Thijs Pattyn

Veel volk voor optreden van Household Cavalry in Ieper, de lijfwachten van de Britse koning

Een massa mensen verzamelde zaterdagavond op de Grote Markt van Ieper voor een opmerkelijk optreden. Voor de Lakenhallen werd een militaire en muzikale show gehouden door de Household Cavalry, de lijfwachten van de Britse koning.

De Household Cavalry zijn de officiële lijfwachten van de Britse koning. Ze zijn dit weekend uitzonderlijk in de Westhoek voor een herdenkingsplechtigheid. Benoit Mottrie heeft als voorzitter van de Last Post Association de voorbije jaren talloze bekende legereenheden, staatshoofden en royals ontvangen. “Maar dit is uniek: het laatste bezoek was in 2014, maar het is de eerste keer dat ook hun band meekomt”, zegt hij.

Precies 100 jaar geleden

De elite-eenheid werd in het begin van de Eerste Wereldoorlog ingezet op de heuvelrug van Zandvoorde bij Zonnebeke. Het dorp werd op 30 oktober 1914 veroverd door de Duitsers. Daarbij sneuvelde zo’n 120 man van de Household Cavalry, onder wie heel wat bekende Britse edelen.

Op de plaats van het oorspronkelijk graf van de gevallen Lord Worsley werd het gedenkteken voor de Household Cavalry opgericht. Dat was op 4 mei 1924, precies 100 jaar geleden dus. 

Thijs Pattyn

De plechtigheid in Zandvoorde vond zaterdagnamiddag plaats en tegen de avond trok de Household Cavalry met hun band naar de Ieperse Grote Markt. De London Scottish Pipes & Drums en de Field Marshal Haig’s own Pipes & Drums stonden hen bij. Ze werden geëscorteerd door paarden en waren uitgedost in originele WO I-uitrusting. 

Ook Geert Bekaert van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC) woonde de plechtigheden bij. "We kunnen ons moeilijk inbeelden wat deze mannen hebben doorstaan om te proberen de heuvelrug van Zandvoorde in bezit te houden", zegt hij.

"Vele soldaten en officieren werden tijdens deze heldhaftige verdediging gedood of gevangengenomen. De gesneuvelden vonden hun laatste rustplaats op een begraafplaats van de CWGC of worden met hun naam op de Menenpoort herdacht. We zullen ze niet vergeten." 

Thijs Pattyn
Thijs Pattyn

Meest gelezen