Nederlandse auteur Jeroen Brouwers (82) overleden, bekend van "Geheime kamers" en "Bezonken rood"

Jeroen Brouwers (82) is overleden. Hij was een van de belangrijkste en meest productieve auteurs van het Nederlandse taalgebied. De veel bekroonde auteur laat een enorm oeuvre na, waaronder "Geheime kamers" en "Bezonken rood". Zijn belangrijkste handelsmerken waren een diepe somberheid en een verregaand pessimisme. 

Jeroen Brouwers werd in 1940 geboren in Nederlands Oost-Indië, het huidige Indonesië. Hij was nog maar 2 toen het Japanse leger het Nederlandse wingewest overrompelde, en de kolonisten opsloot in kampen, waarvan er enkele de vergelijking met de Duitse kunnen doorstaan. De kleine Jeroen kwam met zijn moeder, grootmoeder en zus eerst in het interneringskamp Kramat terecht, later in een vrouwenkamp in een buitenwijk van Batavia, nu Jakarta. 

Hij was getuige van de mishandeling van zijn moeder. De grootmoeder overleefde de gevangenschap niet. Over die ervaringen schreef hij 3 boeken, die ook in één band verschenen, en vertaald werden in het Engels. Het gaat om "Bezonken rood" (1981) en later "Het Verzonkene" en "De Zondvloed". In zijn kindertijd kreeg hij difterie, of kroep, een ademhalingsziekte die hem zijn hele leven achtervolgde.

BEKIJK - Jeroen Brouwers over de autobiografische elementen in zijn boeken:

Videospeler inladen...

Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt

Verknipte jeugd

Na de oorlog woonde het gezin Brouwers nog even op het eiland Borneo. Maar met de bevrijding van de Japanners begon de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. In 1947 werden de 5 kinderen Brouwers met hun moeder naar Nederland gerepatrieerd, een jaar later volgde de vader. Vanaf 1950 verbleef het "lastige kind" in diverse katholieke pensionaten vooral in Nederlands-Limburg. Naar verluidt kon hij het "Hollandse keurslijf" niet aan na de vrijheid in de exotische kolonie. 

Over zijn verblijf in de internaten, volgens Brouwers toen ook een soort concentratiekampen, schreef hij veel later, in 2014, "Het Hout", waarvoor hij de ECI-prijs kreeg. 

Ik heb geen oorlogstrauma, en al helemaal geen kampentrauma. Wat ik heb, is een kostscholentrauma

Uiteindelijk zou Brouwers zo goed als volledig breken met zijn vader, en met de familie. Naar verluidt smeekte of eiste zijn vader, die niet te spreken was over de boeken van zijn zoon, hem ooit in een brief om een andere naam aan te nemen.

Hij was nog maar 15 jaar toen hij in een bank ging werken. Van 1958 tot 1961 zat hij in het leger. 

Journalistiek is alleen maar goed om te leren schrijven

Na de legerdienst koos Brouwers voor de journalistiek. "Daar heb ik het vak van schrijver geleerd", zei hij altijd. Eerst was hij leerling-journalist bij De Gelderlander, en redacteur van het soldatenblad Salvo. In 1962 dook hij op bij de Geïllustreerde Pers in Amsterdam, toen al de culturele hoofdstad van Nederland. 

Hij schreef voor Romance, de voorloper van Avenue, en interviewde met veel plezier jonge zangeressen en actrices. Zijn eerste boekjes gingen over Edith Piaf, over chanson en over schrijver Louis Couperus. In 1964, jaar dat hij literair debuteerde met de verhalenbundel "Het mes op de keel", kwam hij naar Brussel om bij de uitgeverij van Angèle Manteau te werken. 

Eerst deed hij er administratieve klusjes, zoals Jotie T'hooft dat later ook zou doen, maar hij schoof geleidelijk op, tot redactiesecretaris en hoofdredacteur. Angèle Manteau en Julien Weverbergh hadden een volstrekt vertrouwen in de jonge Nederlander met de perfecte taalvaardigheid en literaire neus. 

Tot 1976 bleef hij bij Manteau dat hij toen verliet met slaande deuren. De exacte reden raakte nooit bekend, het gaat van betrapt bij een diefstal via persoonlijke vetes met Manteau en Weverbergh tot een grondige onenigheid over de aanpak van het boekenvak. 

Met Angèle Manteau kwam het nooit meer goed, hij liet geen kans onbenut om haar te beschimpen. Met Weverbergh knoopte hij ondanks het ronduit vernietigende schotschrift "Van Weverbergh tot ergher" half jaren 80 weer aan voor de 2 brievenbundels "Kroniek van een karakter". Maar eenmaal dat project achter de rug, bekoelde de relatie met Weverbergh opnieuw. 

Brouwers kan niet zonder nu en dan en fikse rel. Hij is emotioneel, op het sentimentele af. Ik gun hem zijn conflictstof. Het geeft hem de gelegenheid om in meesterlijke volzinnen een oud vrouwke te molesteren

Angèle Manteau

"Ik heb alle Vlaamse boeken bij Manteau herschreven"

Intussen was Brouwers getrouwd, vader en gescheiden, en hij woonde in Rijmenam. Maar belangrijker: hij was een gevestigd schrijver. Zijn debuutroman "Joris Ockeloen en het wachten" werd goed onthaald, hoewel de verkoop weinig voorstelde. Hetzelfde gebeurde met "De Toteltuin". Hij schreef ook een soort memoires, "Groetjes uit Brussel", waarin hij voor het eerst als scherp polemist naar voren trad.  

BEKIJK - Brouwers over "Zonder trommels en trompetten" en "Groetjes uit Brussel":

Videospeler inladen...

Na zijn ontslag schopte Brouwers wild om zich heen. In verschillende artikels en bundels, onder meer "Mijn Vlaamse jaren", beweerde hij noch min noch meer dat hij alle boeken van Vlaamse auteurs bij Manteau herschreven had, ook die van Geeraerts, Ruyslinck, Vandeloo en andere coryfeeën. De betrokken schrijvers ontkenden, maar tegen het taalkundige geweld van Brouwers konden ze niet op. Overigens, hij gaf ook af op heelder generaties Nederlandse schrijvers, van Dirk Ayelt Kooiman tot Oek De Jong. 

BEKIJK - Is Jeroen Brouwers "een Vlamingenhater"?

Videospeler inladen...

Door zijn sterke vocabulaire en vreemd gevoel voor humor, en zijn onvoorwaardelijke eis voor goed geschreven passionele literatuur, kreeg hij ook de Vlaamse lezer op zijn hand. En er waren Vlaamse schrijvers die hij bewonderde, zoals Julius Vuylsteke en Cyriel Buysse, of hielp, Walter van den Broeck onder meer. En ook met "De Laatste deur", over zelfmoord bij schrijvers, overtuigde hij de literatuurliefhebber.     

Nogal veel bezonken en verzonken

Brouwers bouwde een indrukwekkend romanoeuvre op: "Zonsopgangen boven zee" (1977), Het verzonkene (1979), "Bezonken Rood" (1981), "Winterlicht" (1984), "De zondvloed" (1988), "Zomervlucht" (1990), "Geheime kamers" (2000), "Datumloze Dagen" (2007), "Bittere Bloemen" (2011), "Het Hout" (2014) en "Cliënt E. Busken" (2019). 

Vanaf eind jaren 80 verloor Brouwers ook lezers, zij vonden dat hij zich herhaalde, dat hij zoals Reve op de duur dreef op literair-technische trucjes, en zich aanstelde met zijn drammerig doodsverlangen, zijn korzelige ontevredenheid, en ook zijn gebrek aan rechtlijnigheid. Maar met "Het Hout", over kindermisbruik in katholieke internaten, won hij heelder generaties nieuwe lezers.  

Er zijn niet alleen de wisselende vriend- en vijandschappen, maar ook zijn dubieuze houding tegenover onderscheidingen. Hij kreeg er veel, 2 keer de Multatuliprijs, de Geuzenprijs, de Ferdinand Bordewijkprijs, 3 maal een Gouden Uil, de Constantijn Huygensprijs, de AKO, Humo's Gouden Bladwijzer, de Prijs der Nederlandse Letteren en de ECI, om de Orde van de Vlaamse Leeuw en de Belgische Kroonorde niet te vergeten. In zijn dankwoord bromde hij meestal iets ondankbaars, zwoer nooit meer naar een prijsuitreiking te gaan, en legde deze eed een jaar later naast zich neer om opnieuw een trofee met gevulde enveloppe op te halen. 

BEKIJK - Jeroen Brouwers wint de Gouden Boekenuil in 2001:

Videospeler inladen...

Ik behoor tot het soort mensen dat niet gelukkig kan zijn: ziek van altijddurende onrust, ziek van altijddurende angst, het liefst versuft door pillen, het liefst stomdronken, het liefst afwezig

Wereldvreemde hypochonder in een boshut

Hij verhuisde enkele keren, zelfs naar een woonboot, en dan definitief naar België, naar Zutendaal en uiteindelijk Lanaken. Hoewel hij in het groen woonde, beweerde hij dat de natuur en zijn verwilderde tuin hem geen mallemoer interesseerden. Over zijn zonevreemde stulp in Zutendaal was veel te doen. Brouwers beweerde dat hij bij aankoop niet wist dat het om een illegaal bouwsel ging. In 2011, na veel juridisch getouwtrek, kreeg Brouwers 4 jaar uitstel, in plaats van één zoals de wet bepaalt, om de woning te slopen; het werden er 5. 

BEKIJK - De woonst van Brouwers in het bos:

Videospeler inladen...

Zijn verdedigers vroegen clementie omwille van de grote staat van dienst van Brouwers voor onze cultuur - een aantal van zijn boeken is in Zutendaal geschreven. Ze wezen ook op de zwakke gezondheid van de bejaarde schrijver. Die bleef lustig roken en hoesten. Zijn altijd al zwakke stem verdween bijna helemaal tot er weinig meer overbleef dan amechtig hijgen. Met de moderne tijd had hij niets te maken. Wat deed die computer dan in zijn huis? "Gekregen van een vriendin", antwoordde Brouwers. 

Jeroen Brouwers schreef een bibliotheek en hij wist hoe dat moet

Rockgroep De Mens van Frank Vander Linden wijdde een nummer aan Brouwers. Eeuwige fan Johan Vandenbroucke noemde zijn boekhandels in Mechelen en Roeselare "De Zondvloed".

De eeuwige eloquente mopperaar, de eindeloze roerder van de noodlotstrom, de zelfverklaarde schepper van "doodongelukkige boeken", is niet meer. Met zijn dwingende eis aan elke kunstenaar om zich helemaal te geven, om moedig te zijn, zichzelf te blijven en te ageren tegen al wat lelijk en onnozel is, blijft hij een te volgen voorbeeld, een auteur van wie de stem nog een hele tijd zal nagalmen.

Meest gelezen