6 op de 10 Belgen willen geen veralgemeende zone 30 in centrum van steden

Het Vias Instituut voor verkeersveiligheid heeft onder Belgische weggebruikers voor de 6e keer een Nationale VerkeersONveiligheidsenquête gehouden. Hoewel er minder ongevallen gebeuren, voelt de Belg zich niet meteen veilig in het verkeer. En ook: een veralgemeende zone 30 in het centrum van steden ziet hij niet zitten.

De Nationale VerkeersONveiligheidsenquête peilt niet alleen naar het onveiligheidsgevoel van Belgische weggebruikers, maar ook naar hoe ze zich in het verkeer verplaatsen en hoe ze staan tegenover maatregelen die de veiligheid moeten verhogen. 

Fiets en openbaar vervoer

Hoewel het aantal verkeersongelukken met dodelijke afloop in de periode 2012-2016 gedaald is (van 770 naar 637), blijkt het onveiligheidsgevoel niet af te nemen. Bij gebruikers van het openbaar vervoer is het zelfs toegenomen. Vias ziet een mogelijke verklaring in de aanslagen van maart 2016, op de luchthaven van Zaventem en de metro in Brussel.   

Fietsers voelen zich veiliger in de Vlaamse provincies dan in Wallonië. In Brussel is het onveiligheidsgevoel onder fietsers het grootst.  

Ondanks het feit dat er steeds minder verkeersslachtoffers vallen, daalt het onveiligheidsgevoel niet

Karin Genoe, Afgevaardigd Bestuurder van Vias Institute

Zone 30 en alcoholslot

Belgische weggebruikers mogen zich dan wel onveilig voelen, toch wil dat niet zeggen dat alle maatregelen die de veiligheid moeten verhogen op hun goedkeuring kunnen rekenen.  Zo is 60 procent tegen een veralgemeende invoering van een zone 30 in het centrum van steden. Ten opzichte van 2016 is het aantal tegenstanders zelfs met 15 procent toegenomen.   

Ook het rijbewijs met punten heeft weinig voorstanders. In Vlaanderen is maar 44 procent van de weggebruikers ervoor gewonnen, in Wallonië amper 28 procent.

Andere maatregelen kunnen dan weer wel op sympathie rekenen. Zo is 74 procent van de Belgen gewonnen voor een verplicht alcoholslot voor recidivisten. 68 procent wil meer alcoholcontroles en 57 procent meer snelheidscontroles.

De Belg blijft zich voornamelijk verplaatsen met de wagen, ook al zien we dat het aandeel van de elektrische fiets is toegenomen

François Bellot, federaal minister van Mobiliteit

Auto blijft koning

Uit de Nationale VerkeersONveiligheidsenquête blijkt ook dat de auto het favoriete vervoersmiddel blijft.  81 procent van de Belgen heeft het afgelopen jaar een wagen gebruikt. Gemiddeld legt de Belg daar 149 kilometer per week mee af, ten opzichte van 10 kilometer met de fiets.  

De fiets wordt het meest gebruikt in de provincie Antwerpen (68 procent van de respondenten), het minst in de Waalse provincies (25  procent) met Luxemburg als negatieve uitschieter (17 procent). Het gebruik van de elektrische fiets is in 3 jaar tijd verdubbeld. 10 procent van de Belgen heeft zich er vorig jaar mee verplaatst.

Het openbaar vervoer wordt het meest gebruikt in Brussel (63 procent van de respondenten). Ook in de Vlaamse provincies is het afgelopen jaar wel eens de trein, tram of bus genomen (40 tot 45 procent). In Wallonië heeft zowat 70 procent van de respondenten in het afgelopen jaar geen enkele vorm van openbaar vervoer gebruikt.

Snelheidsduivels

Tot slot heeft de Nationale VerkeersONveiligheidsenquête ook gepeild naar het rijgedrag. 1 op de 3 ondervraagde weggebruikers gaf aan in de afgelopen maand wel eens te snel te hebben gereden, zowel op snelwegen (30 procent), in de bebouwde kom (29 procent) als daarbuiten (33%).

Bijna 1 op de 10 respondenten gaf ook toe tijdens het rijden gebeld te hebben met de gsm in de hand. Een kwart heeft dat handenvrij gedaan. Ook gaf 12 procent aan in de afgelopen maand gereden te hebben na het nuttigen van alcohol.   

Meest gelezen