige stenen waren geslagen." 

In de 19e eeuw sloeg men gewoon een stuk van een van de megalieten om te onderzoeken, zonder er acht op te slaan om welke megaliet het ging, terwijl in de 20e eeuw er enkel nog onderzoek mocht verricht worden op stukken steen die waren opgegraven op de site. In beide gevallen was het dus niet duidelijk om welke megaliet het ging, terwijl nu duidelijk is dat het om Stone 58 gaat. 

Eerder onderzoek van Nash had uitgewezen dat Stone 58 representatief is voor 50 van de 52 nog overblijvende sarsen stenen, zodat de resultaten van de nieuwe studie representatief zijn voor het soort steen dat het meest gebruikt is bij de bouw. 

De onderzoekers gebruikten CT-scans, röntgenfoto's, microscopische analyses en verschillende geochemische technieken om fragmenten en dunne doorsneden van de boornkern te bestuderen - technieken die niet meer toegepast mogen worden op de megalieten op de site. 

"Dit kleine staaltje is nu waarschijnlijk het meest geanalyseerde stuk steen ter wereld, op de maanrotsen na", zei Nash. 

Robert Phillips (links) bij het boren in Stone 58 in de jaren 50.
Lewis Phillips/CC BY 4.0 by David J. Nash et al. in PLoS ONE (2021)

West Woods

Verleden jaar publiceerde een team onder leiding van Nash een studie op basis van dezelfde boorkern, waaruit bleek dat 50 van de 52 sarsen stenen, waaronder dus ook Stone 58, uit dezelfde plaats afkomstig zijn. 

Het gaat om een site die West Woods heet, op zo'n 25 kilometer van Stonehenge. Hoe de bouwers van het monument de stenen ter plaats hebben gekregen, is nog niet zeker. Mogelijk werden ze er naartoe gesleept aan touwen of werden ze voortgeduwd over ronde houten stammen. 

"Ik denk dat archeologen en andere wetenschappers al eeuwen geboeid zijn door Stonehenge, voor een deel omdat we niet weten waar het precies voor gebruikt werd, en er zijn een aantal theorieën om te verklaren waarom het gebouwd werd", zei Nash. "Het is een site die nog steeds veel mogelijkheden biedt om nog meer onderzoek te verrichten."

De studie van Nash en zijn collega's uit Engeland, Wales, Canada en onze landgenoot Steven Goderis van de VUB is gepubliceerd in PLoS ONE.  Dit artikel is gebaseerd op een telex van het persbureau Reuters. 

De zon komt op achter Stonehenge.
AP2010

Meest gelezen