"Gelukkig kerstfeest, hoewel niemand gelukkig was"

Het Kerstbestand van 1914, het spreekt tot de verbeelding. Geallieerden en Duitse soldaten aan het westelijke oorlogsfront komen hun loopgraven uit om mekaar een gelukkig kerstfeest te wensen, samen wat te eten en te drinken, hier en daar een potje voetbal te spelen... Maar voor de soldaten aan het front is de idylle van de eerste Kerstmis aan het front minder groot dan het voor ons nu lijkt.

Het westelijke oorlogsfront, december 1914. Van aan de Noordzee tot aan de Zwitserse grens ziet het landschap in Noord-Europa er vanuit de lucht bekeken vreemd uit. De strijdende partijen, Duitsers aan de ene kant en Fransen en Britten aan de andere kant, hebben zich letterlijk tegenover elkaar ingegraven. Twee tegenoverliggende uitgegraven gangenstelsels, ondergrondse schuil- en slaapplaatsen, opslag- en voorraadruimtes, keukens, latrines... Ertussenin: een leeg niemandsland, bezaaid met putten en kraters door granaatinslagen, kapotgeschoten prikkeldraadversperringen.

De oorlog is al enkele maanden bezig en van het oorspronkelijke idee (of de hoop) dat de strijd slechts kort zou duren, schiet nog maar weinig over. De strijdmachten zijn in een patstelling beland, geen vooruitgang, geen beterschap, geen einde in zicht. De herfst- en vooral de wintermaanden leiden er bovendien toe dat zogenoemde oorlogshandelingen nauwelijks mogelijk zijn. De troepen, langs beide zijden, zitten dus vast in hun loopgraven. En dat is bepaald geen pretje.

We kunnen ons nu nog nauwelijks voorstellen -gelukkig maar- hoe de leefomstandigheden in de loopgraven geweest moeten zijn. Er sijpelt grond- en regenwater binnen, het is er koud, modderig en vochtig. De soldaten kampen voortdurend met natte voeten en allerlei luchtweg- en andere infecties. Ongedierte tiert er welig, verspreiden ziektes, eten de voorraden weg. Sommige bronnen spreken van ratten zo groot als een kat. Ze zouden er ook niet voor terugdeinzen gewonde soldaten aan te vallen en te knabbelen aan lijken.

Het moreel van de soldaten in de loopgraven staat in december 1914 al op een dieptepunt. De koude winter, het gebrek aan voedzaam eten, de niet-aflatende dreiging van het bevel tot aanvallen in het niemandsland, de dood op de loer. En ja, ook de verveling. De vrieskou maakt vechten zoals gezegd op dat moment quasi onmogelijk. De soldaten proberen zich bezig te houden, ieder in hun eigen loopgravenstelsel. En dan komt Kerstmis in zicht. De eerste Kerstmis aan het front. Het tijdstip en het decor voor een opvallende gebeurtenis die de geschiedenisboeken zal halen.

"Stille nacht, heilige nacht..."

Op kerstavond 1914 is het "all quiet on the western front": geen gevechten, geen geweerschoten, geen explosies. De soldaten denken aan thuis, aan gesneuvelde kameraden... En ondanks alles wordt toch ook Kerstmis "gevierd". In eerste instantie alleen onder elkaar, in de eigen rangen. De Duitsers aan het front in Ieper beginnen er volgens de later opgetekende verhalen het eerst mee. Lampions en kaarsen, hier en daar iets wat kan doorgaan voor een kerstboom, een tot dan Duitse traditie. Sigaretten en alcohol als cadeautjes. En kerstliedjes. "Stille nacht, heilige nacht." "Oh dennenboom".

De Britse soldaten kunnen die kerstliederen aan hun kant van de loopgraven horen. "Nadat ze waren uitgezongen, vonden we dat we iets moesten terugdoen en zongen "The first Noel". Toen we klaar waren applaudisseerden ze, om vervolgens "Oh Tannenbaum" in te zetten, een van hun andere favorieten. En zo ging het maar door“, klinkt het in een getuigenis (http://www.ssew.nl/het-kerstbestand-westfront-1914) van Graham Williams, van de London Rifle Brigade. Op andere plekken zouden zich gelijkaardige scenario's afspelen.

"Aan Duitse zijde weerklonk "Stille nacht, heilige nacht". Toen het lied beëindigd was, stapte een Duitse soldaat het niemandsland in. "Merry Christmas!", riep hij. "We not shoot. You not shoot." Daarna zwegen de kanonnen en geweren." Dat vertelt Alfred Anderson, die als 18-jarige diende in het 5e Bataljon van The Black Watch, in het boek "Last Post: the final words front our first world war soldiers" "We schreeuwden "gelukkig kerstfeest", hoewel niemand zich gelukkig voelde."

Champagne, cadeautjes en voetbal

Op verschillende plaatsen aan het Vlaamse front wagen soldaten zich in die kerstnacht in het niemandsland om mekaar de hand te schudden. De geboorte van de fameuze "Christmas truce", het kerstbestand van 1914. De spontane ontmoetingen zetten zich door op de ochtend van Eerste Kerstdag. En dan blijft het volgens de verhalen niet bij een enkele soldaat, maar zijn het heel der groepjes en zelfs grote groepen die elkaar zonder enige vijandigheid begroeten. Vooral de Duitse (Saksische en Beierse) en Britse militairen verbroederen met elkaar. Zij zitten in een voor hen onbekend land, ver van huis. Belgische en Franse soldaten zouden ook deelgenomen hebben, maar in mindere mate.

Het kerstbestand zou zich uiteindelijk verspreiden over het honderden kilometers lange Westelijke Front. Soldaten komen uit hun loopgraven, slaan een babbeltje, wisselen kerstwensen uit, maken foto's, zingen kerstliederen. Er is ook tijd voor cadeautjes: sigaren, sigaretten, alcohol, blikken voedsel, kranten. Duitse officieren zouden de Britten zelfs trakteren op een glaasje champagne. Volgens de overlevering wordt op sommige plaatsen ook zelfs een potje gevoetbald. Kappers en artsen zouden de soldaten onder handen nemen, zonder rekening te houden met de nationaliteit.

Er zijn tal van verhalen en anekdotes over het Kerstbestand. Zoals in Diksmuide. De Duitse soldaten vragen aan de Belgen of ze een priester kennen. De regimentspriester komt ter plaatse en krijgt te horen dat in het Duitse veldhospitaal een gouden monstrans teruggevonden is, een grote, rijkelijk versierde houder die gebruikt wordt tijdens vieringen of processies om de gewijde hostie te tonen aan gelovigen. De Duitsers willen de monstrans teruggeven en overhandigen het aan de Belgen op de dichtgevroren IJzer. De bewuste monstrans is nu nog altijd te bewonderen in de IJzertoren in Diksmuide. Van het tafereel is later een schilderij gemaakt, waarvan een kopie in de IJzertoren hangt.

Het blijft niet voor eeuwig Kerstmis...

De duur van de kerstvrede aan het front hangt af van plaats tot plaats. Soms blijft het beperkt tot slechts enkele uren. Op veel dagen duurt het een dag, twee dagen, tot het einde van Tweede Kerstdag. Er zouden zelfs plaatsen zijn waar het bestand tot de jaarwisseling geduurd heeft, of nog iets langer.

Hoe mooi en vredevol de kerstperiode in 1914 aan het front ook is, de Duitse en de geallieerde legerleiding kunnen er niet bepaald om lachen. Door met mekaar te praten, ontdekken de soldaten dat ze in hetzelfde miserabele schuitje zitten, met dezelfde problemen kampen, dezelfde desolate gevoelens ervaren. Kortom, "de vijand" is ook maar een mens van vlees en bloed.

Het beeld van "de andere kant" die door propaganda zorgvuldig opgebouwd is, blijkt niet altijd te kloppen met de realiteit. De frontsoldaten, van welke nationaliteit ook, zijn een speelbal van de politiek en van legertactieken. In de oorlogsretoriek een te vermijden beeld dat de discipline van de soldaten aantast.

De bezorgdheid van de legerleiding lost zichzelf uiteindelijk op. Het blijft niet voor eeuwig Kerstmis, vaderlandstrouw en de niet-aflatende propaganda doen hun werk. Nog voor de lente goed en wel begonnen is, gaan de soldaten die elkaar kort voordien nog vriendelijk bejegenden, elkaar te lijf met granaten en geweren.

De opperbevelhebbers zijn er echter niet gerust op en vrezen voor een herhaling van dergelijke spontane bestanden. Beide kampen vaardigen maatregelen uit. Wie opnieuw met "de vijand" probeert te verbroederen, is een deserteur en zal worden geëxecuteerd, bijvoorbeeld.

Met Kerstmis 1915 vinden nog slechts een paar verbroederingen plaats. De maatregelen worden nog verstrengd, en er wordt zelfs gedreigd met het inzetten van artillerie op al wie het waagt in niemandsland contact te zoeken met soldaten van de overkant. Er zullen nog twee Kerstmissen volgen. Geen enkele keer zal er nog kerstvrede heersen aan het front.

Kerstbestand, waarheid of mythe?

Het is tot dusver bekend de eerste en ook de enige keer dat er een spontane tijdelijke vrede ontstond tussen strijdende partijen in een conflict. Niet iedereen is het erover eens dat het Kerstbestand van 1914 echt plaatsgevonden heeft, of toch niet op zo'n schaal zoals nu verteld wordt. De meeste verhalen zouden later aangedikt zijn en uitgegroeid tot mythes.

Het Kerstbestand van 1914 wordt op tal van manieren herdacht. Met boeken, muziek, vriendschappelijke voetbalwedstrijden... Enkele voorbeelden.

  • In Ploegsteert onthulde UEFA-voorzitter Michel Platini op 11 december een monument. Enkele dagen eerder al was ook in Mesen een speciaal monument onthuld aan het Flanders Peace Village.
  • Op 13 en 14 december werd in Ieper het "Christmas Truce National Tournament" gehouden, een initiatief van de Engelse Premier League. Jonge voetballertjes landen die deelnamen aan de Eerste Wereldoorlog, namen het tegen elkaar op in een vriendschappelijk tornooi.
  • Op 20 december treedt muzikant en producer John Cale op in de kerk van Mesen. Hij speelt er "De Kerstbestanden", met onder meer nieuw werk dat geïnspireerd werd door de gebeurtenissen van 100 jaar geleden
  • Op kerstavond zullen Duitse en Britse soldaten een voetbalwedstrijd spelen in de Afghaanse hoofdstad Kaboel. Ze maken er deel uit van de internationale vredesmacht.

Meest gelezen