Vlaams bouwmeester Erik Wieërs bij zijn voorstelling in juli vorig jaar.

Vlaamse bouwmeester pleit in  ambitienota voor "wooncollectief": "Compacter gaan wonen" 

Een wooncollectief: het is iets waar we in de toekomst naartoe moeten. En we moeten buitenruimtes en openbare gebouwen voor meerdere functies kunnen gebruiken als we compacter willen gaan wonen. Dat zegt de nieuwe Vlaamse bouwmeester Erik Wieërs in zijn zogenoemde ambitienota. Daarin heeft hij de accenten voorgesteld die hij wil leggen in  ons woonbeleid. 

Erik Wieërs werd in de zomer van vorig jaar door de Vlaamse regering aangesteld als bouwmeester met een mandaat van vijf jaar. Hij volgde toen Leo Van Broeck op, die de functie vier jaar had waargenomen. Wieërs studeerde af als architect aan de UAntwerpen en deed er nog een diploma in de wijsbegeerte bovenop aan de Vrije Universiteit Brussel.  

De bouwmeester moet onder meer het beleid van de regering adviseren en mee ondersteunen. Wieërs legt in zijn ambitienota heel wat verschillende accenten, met als rode draad een toekomstbestendig woonmodel, met aandacht voor mobiliteit, milieu en klimaat, compacter wonen en het gebruik van één gebouw of ruimte voor meerdere functies 

Het versnipperde Vlaamse woonlandschap is niet toekomstbestendig, en een herschikking dringt zich op, zegt  hij. "Daarom moeten we mensen verleiden met de troeven van collectiever wonen: betaaldbaarder, minder milieubelastend, zorgzamer, intergenerationeler en gezelliger." VRT NWS had een uitgebreid gesprek met de bouwmeester, wij pikken vijf thema's uit zijn uiteenzetting. 

Zelfde plek, meerdere functies

Als we dichter bij elkaar gaan wonen en minder versnipperd, dan moeten we ook nadenken over hoe we dat het best doen. De bouwmeester pleit o.a. voor het meervoudig gebruik van ruimtes. Gebouwen worden nog te vaak ontworpen met één functie of doel voor ogen. Als dat verandert, heb je een probleem, redeneert hij: "We moeten proberen om gebouwen te maken die een heldere, open structuur hebben en die we op termijn voor verschillende dingen kunnen gebruiken. Dan gaan die gebouwen veel langer mee, en dit past veel meer in de circulaire gedachte." 

Een nieuwe bibliotheek moet ook interessant zijn voor mensen die nooit boeken lezen

Vlaams bouwmeester Erik Wieërs

Het kan gaan om privékantoren, maar evengoed om openbare gebouwen. Wieërs geeft het voorbeeld van een gemeente die een nieuwe bibliotheek wil bouwen: "Die moet ook interessant zijn voor mensen die nooit boeken lezen. Probeer het gebouw zodanig te bouwen dat het ook voor andere dingen kan dienen, na de uren van de bibliotheek, en dat het op termijn, over 10 à 20 jaar, ook een ander soort functie kan hebben." 

Als we dan toch dichter bij elkaar wonen, kunnen we ook een grote winst maken door naar overlappingsruimte te zoeken. "We kunnen bijvoorbeeld een tuin delen met een aantal mensen, of een parking bij een supermarkt kan na sluitingsuur een basketbalplein voor buurtbewoners zijn. Zo gebruik je dezelfde ruimte dubbel, ook een manier om ruimte te winnen." 

Bekijk de video met een eerste fragment uit ons gesprek met de Vlaamse bouwmeester (tekst loopt door onder de video):

Videospeler inladen...

Het wooncollectief: de toekomst

Ook het wooncollectief heeft een belangrijke plaats in de nota: als we dichter bij elkaar wonen, kunnen we ook functies in een zelfde gebouw gaan delen. Dat bestaat nu al bij cohousing, maar het is nog niet ingeburgerd. 

Het is evenwel de toekomst, vindt Wieërs: "Je kan met een aantal gezinnen samen een bouwproject opzetten. Dan kunnen we nadenken over wat we kunnen delen, zoals een systeem om de huizen te verwarmen. Of we zouden auto's kunnen delen, of de tuin en de fietsenberging. Dit maakt het interessant, zowel op economisch als op sociaal vlak. Je ontwikkelt een sociaal weefsel. Denk aan mensen die nu vereenzamen in een stad: je kan weer een soort samenleving opbouwen." 

Je kan het verwarmingssysteem delen, de tuin, en de auto. En het heeft voordelen op sociaal vlak

Veel mensen worden bij het huidige cohousing nog afgeschrikt door een mogelijk gebrek aan privacy, maar Wieërs noemt het de uitdaging voor de ontwerpers en architecten om daar footprints voor te ontwerpen en daarin de combinatie te vinden tussen dingen delen en toch voldoende privacy hebben. 

Er moeten overigens ook meer sociale woningen komen, maar die mogen geen getto's vormen op aparte locaties, en zouden best worden opgenomen in residentiële woonwijken. Een wooncollectief kan ook daar aan verhelpen, en kan de integratie bevorderen tussen gemeenschappen, kansrijk en kansarm, jong en oud. "Zo kan de zorg voor elkaar misschien ook beter worden georganiseerd." 

Bekijk de video: "Het wooncollectief is het bouwprogramma van de toekomst." (tekst loopt door onder de video) 

Videospeler inladen...

Hoe moeten we onze steden inrichten?

In steden en dorpskernen volstaat het niet om netto meer bruikbare open ruimte en groen te voorzien, zegt de bouwmeester. 

"We moeten er het natuurlandschap herstellen om de luchtkwaliteit te verbeteren, recreatieve ruimte te geven aan bewoners, en om op een duurzame manier het hitte-eilandeffect tegen te gaan." (steden absorberen door hun vele steen en beton veel meer zonnewarmte die ze dan vasthouden, waardoor het er veel warmer kan worden dan op het platteland, red.)  

Wieërs geeft drie concrete voorbeelden: "We moeten in de steden veel meer groen voorzien, veel meer ontharden en veel meer wateroppervlakken creëren. Dat zijn allemaal middelen die verkoeling brengen." 

Door de klimaatverandering gaan we nog meer te maken krijgen met hittegolven, die ook intenser kunnen worden. De groene ruimte kan dan meteen ook als een ontmoetingsruimte fungeren voor stedelingen, onderstreept Wieërs. 

Tuincoaches maken tuinen klimaatvriendelijk. Bekijk hier de reportage van "Het journaal" en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Hoe omgaan met onze lintbebouwing en onze auto's?

We moeten met z'n allen dichter bij verkeersknooppunten en voorzieningen gaan wonen. Dat kan het aantal autoritten verminderen. Wieërs wil weg van lintbebouwing met dure linten van nutsvoorzieningen, en wil daarom dat we gaan nadenken over manieren om "vervangende woningen in de kernen te realiseren en zo uitgeleefde lintbebouwing ongedaan te maken. Kunnen we de maatschappelijke kosten van het afgelegen wonen terugdringen en tegelijk het landschap herstellen of ruimte maken voor natuur?" 

Maar of we nog af raken van de bestaande lintbebouwing, betwijfelt ook Wieërs: "We moeten ervoor zorgen dat we het weefsel niet verder uitbreiden. En niet gaan bouwen op plekken die ver van voorzieningen af liggen." 

Geparkeerde auto's nemen veel ruimte in die we net zouden kunnen gebruiken om te vergroenen en te ontharden

Als we dichter bij de winkels en bij hubs voor openbaar vervoer gaan wonen, zullen we minder de auto nodig hebben, want die vormt een probleem, niet alleen qua uitstoot en files, maar ook qua parkeerplaatsen: "De stilstaande mobiliteit is een groot probleem. Geparkeerde auto's nemen ongelooflijk veel ruimte in, ruimte die je net zou kunnen gebruiken om te vergroenen en te ontharden en om elkaar te ontmoeten." 

De bouwshift, meer dan cijfers

Over de bouwshift - het niet verder volbouwen van de nog overblijvende open ruimte in Vlaanderen - zegt Wieërs dit: "Het gaat er niet enkel over om minder terrein in te nemen, het gaat er ook over om dat open terrein aan elkaar te laten aansluiten en te zorgen dat dit kwalitatieve natuurgebieden worden." 

Dat is belangrijk voor de biodiversiteit, zegt Wieërs, die vindt dat het in de discussie over de bouwshift (vroeger de betonstop genoemd) soms te veel ging (gaat) over de pure cijfers: "Stel dat Vlaanderen in een soort dambordpatroon verdeeld zou, met als zwarte vakjes de bebouwing en als witte vakjes open ruimte, dan hadden we er nog niks aan. Als de witte vlekjes verbonden zijn en natuurlijke biotopen gaan vormen, dan pas kunnen dat ook fatsoenlijke 'longen' en ontspanningsgebieden zijn."

Wieërs hoopt om zijn plannen zoveel mogelijk ingang te laten vinden bij een zo breed mogelijk publiek. 

Bekijk de video met een derde fragment: "Het verdwijnen van de open ruimte op zich, is niet alleen het probleem."

Videospeler inladen...

Meest gelezen