Julien Mahiels JMIMAGING

100 jaar Citroën in Autoworld Brussel, een eeuw in 50 modellen

Eerder dit jaar vierde het Franse automerk Citroën zijn eeuwfeest. Aanleiding voor Autoworld aan het halfeeuwfeestpaleis in Brussel om de geschiedenis van het legendarische bedrijf te tonen, aan de hand van zowat 55 voertuigen, meer dan de helft echt historisch. Het allereerste autosalon in ons land vond trouwens kort na de Eerste Wereldoorlog plaats in datzelfde glazen en stalen gebouw. Een deel van dat salon is nu gereconstrueerd.  

Elk bedrijf dat het een eeuw uitzingt en klaar is voor de tweede verdient een tentoonstelling, of het nu auto's, stofzuigers, snoep of tandpasta maakt. "Maar Citroën verdient het net iets meer", zegt samensteller Leo Van Hoorick, "omdat dit merk bijna de hele geschiedenis lang dreef op innovatie, technisch èn stylistisch. En André Citroën heeft op zijn eentje de marketing in de automobielsector bedacht".

Een deel van de expositie zit wat verspreid over dat hele fascinerende gebouw van Autoworld. Voor kinderen is er een zoektocht om ook elders, in de vaste collectie, Citroëns te vinden. Niet toevallig zijn er ook enkele vitrines met prachtige schaalmodellen, vooral bussen en bestel- en vrachtwagens met typisch Franse reclame. André Citroën was de eerste autoconstructeur die van al zijn types miniaturen liet maken. 

Lees verder onder de talrijke illustraties aub. 

André Citroën heeft in 1926 de hele Eiffeltoren bedekt met lampjes, in de vorm van zijn merknaam, 300.000, en dat waren geen Led lichtjes hé

Leo Van Hoorick, curator

De Heilige Drievuldigheid van Citroën

Zeker 3 Citroën modellen behoren tot het erfgoed van de mens, tot de meest herkenbare industriële voorwerpen ooit gemaakt: de Traction, op de markt gekomen in 1934, de DS, ster van het autosalon van Parijs 1955, en daar tussenin de 2PK. Van die 3 historische auto's staan er verschillende versies, onder meer het rode bestelwagentje van de Belgische post, uit de goede oude tijd toen de PTT nog 2 keer per dag brieven bestelde. 

Ook van de Traction, die tot 1957 in productie bleef, toen opvolger DS al een paar jaar liep, zijn er allerlei varianten, sober en chique, sportief of extra ruim. De versies "Familiale" en "Commerciale", met een tweedelige achterklep en tot 8 plaatsen, was een voorloper van de veel latere monovolumes.  

Godinnen en geiten

Naast de bekende vooruitstrevende modellen maakte Citroën ook koddige voertuigen die als het ware door handige jongens met een megadoos Meccano in elkaar gegooid lijken, en gelukkig zijn die karretjes ook vertegenwoordigd. Denk aan de Ami 6 met de achterruit die naar binnen helt, de Dyane of 2PK voor de meerwaardezoeker, en de Méhari, waarbij Citroën blijkbaar de bedoeling had om de meest rudimentaire auto van na de Tweede Wereldoorlog te maken, met de bodem en motor van de 2PK en daar een paar stukken felgekleurde golfplaat bovenop, maar geen dak. 

De Ami 6 en de 2 PK zijn op zich heel grappige vehikels

Toen in de jaren 60 de 2PK, zelfs die geassembleerd in Slough, niet aansloeg in het Verenigd Koninkrijk, ontwierpen de Britten een charmante coupé in polyester. Bedoeling was om er 2000 per jaar te maken, het werden er alles samen met moeite 600. Eén ervan vond de weg naar Autoworld, wat een schatje. 

Roestig gereutel en gele koplampen

Gelukkig zijn niet alle getoonde auto's in perfecte staat. Een M35, dat is een Ami coupé met problematische wankelmotor, had duidelijk te lijden van allerlei omstandigheden. Ook op een van de DS'en spat het roest vrolijk in het rond.

Het geeft een realistisch contrapunt aan de expositie. Jammer evenwel dat het museum geen pittoreske Franse scenografie heeft georganiseerd, zoals een paar jaar geleden bij een Italiaanse tentoonstelling toen een heuse piazza was nagebouwd, met trattoria, gelateria en tutti quanti. 

Food trucks en limousines

De HY bestelwagen mocht niet ontbreken. In Frankrijk zijn er naar verluidt geen meer te vinden, allemaal opgekocht door Belgen om er food trucks van te maken. Zelfs het exemplaar van wijlen Gerard Reve zou zo nog ergens nuttig wezen. 

Meest spectaculair is de SM, een omvangrijke  strijkijzervormige super DS coupé met fragiel hydropneumatisch systeem en broze Maserati-motor, en de speciale versies van koetswerkbouwer Chapron. Alleen al de namen zijn veelzeggend, de DS décapotable "Le Caddy" ("Le Dandy" en "Mylord" bestonden ook) en de SM "Opéra". Die laatste is een indrukwekkende limousine waarvan er minder dan 10 exemplaren bestaan. De "Opéra" in Autoworld is 800.000 euro waard.  

Citroën had al heel vroeg een vestiging in Vorst, en vanaf de "Type A" via de deftige "Rosalie", de eerste volledig stalen Europese auto, tot de DS, rolden alle modellen ook bij ons van de band. In 1974 sloot Vorst, en Volkswagen nam de site over. Een goede keuze van de curator om zo veel mogelijk "Belgische" Citroëns te tonen, zelfs modellen van tussen de twee oorlogen. Het schijnt dat die beter waren dan de Franse, je kon ze ook herkennen aan een of ander afwijkend detail. 

BG Photography

Vergeet niet te fietsen

Meest gelezen