Goeie bedoelingen zijn er, maar daar blijft het vaak bij: kwart van de Vlamingen beweegt te weinig

Laten we beginnen met de ideale wereld: gezonde volwassenen zouden eigenlijk 150 tot 300 minuten per week aan een matige intensiteit of minstens 75 tot 150 minuten per week aan een hoge intensiteit moeten bewegen. Naast sporten kan die fysieke activiteit ook gebeuren als onderdeel van het werk, tijdens huishoudelijke taken, door zich actief te verplaatsen of in de vrije tijd. 

Die ideale wereld is voor drie vierde van de Vlamingen een feit, want zij halen de aanbeveling. Maar dat betekent ook dat een kwart te weinig beweegt. Zij lopen daardoor heel wat gezondheidsrisico’s, want fysieke inactiviteit is een van de belangrijkste oorzaken van chronische ziekten en vroegtijdige sterfte.

Wie slaagt er dan niet in om genoeg te bewegen? Uit de Preventiebarometer (een enquête die het Agentschap Zorg en Gezondheid liet uitvoeren door Sciensano) blijkt dat het vaker gaat om vrouwen dan om mannen, om laagopgeleiden en mensen die moeilijk financieel rondkomen en mensen met overgewicht. Als we naar de leeftijd kijken springt de leeftijdsgroep tussen 35 en 54 jaar eruit, en de oudste leeftijdsgroep vanaf 75 jaar.

Positief is dat er duidelijk een wil is om te bewegen. Meer dan 6 op de 10 mensen hebben recent geprobeerd om meer te bewegen en meer dan 7 op de 10 wil dat in de toekomst doen. Maar die intentie wordt helaas lang niet altijd omgezet in daden. De helft van de ondervraagden zei dat ze wellicht niet zullen slagen in hun goede voornemens. De belangrijkste reden die ze daarvoor aanhalen is tijdgebrek (67,8%).

Genoeg bewegen is belangrijk, dat staat al decennialang buiten kijf. Meer recent werd duidelijk dat ook overmatig zitten een belangrijk probleem is voor de volksgezondheid. Het gaat dan bijvoorbeeld over zittend werken, tv-kijken in de zetel of zich verplaatsen met de auto of het openbaar vervoer.

Volgens de Preventiebarometer zit een volwassen Vlaming gemiddeld 6,1 uur per dag, en dat is een toename ten opzichte van de laatste nationale gezondheidsenquête (toen lag het gemiddelde op 5,6 uur per dag). Het gemiddeld aantal uren dat zittend of rustend doorgebracht wordt is hoger bij mannen, bij de jongere leeftijdsgroepen tussen 18 en 34 jaar, bij hoogopgeleiden die actief zijn op de arbeidsmarkt en studenten en bij mensen die gemakkelijk rondkomen met hun huishoudinkomen.

Die nieuwere inzichten over het zitgedrag zijn nog veel minder bekend dan die over beweging. Zo kent maar een derde van de Vlamingen de aanbeveling om het zitten elk halfuur te onderbreken door even recht te staan en te bewegen. En maar een derde van de Vlamingen heeft het afgelopen jaar geprobeerd om minder lang stil te zitten.

Een actievere samenleving, met meer lichaamsbeweging en minder zitgedrag, heeft enkele overduidelijke voordelen, stelt de barometer: een verbetering van de gezondheid en het welzijn van de bevolking, minder uitgaven voor gezondheidszorg en positieve gevolgen voor het milieu.

Aan de hand van de bevindingen in het rapport wil de Vlaamse regering daarom extra maatregelen nemen om meer mensen op weg te helpen naar een actievere levensstijl. "Zo komt er binnenkort een project rond welzijn op het werk, waar ook bewegen een prominente rol zal spelen", kondigt minister van Volksgezondheid Hilde Crevits (CD&V) aan.