Geen proces tegen agenten voor man die stierf toen hij uit huis werd gezet

Acht inspecteurs van de politiezone RIHO (Roeselare-Izegem-Hooglede) moeten niet vervolgd worden voor de dood van Lamine Moïsa Bangoura, een 27-jarige man die ruim twee jaar geleden stierf toen hij uit zijn huurwoning in Roeselare werd gezet. Dat heeft de raadkamer in Kortrijk beslist. De familie van de man gaat in beroep.

De 27-jarige Bangoura, een ex-jeugdspeler van Club Brugge, had al een tijd zijn huur niet meer betaald. Daarom kwam de deurwaarder op 7 mei 2018 bij hem langs, om hem uit zijn huis te zetten. Bangoura verzette zich hevig, waardoor er politieversterking werd opgeroepen. De politiemensen konden hem overmeesteren en boeien. Hij raakte daarbij zo buiten zinnen dat hij plots in elkaar zakte, en enkele minuten later overleed. De man bleek onder invloed van verdovende middelen.

Volgens de familie van de man is zijn dood veroorzaakt door politiegeweld. Ze diende daarom een klacht in bij de onderzoeksrechter.  Er volgde een onderzoek door de Algemene Inspectie van de politie. Zijn dood veroorzaakte grote beroering, er werd zelfs tot twee keer toe een mars tegen politiegeweld georganiseerd. 

Volgens de wetsdokters ligt het drukkend geweld dat de politie gebruikte om de man in bedwang te houden en te overmeesteren, wel degelijk mee aan de basis van zijn overlijden. Maar de raadkamer oordeelt dat het geweld geoorloofd en niet buiten proportie was. Daardoor is het niet nodig om de inspecteurs te vervolgen. De familie van de man is het niet eens met die beslissing en gaat in beroep. 

Meest gelezen