Minister Vincent Van Quickenborne, Paul Totori, burgemeester Dieter Wouters (Wuustwezel)

Metissenkind krijgt voor het eerst geboorteakte: "Ik besta eindelijk, ook officieel"

De 74-jarige Paul Totori heeft als eerste metissenkind een nieuwe geboorteakte gekregen. Het lot van de Belgische metissenkinderen uit de voormalige kolonie Congo en het mandaatgebied Ruanda-Urundi is jarenlang onderbelicht gebleven. De weggehaalde kinderen van een plaatselijke moeder en een koloniale vader krijgen nu eindelijk bestaansrecht in België. 

Op het gemeentehuis van Wuustwezel heeft Paul Totori, zoon van een Rwandese moeder en een Belgische koloniaal, zijn nieuwe geboorteakte ontvangen. Dat gebeurde in aanwezigheid van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne. Die heeft samen met het College van procureurs-generaal aan een oplossing gewerkt voor de juridische patstelling waarin de metissen zich bevonden. 

Metissen zijn kinderen van een Afrikaanse moeder en een Belgische koloniale vader die geboren werden in de jaren 40 en 50. Ze werden bij hun moeder weggehaald door de Belgische staat, die vond dat de moeders hun kinderen niet goed zouden opvoeden. Blank en zwart moesten toen strikt gescheiden leven. Zo werden de kinderen eerst in plaatselijke missieposten, weeshuizen of opvoedingsinstellingen geplaatst.

Eind jaren 50 kwamen honderden van hen in België in weeshuizen of pleeggezinnen terecht. Hun geboorteakte werd vervalst, ontbrak of werd niet aanvaard door de Belgische overheid. Dat leidde tot een discriminerende situatie, en veel emotionele en administratieve problemen voor die mensen, die intussen de 70 voorbij zijn.

Nieuwe procedure

België heeft de plicht om de gevolgen van de discriminatie recht te zetten. Maar het opmaken van een geboorteakte kan alleen door een gemeentelijke overheid gebeuren. Daar is een vonnis van de familierechtbank voor nodig. "Het kan niet dat de metissen zelf moeten procederen tegen de staat, die de verantwoordelijkheid draagt voor het ontbreken van die geboorteaktes", zegt minister Van Quickenborne. Hij heeft samen met de metissenverenigingen en het College van procureurs-generaal een juridische procedure uitgewerkt die de zaken vlotter laat verlopen. 

Als de metissen een geboorteakte opvragen in een gemeente, en die ontbreekt, dan moet de gemeente het openbaar ministerie inlichten. Dat treedt dan op namens de maatschappij, in de familierechtbank. Na het vonnis maakt de burgerdienst van de gemeente een nieuwe akte op. Sinds de minister hierover een omzendbrief heeft geschreven, zijn al 13 procedures opgestart. 

Deze mensen werden gediscrimineerd en gestigmatiseerd. De Belgische staat is verantwoordelijk voor het ontbreken van de geboorteakten en moet dit oplossen 

Vandaag heeft dus het eerste metissenkind zijn nieuwe geboorteakte gekregen. Paul Totori noemt het een heuglijke dag voor hemzelf, zijn familie en de gemeenschap van metissen van Rwanda en Burundi. "Ik besta! eindelijk, ook officieel! Op de keper beschouwd, toch hilarisch, dat ik mijn eigen geboorte bewust kan meemaken."

Het lot van de metissenkinderen werd lange tijd onder de mat geschoven. Naar aanleiding van gerechtelijke acties van eigen verenigingen en onder impuls van onder meer de bekroonde Canvasreeksen "Kinderen van de kolonie" en recent nog "Metissen van België", werden een aantal politieke en juridische stappen gezet. In 2017 excuseerde de Antwerpse bisschop Johan Bonny zich namens de Belgische bisschoppen tijdens een colloquium in de Senaat. Er werd een resolutie goedgekeurd in het parlement en in 2019 bood ook toenmalig premier Charles Michel (MR) excuses aan in het parlement.  Deze juridische procedure van minister Vincent Van Quickenborne en het College van procureurs-generaal is een nieuwe mijlpaal die het lijden van de metissen zou moeten verzachten.  

Meest gelezen