14 tot 20 september 1916: nieuw Brits wapen ingezet bij de Somme

Het Britse leger heeft aan de Somme voor het eerst een nieuw wapen ingezet: een gepantserd voertuig op rupsbanden, met als codenaam "tank".

Aan de Somme heeft het Britse leger een nieuwe aanval ingezet in de richting van Bapaume. Doel is de dorpen Flers en Courcellette. Voor het eerst worden ook Canadese en Nieuw-Zeelandse troepen aan de Somme ingezet.

Op de eerste dag van de aanval werd een nieuw soort wapen gebruikt. Het gaat om gepantserde voertuigen op rupsbanden. De tuigen, door de Britten aangeduid met de codenaam "tanks", hebben hier en daar paniek veroorzaakt in de Duitse linies, omdat ze onkwetsbaar zijn voor het vuur van geweren en mitrailleurs.

Tekening van het nieuwe "monster" verschenen in Frans tijdschriften. Beginfoto: officiële Britse foto van een van de eerste tanks (Albums Valois, BDIC)

Een jonge Britse officier beschreef het optreden van de eerste tanks zo: "We hoorden vreemde kloppende geluiden en langzaam kwamen naar ons drie enorme mechanische monsters, zoals we nog nooit eerder had gezien. Mijn eerste indruk was dat ze op het punt stonden om over hun neus te kantelen, maar hun staarten en de twee kleine wielen aan de achterkant hielden ze naar beneden en ze behielden hun positie."

"Het waren grote metalen dingen, met twee sets van rupswielen aan de zijden van hun carrosserie. Er was een grote uitstulping aan iedere zijkant met een deur in het uitpuilende deel en machinegeweren op spillen staken aan elke zijde."

Een dertigtal van die gevaarten werden ingezet. Toch heeft hun optreden niet tot een doorbraak geleid. Enkele vielen nog tijdens de aanval in panne.

Belgische overwinning in Afrika

Belgisch-Congolese troepen zijn Tabora in Duits Oost-Afrika binnengetrokken. Tabora is de belangrijkste Duitse vestiging in het Afrikaanse binnenland. Het ligt aan de zeer belangrijke spoorweg die het Tanganyikameer verbindt met de Indische Oceaan.

Onder bevel van generaal Tombeur zijn zowat 10.000 man van de Koloniale Weermacht (de "Force Puiblique") de voorbije maanden vanuit Belgisch-Congo opgerukt in twee brigades. De ene brigade trok ten noorden, de andere ten zuiden van het Tanganyikameer, die de grens tussen beide kolonies vormt.

Belgische koloniale troepen schepen in om het Tanganyikameer over te steken.

De Duitse troepen in Tabora waren maar de helft zo talrijk, maar goed uitgerust, onder meer met een paar zware kanonnen. Ze boden een vijftal dagen hevige weerstand. Langs beide kranten vormden inlandse Afrikanen de grote meerderheid van de strijdmacht. De Belgisch-Congolese troepen bestonden uitsluitend uit zwarte soldaten, met Belgische officieren en onderofficieren.

De verovering betekent de geslaagde afsluiting van het gecombineerde optreden van de Britse en Belgische troepen, die vanuit het noorden resp. het westen aanvielen, onder het opperbevel van de Zuid-Afrikaanse generaal Smuts.

Troepen van de "Force Publique" trekken Tabora binnen.

Door de verovering van Tabora zijn de Duitsers uit het noorden van hun grote Afrikaanse kolonie verdreven en staat de Tanganyikaspoorweg onder Geallieerde controle. Het nieuws sijpelt maar langzaam door naar Europa, vanwege de moeilijke communicatieverbindingen.

In Belgische regeringskringen en bij vele Belgische ballingen heerst een hoerastemming. België heeft voor het eerst deze oorlog een echte militaire overwinning behaald!

Militairen van de Belgische "koloniale weermacht" bewaken gevangen genomen "Duitse" collega's.

Zevende Italiaanse aanval bij de Isonzo

De Italianen hebben een nieuwe aanval ingezet aan de Isonzo - de zevende al. Na het relatief succes van vorig offensief probeerde de Italiaanse opperbevelhebber Cadorna zijn posities in het Karst-gebergte te verbeteren en zo de toegang naar TrIêst te verkrijgen.

Er werd zwaar gevochten rond de Oostenrijkse vesting Schmitt-Kästenholz (Merna-Castagnevizza in het Italiaans) in de Karst. De Italianen wisten enkele loopgraven rond de vesting te veroveren, maar door de hevige weerstand en het slechte weer werd de aanval na vier dagen afgeblazen.

Boven zicht op het terrein waar gevochten wordt, het Karstgebergte. Onder Oostenrijks-Hongaarse militairen in hun loopgraaf.

Belgen verliezen pantserwagen aan het Oostfront

Het Belgisch pantserwagenkorps aan het Oostfront vecht nu zuidelijker in de Karpaten. De Russen zijn er op 16 september in de aanval gegaan tegen Duitse troepen en Belgische pantserauto’s zijn mee opgerukt.

Op het verste punt van de opmars is een Belgische pantserwagen zwaar bestookt door Duitse artillerie. De bemanning kon zich redden, maar ze moesten de wagen achterlaten. De volgende dagen hebben Duitse troepen in de gietende regen het verloren terrein heroverd.

De boordcommandant van de pantserwagen is de Luikenaar Henri Herd, alias Constant le Marin.

Henri Herd, alias Constant le Marin, wereldkampioen worstelen voor de oorlog, gedecoreerd militair na de oorlog.

Als Constant le Marin werd hij wereldkampioen worstelen voor de oorlog. In de aanval jaagt hij met zijn strijdkreet "On va leur couper la tête" de Oostenrijkers de stuipen op het lijf. Voor die bravoure in de voorste linies heeft hij het Russisch Sint-Joriskruis gekregen.

Vanuit een Russische kabelballon kon worden gezien hoe de Duitsers de Belgische wagen hebben weggesleept. In de Stavka, het Russische militaire hoofdkwartier, heeft de tsaar gehoord van de Belgische acties. Hij heeft Constant le Marin een nieuwe Rusische pantserwagen beloofd.

De door de Duitsers afgevoerde ACM-wagen zal later opduiken in München. Revolutionairen hebben er in april 1919 een Sovjetrepubliek uitgeroepen. Freikorpsen, rechtse milities, slaan de rode revolte neer. Ze maken daarbij gebruik van pantserauto’s. Eén ervan is de ACM-pantserwagen van Constant le Marin. De Freikorps-Duitsers hebben zijn wagen vervaarlijk omgedoopt tot Raudi, de Geweldenaar.

Meer over het ACM-korps in 'King Albert's Heroes'

Toenemende chaos in Griekenland

In Griekenland heeft Nikolaos Kalogeropoulos een nieuwe regering gevormd. Enkele dagen daarvoor had premier Zaimis ontslag genomen. De nieuwe regering bestaat net als de vorige hoofdzakelijk uit conservatieve onafhankelijken en wil een politiek van "welwillende neutraliteit" tegenover de Geallieerden volgen.

De regeringscrisis is een gevolg van de opstandige beweging van militairen in Saloniki en de onzekerheid rond de Griekse garnizoenen in Grieks-Macedonië.

De spanning neemt nog toe na het nieuws dat een Grieks legerkorps in de noordelijke havenstad Kavala naar de Duitsers "deserteerde".

Karikatuur over de moeilijke Griekse positie uit het Nederlandse tijdschrift Het Leven Geïllustreerd uit 1915.

Kavala ligt aan de Egeïsche Zee, ten noordwesten van Saloniki, vlak bij de Bulgaarse grens. Door de Bulgaars-Duitse opmars in de streek en de aanwezigheid van een Geallieerde legermacht in Saloniki waren de Griekse troepen in Kavala ingesloten geraakt.

De bevelhebber van het legerkorps, kolonel Hatzopoulos, heeft geweigerd weerstand te bieden aan de Bulgaren en Duitsers. Na onderhandelingen stelde Hatzopoulos zijn troepen onder Duitse "bescherming". Ze worden als neutrale manschappen geïnterneerd in Duitsland, totdat de situatie in Griekenland is opgehelderd.

De Griekse troepen werden naar een kamp in het Silezische stadje Görlitz gebracht. Rechts marcheren de Grieken door de stad naar hun kamp, rechts verwelkomt een vertegenwoordiger van de keizer hun bevelhebber met een persoonlijke brief van Wilhelm.

Het gaat om bijna 7.000 Griekse militairen. Het legerkorps telde op papier 25.000 man, maar de meesten daarvan waren eerder naar huis gezonden.

Een aantal manschappen weigerden de “bescherming” en zijn op weg naar Saloniki. De nieuwe Griekse regering heeft Duitsland gevraagd de Griekse troepen terug te zenden.

Als gevolg daarvan hebben de Geallieerden een zeeblokkade ingesteld van de kust rond Kavala.

Links 'Welkom' aan de ingang van het interneringskamp, rechts aankomst van de Grieken in het station van Görlitz

Verdeeldheid bij de Vlaamsgezinden

In de pro-Duitse pers in bezet België is een motie verschenen, ondertekend door ruim honderd Vlaamse intellectuelen, voor de geplande heropening eind oktober en vernederlandsing van de universiteit van Gent.

De meesten van de ondertekenaars zijn onbekenden, maar het feit dat zo'n grote groep zich in het openbaar uitspreekt voor de plannen van de Duitse gouverneur-generaal von Bissing, zorgt voor spanning en twijfels bij de Vlaamsgezinden.

Het lijdt geen twijfel dat de overgrote meerderheid van de Vlamingen én de Flaminganten niet wil weten van geschenken van de Duitse bezetter. Maar bij de Vlaamsgezinde militairen aan het front zijn er die weigeren de houding van de ondertekenaars te veroordelen.

En velen hopen vooral dat de Belgische regering in ballingschap weldra een duidelijk teken zal geven dat ze na de oorlog zal ingaan op de Vlaamse verzuchtingen.

Artikel over de 'Genter Hochschule' in het Duitse tijdschrift Illustrirte Zeitung voorjaar 1916, geïllustreerd met foto's van de Gentse universiteitsgebouwen

Meest gelezen