Merho: "Mijn eerste Nero-strip was "De ring van Petatje""
"Ik heb de strips als kind met rode oortjes gelezen", lacht Merho in "De bende van Annemie" op Radio 1. "Mijn eerste strip van Marc Sleen was "De ring van Petatje". Je eerste strip van een reeks is zoals je eerste lief. Die vergeet je nooit meer."
Volgens Merho was vooral Sleens voorliefde voor de actualiteit erg typerend voor de overleden striptekenaar. "Hij maakte zijn strips in de eerste plaats voor de krant. Het album kwam bij hem slechts op de tweede plaats, terwijl dat bij mij net omgekeerd is. Dat had ook het nadeel dat zijn verhalen na een tijdje een beetje uit de mode geraakten, omdat mensen een paar jaar later zijn verwijzingen naar de actualiteit soms niet meer begrepen."
Merho was jarenlang een goede vriend van Sleen. "Een paar weken geleden heb ik zijn vrouw nog gesproken", vertelt hij. "Fysiek ging het toen erg slecht met hem, maar hij had nog altijd zijn humor, zei ze toen."
Urbanus
Ook komiek en striptekenaar Urbanus kende Sleen persoonlijk. "Ik ben trots dat ik tot zijn vriendenkring behoorde", zegt hij. "Ik vond het prachtig om te zien hoe hij met zijn tekeningen hier en daar politici in hun onderbroek durfde te zetten." Urbanus had zelf ook de eer te figureren in één van de Nero-strips. "Dat was toen ik "Bakske vol met stro" uitbracht. Nero zat toen in een strip in de hel en zag daar Hitler en Stalin zitten. Een beetje verder in de tekening zat ook ik echter in één van de ketels in de hel te roeren (lacht)."
Hoeilaart
Sleen groeide op in Gentbrugge, maar woonde al sinds de jaren 50 in de Vlaams-Brabantse gemeente Hoeilaart. Burgemeester Tim Vandeput is de tekenaar erg dankbaar. "In de jaren 90 heeft hij de naam Nero ontleend aan een aantal verenigingen en ook aan een café. Na de teloorgang van de druiventeelt, is hij er zo in geslaagd de gemeente Hoeilaart toch terug een identiteit te geven."
Volgens Brussels minister Guy Vanhengel is Nero ook voor vele Brusselaars een bijzonder figuur. "Hij is een Brusselse ketje met wie iedereen zich kan identificeren", zegt Vanhengel. "Hij is een antiheld, de man die altijd alles verkeerd doet, terwijl hij zo zijn best doet. Ook zijn taalgebruik is erg Brussels. Nero zegt altijd "Je suis chemin" als hij ergens vertrekt."
Op Twitter staat het ondertussen vol met verwijzingen naar de wafelenbak, die traditioneel aan het einde van iedere Nero-strip werd georganiseerd.