© De Meester Johan - creative.belgaimage.be

Is een café echt een broeihaard voor het coronavirus? Dit zeggen de cijfers en de experten

"Een broeihaard" en "echte hotspots" voor het coronavirus, zo noemde federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) de cafés gisteravond. Restaurants kunnen intussen gewoon open blijven. Klopt die focus op de cafés in de strijd tegen het hoge aantal besmettingen? Dit leren de cijfers en experten ons.

In Vlaanderen en Wallonië moeten ze de komende 30 dagen al om 23 uur dicht, in Brussel worden ze zelfs volledig gesloten: voor 's lands cafés en bars zijn de strengere coronamaatregelen opnieuw een stevige dreun. Dat was ook in zoveel woorden de reactie bij Horeca Vlaanderen gisteren en bij Horeca Brussel vandaag.

Maar waarom richten de maatregelen zich zo specifiek op de cafés? Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) stelde gisteravond in "Het Journaal" dat "we weten dat het virus daar een broeihaard vindt". "Dat zijn echte hotspots. Niet alle cafés, maar te veel om het toe te laten."

In een café is het vooral: hoe later, hoe plezanter. Restaurants zijn meer georganiseerd: je zit daar aan een tafel

Frank Vandenbroucke, federaal minister van Volksgezondheid (SP.A)

Dat restaurants de dans ontspringen, is logisch, vindt Vandenbroucke. "Er is wel een verschil tussen cafés en restaurants. In een café is het vooral: hoe later, hoe plezanter. Restaurants zijn meer georganiseerd: je zit daar aan een tafel. Bij cafés is dat, als het later wordt, zelfs met de beste wil van de wereld moeilijk."

Herbekijk hier wat Vandenbroucke gisteren in "Het Journaal" zei:

Videospeler inladen...

In het Vlaams Parlement trad Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) hem vandaag bij. "Mijn indruk is dat in de restaurantwereld de maatregelen bijzonder naar de letter worden toegepast. Daarom zag ik geen reden om een passepartoutmaatregel voor iedereen door te voeren. Een restaurantcontext is ook totaal anders dan een café. Iedereen weet: de sfeer in een café om 23 uur en om 1 uur 's nachts kan enorm verschillen."

Superverspreiders

Klinkt allemaal vrij logisch, maar met een verwijzing naar een "plezante sfeer" in een nachtelijk café spring je niet ver als argumentatie. Wat zegt de wetenschap daar eigenlijk over?

Drukke cafés zijn plekken waar overdracht heel erg waarschijnlijk kan worden

Infectiologe Erika Vlieghe (UAntwerpen)

Infectiologe Erika Vlieghe (UAntwerpen) onderschreef in "De ochtend" op Radio 1 in elk geval de stelling van Vandenbroucke en Jambon dat cafés plekken kúnnen zijn waar superverspreiding van het coronavirus zich kán voordoen. "Dat zijn evenementen waarbij veel mensen dicht op elkaar zitten, waar ze luid spreken, zonder masker, dus waar er veel aërosolen (microscopisch kleine druppeltjes, red.) kunnen worden geproduceerd."

Bekijk het gesprek met Erika Vlieghe uit "Het Journaal" hier en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Zoals intussen alom bekend verspreidt het coronavirus zich via zulke druppeltjes. "Dan zijn cafés, bij uitstek drukke cafés, plekken waar overdracht heel erg waarschijnlijk kan worden", aldus Vlieghe.

Herbeluister hier het gesprek met Erika Vlieghe in "De ochtend" op Radio 1:

Wat zeggen de cijfers?

Oké, het risico op superverspreiding in een café is dus, infectiologisch bekeken, reëel. Maar valt dat risico vandaag ook al te staven met Belgische cijfers? "We weten dat als je vraagt aan mensen die besmet zijn waar ze zijn geweest, velen onder hen aangeven dat ze een café bezocht hebben in de voorbije periode", weet viroloog Steven Van Gucht van gezondheidsinstituut Sciensano. 

Toch heeft ook hij een "maar": "Het is niet altijd zwart op wit te bewijzen dat men daar ook de infectie heeft opgelopen. Men kan dat wel vermoeden, maar dat is niet altijd aantoonbaar." 

Bekijk het gesprek met Steven Van Gucht uit "Het Journaal" hier en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Brussels minister Elke Van den Brandt (Groen), belast met Gezondheid en Welzijn in de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, probeert het nog iets concreter te maken: "We merken in de cijfers dat 55 procent van de besmette personen heeft aangegeven dat ze in de dagen vóór hun besmetting op café of restaurant waren. Dat betekent voor alle duidelijkheid niet dat ze daar het virus oplopen, maar het is wel een indicatie."

(Lees verder onder de foto)

Archiefbeeld ter illustratie.

Marc Van Muylders van Horeca Brussel is daarover bijzonder kritisch. "Wij hebben geen enkele weet van het feit dat er bij onze leden ooit gegevens of registratielijsten (van horecabezoekers, red.) zijn opgevraagd. Dan beweren dat het virus zich het sterkst verspreidt in de horeca: daar hebben wij onze vragen bij."

Zeker is dat van de gekende "uitbraken" uit het verleden - dat zijn dus enkel de grotere uitbraken die dus grondig uitgeplozen zijn door de contactspeurders - eigenlijk maar 4 procent terug te brengen zijn tot cafés. "Besmettingen in cafés vallen doorgaans minder op", zegt Van Gucht. "Vaak zijn het geen grote uitbraken, maar sporadische infecties. Maar op die manier kan die besmetting wel een nieuwe familie binnendringen en een uitbraak veroorzaken."

Bekijk de reactie van Horeca Brussel uit "Het Journaal" hier en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

"Meestal niet te achterhalen"

"Hallo, Joris Moonens?", woordvoerder bij het Agentschap Zorg en Gezondheid dat het contactonderzoek van besmette mensen in Vlaanderen opvolgt. "We hebben verschillende besmettingen kunnen herleiden tot cafés als vermoedelijke bron", bevestigt hij en voegt eraan toe dat de contactonderzoekers wel degelijk soms de registratielijsten van cafés opvragen om bijkomend mensen waarschuwingen te sturen. "Cafés duiken dus regelmatig op in het contactonderzoek. Maar ook andere plaatsen: denk aan de werkvloer, denk aan sportclubs en hobby's."

Mensen hebben soms ook enige schroom om te vertellen aan contactonderzoekers dat ze op café zijn geweest. Dus dat kan die cijfers ook beïnvloeden

Joris Moonens, Agentschap Zorg en Gezondheid

Toch geeft hij evenzeer aan dat in de meeste gevallen niet te achterhalen valt waar iemand besmet is geraakt, of via wie. "We proberen dat wel te becijferen, maar dat is heel relatief. Dat heeft alles te maken met de aard van dit virus. Je hebt een incubatietijd tot 14 dagen, dus dat is een heel lange periode waarin je besmet kunt zijn geraakt. Er lopen ook heel wat mensen rond zonder enig symptoom of ziekteverschijnsel: die kunnen andere mensen besmetten zonder het zelf te weten. Probeer dan maar eens na te gaan wie wie besmet heeft en waar dat gebeurd is."

Door de aard van het contactonderzoek komen bepaalde besmettingshaarden gewoon veel sneller aan de oppervlakte dan andere, zegt hij. "Het zal bijvoorbeeld veel evidenter zijn om besmettingen terug te traceren naar een bedrijf, waar iedereen weet wie daar werkt, dan naar een veel losser verband als een café. Je weet niet goed wie daar allemaal is. Mensen hebben soms ook enige schroom om te vertellen aan contactonderzoekers dat ze op café zijn geweest. Dus dat kan die cijfers ook beïnvloeden."

Dus?

Bottomline: in drukke cafés is het risico, aldus virologen en infectiologen, theoretisch gezien groter dat mensen elkaar besmetten. Dat erkent ook Van Muylders van Horeca Brussel trouwens met zoveel woorden.

Het contactonderzoek hint ook geregeld in de richting van cafés en bars als bron van een deel van de besmettingen, zij het niet uitsluitend. Maar harde, betrouwbare statistieken over hoeveel mensen de voorbije maanden in een café besmet zijn geraakt met het coronavirus, zijn er nog niet.

Meest gelezen