© 2022 mijnDNAmedicatiepas.nl

Medicatie die afgestemd is op DNA geeft 30 procent minder bijwerkingen

Patiënten van wie de dosering van medicatie wordt afgestemd op hun DNA, hebben 30 procent minder last van ernstige bijwerkingen. Dat blijkt uit een internationale studie, onder leiding van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het gaat om de eerste studie wereldwijd die laat zien dat het voorschrijven van medicijnen op basis van het DNA-profiel van een patiënt, in de praktijk werkt. Jesse Swens, hoogleraar Klinische farmacie aan het LUMC en de hoofdonderzoeker van de studie, gaf in 'De wereld vandaag' op Radio 1 tekst en uitleg.

Het is bekend dat mensen verschillend reageren op geneesmiddelen, zei Swens, de ene patiënt krijgt bijwerkingen, de andere niet, en daarvoor zijn er heel  veel verschillende verklaringen, bijvoorbeeld het gewicht, de nierfunctie of het geslacht. Sinds een aantal jaren weten we echter ook dat DNA een belangrijke rol speelt. En in de studie is onderzocht of medicijnen voorschrijven op basis van een DNA-profiel bestaande uit 50 varianten in 12 genen, leidt tot minder bijwerkingen. 

Aan de studie hebben 7000 mensen uit 7 landen deelgenomen van wie de helft op voorhand zijn DNA-profiel had gekregen en bij wie dan de medicatie aangepast werd, zo zei Swens. Dat kon een iets lagere dosis zijn of een iets hogere of een ander middel, en vervolgens hebben de onderzoekers dan gekeken naar het optreden van bijwerkingen. 

Dat DNA-profiel werd gekoppeld aan adviezen die de onderzoekers opgesteld hebben en de mensen krijgen die mee in een pas, de DNA-medicatiepas. Die lijkt op een kredietkaart en er staat een QR-code op. Als je die scant, krijg je de testresultaten te zien van de 12 genen die bekeken werden en ook de medicatieadviezen die bij jouw genetisch profiel horen, zo zei Swens. 

En dat gaf wel degelijk resultaten: "We zagen dat de mensen die met zo'n DNA-medicatiepas een aangepast therapie kregen, 30 procent minder kans hadden op ernstige bijwerkingen, dus dat is een zeer positief resultaat."

Of de medicatie zelf beter heeft gewerkt, dat werd in deze studie niet onderzocht. Volgens Swens konden mensen deelnemen aan de studie als ze starten met het nemen van een geneesmiddel uit een lijst van 39 middelen waarvoor de onderzoekers adviezen hebben. Die middelen gaan van antidepressiva tot middelen tegen kanker en wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze allemaal bijwerkingen kunnen hebben. 

"Die kan je vergelijken en meten en dat hebben we gedaan, voor de effectiviteit van de middelen zou je in feite allemaal aparte studies moeten doen. Dus daar kunnen we nu op basis van onze resultaten niets over zeggen, maar ik ben ervan overtuigd dat ook de effectiviteit geholpen is met een aanpassing op basis van het DNA-profiel", zo zei hij. 

Een schematische voorstelling van het onderzoek.
Leids Universitair Medisch Centrum

DNA-medicatiepas kan op grote schaal uitgerold worden

Dit was uiteraard een testproject met 7000 mensen uit 7 Europese landen, maar volgens Swens is het heel realistisch dat de DNA-medicatiepas op grote schaal ingevoerd kan worden. 

Nederland liep binnen de Europes Unie wat voorop, omdat in dat land de adviezen al opgesteld waren, maar intussen zijn die allemaal vertaald in het Grieks, het Spaans, het Engels en het Duits en zijn ze in al die landen ook beschikbaar, zo zei hij. Ook de DNA-test die gebruikt is, is in al die landen beschikbaar, dus eigenlijk kan het overal worden toegepast. 

Wat volgens Swans nog wel een barrière is, is het feit dat de test ook geld kost. Daarvoor moet er natuurlijk een vergoeding komen en dus moet er een gesprek aangeknoopt worden met de zorgverzekeraars in al die landen om dit mogelijk te maken. 

De test kost, afhankelijk van het land, tussen 300 en 600 euro, maar Swens denkt dat als de test op een grotere schaal ingevoerd zou worden, dat dan de prijs omlaag zal gaan. Daarnaast is het ook zo dat de techniek waarmee de anayses uitgevoerd worden, zich razendsnel ontwikkelt, dus hij verwacht niet dat dit een barrière hoeft te zijn. 

Een ander punt waar vragen kunnen rond rijzen, is de privacy. Swens geeft toe dat dat altijd een belangrijk punt is als het over DNA-testen gaat, maar hij merkt op dat er enkel gekeken wordt naar 50 varianten, wat echt een heel kleine set is. Het zijn varianten die vooral iets zeggen over hoe je lichaam geneesmiddelen verwerkt en ze zeggen niets over de kans die je loopt op een ziekte. 

Daarnaast is het ook zo dat de genetische testresultaten op de pas staan, maar dat ze nergens verzameld worden in een centrale databank. Dus er is geen kans dat iemand die zou kunnen hacken en dan ineens de genetische code van iedereen in de bank zou hebben, zo zei Swens. "De privacy is heel goed gewaarborgd", zo besloot hij. 

De studie, die gefinancierd werd door een subsidie uit het Horizon 2020 programma van de Europese Commissie, is gepubliceerd in The Lancet.  

Beluister hier het gesprek met hoogleraar Swens in 'De wereld vandaag':

Meest gelezen