Politie van Hongkong arresteert 20-tal demonstranten bij herdenking van protesten op Tiananmenplein

Op zondag werd in China de 34ste verjaardag herdacht van de pro-democratische protesten op het Tiananmenplein in Peking, de hoofdstad van het land. Op verschillende plaatsen in het land zorgde dat voor wat onrust. In Hongkong, het laatste door China gecontroleerde gebied waar herdenkingen werden gehouden, werden ruim 20 mensen gearresteerd, onder wie ook kunstenaars en activisten.

De demonstranten staken er het licht van hun smartphone aan of droegen een theelichtje, een vorm van stil protest om de slachtoffers te herdenken. Volgens de politie werden ze gearresteerd "omdat ze de goede vrede verstoorden". In de Chinese hoofdstad Peking, waar het Tiananmenplein ligt, werd de controle rond de plaats aangescherpt. 

In 1989 vormde het plein het epicentrum van protesten door studenten, die de dood van de voormalige Communistische Partijleider Hu Yaobang aangrepen om politieke en economische hervormingen te eisen. Wekenlang werd op het plein gedemonstreerd en steeds meer andere groepen van de samenleving sloten zich bij de studenten aan. De roep om democratische hervormingen klonk steeds luider.

Op 3 en 4 juni escaleerde de situatie. De Chinese regering besloot om de protesten met harde hand neer te slaan. Het leger en paramilitaire troepen werden ingezet en openden het vuur op de demonstranten. Veel demonstranten raakten gewond of kwamen om het leven. Tot op vandaag zijn de exacte aantallen doden echter niet bekend. Ze variëren afhankelijk van de bronnen, maar schattingen lopen uiteen van enkele honderden tot mogelijk duizenden slachtoffers.

Na de bloedige afloop van de protesten, werden duizenden mensen gearresteerd en vonden er zuiveringen plaats bij mensen die werden beschouwd als medeplichtig bij de demonstraties. De Chinese overheid heeft sindsdien herhaaldelijk geprobeerd de gebeurtenissen van 1989 te censureren en te verdoezelen, waardoor het onderwerp in China zelf grotendeels taboe is geworden.