Woorden van het jaar - Maja Wolny

Het begin van elk nieuw jaar brengt statistieken en balansen van de voorbije 365 dagen met zich mee. Lijsten met cijfers vind ik niet zo boeiend. Als schrijfster kijk ik liever naar de woordenlijsten: welke al dan niet nieuwe woorden weerspiegelen de spirit van het afgelopen jaar? Met andere woorden: wat wil de taal vertellen over onze wereld anno 2015-2016?

Maja Wolny is Pools-Belgische schrijfster. Ze werkt en woont afwisselend aan de Noordzee en in Kazimierz Dolny in het oosten van Polen.

In vele landen vind je een verkiezing van “woord van het jaar”. De taal leeft en we benoemen nieuwe objecten en uitvindingen, nieuwe rituelen en bezigheden. Een tweetal jaar geleden was het wereldwijd de “selfie” die het best scoorde. Het leek alsof Europa en Amerika even stilstonden voor een gigantisch, op zichzelf gericht cameraoog. “Selfie” heeft nu een vaste plek gekregen in de woordenboeken, in de media en in de literatuur. In de grote toren van Babel die ons continent is, wonen nu diverse neven een nichten van de “selfie”: “shelfie” (foto van een boekenkast met lievelingsboeken), “helfie” (of” hair selfie”: foto die iemand van zichzelf maakt met een nieuw of opvallend kapsel), “belfie” (een zelfportret van iemands achterwerk) en zo is er ook “selfitis” ontstaan: de ziekelijke neiging om selfies te maken.

Huilende smiley

2015 was een complex en best wel angstaanjagend jaar. Toch heeft de redactie van The Oxford Dictionary beslist om een smiley die huilt van vreugde als “woord van het jaar 2015” te verkiezen. Op de Bitse shortlist stonden ook enkele “exits”: Brexit en Grexit, de letterwoorden voor het mogelijke opstappen van het Verenigd Koninkrijk of Griekenland uit de Europese Unie.

In België en Nederland zijn de winnaars twee neologismen. Vooreerst is er “kraamkost”, de hopelijk lekkere maaltijd als cadeau voor een pas bevallen moeder en haar gezin. Daarnaast “sjoemelsoftware”, software om de testresultaten van een apparaat positief te beïnvloeden zoals software in auto’s die de CO2-uitstoot gunstiger voorstelt dan hij is. Je hoort in die twee woorden respectievelijk een echo van de “homecooking”-trend en een verwijzing naar het gesjoemel door Volkswagen.

Gutmenschen

Frankrijk heeft massaal gestemd voor “liberté d'expression” en “laïcité” als dé woorden van 2015. Dat zijn precies de waarden waarvoor de Fransen massaal op straat zijn gekomen na de moslimterreur tegen Charlie Hebdo en de aanslagen van dertien november in Parijs.

"Flüchtlinge": dat was de woordkeuze van de Duitsers, verwijzend naar het grote thema van 2015 in hun land. In Duitsland hebben ze ook de traditie om het “minst aangename woord” van het voorbije jaar te verkiezen. Die twijfelachtige eer viel te beurt aan "Gutmensch", een persoon die op een naïeve en wereldvreemde manier goed wil doen en alle mensen met een andere mening fout vindt. In de huidige vluchtelingencrisis waren er blijkbaar veel “Gutmenschen” opgespoord.

Ook in mijn geboorteland Polen werd “uchodzca” (vluchteling) tot woord van het jaar gekozen. Een belangrijke concurrent was ‘prekariat’, een grijs, dreigend woordje dat in heel Europa opdoemt. De precariër, nog niet zo lang geleden geboren, officieel gedoopt in 2011 door professor Guy Standing in zijn belangrijke boek “The Precariat – The new dangerous class”, wordt nu een steeds groter en sterker begrip.

Het “precariaat”, een mengwoord van “precair” en “proletariaat”, schreeuwt luid in Zuid-Europa en klopt met zijn vuist op tafel in alle postcommunistische landen. Als ik naar de nieuwe Poolse politieke situatie kijk, met alle macht geconcentreerd bij het nationalistische “Recht en Rechtvaardigheid”, dan ruik ik de stinkende adem van onzekerheid en stijgende maatschappelijke ongelijkheid. Dat is de voedingsbodem voor dergelijke radicale politieke keuzes. Achter een “ik heb niets te verliezen”-houding schuilen stapels ongewassen kleren in een huurkamertje in een groezelige buitenwijk, ver van de sfeervolle straatverlichting en de trendy koffiebars.

30 jobs per leven

Ik heb dezelfde doffe blik in de jonge ogen van twintigers en dertigers zonder vast contract op verschillende plaatsen in Europa gezien: op straat in Barcelona, in McDonalds langs Duitse snelwegen, in banlieues rond Parijs, in het centrum van Warschau en in hartje Brussel.

In mijn leven tot nu toe heb ik al zeker dertig functies uitgeoefend. Voor ik mijzelf schrijfster kon noemen, was ik onder andere vruchtenplukker, docente, journaliste, museumdirecteur, boekhandelaar, ijsjesverkoopster, fotomodel, schoonmaakster, ruitenpoetser, tentoonstellingsmaakster, opvoedster, communicatieverantwoordelijke, serveerster, wetenschappelijk onderzoekster, vastgoedmakelaar, hostess, enquêteur, huisvrouw, politica, kraamvrouw, reisverslaggever, babysitter, commercieel vertegenwoordiger, PR- assistente en callcenter-medewerkster. Nu gebruik ik die bonte professionele oogst in mijn romans. Nooit heb ik me beklaagd, omdat ik nu eenmaal een boeiend en nomadisch leven wou leiden. Ik trok de wijde wereld in, in het volle vertrouwen dat er een overvloed aan banen en functies is. Ik was er van overtuigd dat ik altijd wel een plaatsje aan tafel zou vinden. Maar dat was in vrolijker tijden, toen als woord van het jaar voor een onschuldige “hashtag”, “metrosexual” of “tweet” werd gekozen.

Nu weet ik dat alle plaatsjes aan alle tafels zijn gereserveerd. Mijn jongere vrienden, twintigers en prille dertigers uit Spanje, Portugal, Polen, Griekenland en ja, ook uit België, leven in een wereld van schaarste. Ze kiezen er niet voor om vijf verschillende werkplekken per jaar te hebben. Ze lopen eindeloos gratis of slecht betaalde stages, ze halen in avondonderwijs extra diploma’s en ze klussen bij in hersen dodende baantjes in de hoop ooit hun droomjob te vinden. Als ik denk aan hun tantes en ooms, blije zestigers met een al lang geleden afbetaald huis, goede auto’s, stacaravans aan zee, vliegvakanties naar de zon en hoge pensioenen die ze al een tijdje gelukkig mogen ontvangen, dan vrees ik dat hun zekerheiden, hun vrije tijd, hun leuke hobby’s en hun gemoedsrust niet tot de erfenis van de jonge generatie behoren.

Gelukkig kiest The Oxford Dictionary als symbool van 2015 voor de huilende smiley: een zonnetje in de virtuele wereld, een gele, ronde glimlach van relativering en vriendschap. Van alle winnaar-woorden in alle talen is de smiley de enige die geen vertaling vereist en buiten alle landsgrenzen staat. Het enige wapen tegen extremisme, allerlei Gutmenschen en onmenselijk gedrag.

Meest gelezen