AFP or licensors

Wensouders kunnen dan toch een beroep doen op een getrouwde draagmoeder, beslist het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft in een nieuw arrest geoordeeld dat het voor wensouders toch mogelijk moet zijn om hun kind te laten erkennen wanneer zij beroep doen op een getrouwde draagmoeder. Door een bepaling in het Oud Burgerlijk Wetboek was dat tot nu toe niet mogelijk. 

De concrete zaak draait rond een homokoppel dat graag samen een kind wou. Ze deden voor hun kinderwens beroep op een draagmoeder, de zus van een van de mannen. De andere man van het koppel stond zaadcellen af, en is dus de biologische vader van het kind. De eicellen kwamen van een anonieme donor.

Na de geboorte van het kind wou de biologische vader ook wettelijk zijn vaderschap laten erkennen. Hij stelde daarvoor een vordering in bij de rechtbank van eerste aanleg in Luik, maar die rechtbank stuitte op een probleem.

Vermoeden van vaderschap

Er bestaat namelijk zoiets als het vermoeden van vaderschap: wanneer een getrouwde moeder bevalt van een kind, is haar echtgenoot wettelijk gezien automatisch de vader. Dat vermoeden van vaderschap kan wel worden betwist, bijvoorbeeld door de persoon die beweert de biologische vader te zijn. 

Maar bij kunstmatige inseminatie geldt er een uitzondering. Het oud Burgerlijk Wetboek zegt dat wanneer een koppel toestemming heeft gegeven voor kunstmatige inseminatie het vaderschap daarna niet meer kan worden aangevochten. De wet gaat er van uit dat gehuwde koppels die toestemming geven voor kunstmatige inseminatie, ook de wensouders zijn van het kind en dus zelf het kindje willen houden. Maar dat was hier niet het geval.

Getrouwde draagmoeder

In dit geval hadden de draagmoeder en haar man toestemming geven voor de kunstmatige inseminatie. Daardoor werd haar man automatisch de juridische vader van het kind (en dus niet het homokoppel). De bedoeling was dat de biologische vader dat dan zou aanvechten, waardoor hij ook de juridische vader kon worden. Maar volgens de rechtbank van Luik kan dat dus niet, door die uitzondering. De man van de draagmoeder moest de juridische vader blijven, ook al wilde hij dat zelf niet. Daarop werd de vraag voorgelegd aan het Grondwettelijk Hof.

Het Grondwettelijk Hof heeft nu beslist dat wanneer een gehuwde draagmoeder en haar echtgenoot geen wensouders willen zijn, het toch mogelijk moet zijn voor de biologische vader om het vermoeden van vaderschap te betwisten, en zelf erkend te worden als wettelijke vader.

Meest gelezen