AFP or licensors

Draagt Tunesië met een referendum de "laatste Arabische democratie" ten grave?

In Tunesië kunnen de inwoners vandaag in een referendum stemmen over een nieuwe grondwet. Die zou -net zoals in de tijd van de dictatuur- opnieuw zo goed als alle macht verschuiven van het parlement naar de president. De facto zou een goedkeuring de machtsgreep van president Kais Saied een jaar geleden wettig maken.

De grondwet is opgesteld door een klein select clubje van academici, maar lijkt op het lijf geschreven van president Kais Saied. Die is in 2019 democratisch verkozen, maar stuurde vorig jaar de premier en het parlement naar huis en regeert sindsdien op eigen houtje.  

De nieuwe grondwet zou die "machtsgreep" van de president wettelijk maken. Het belangrijkste is dat de macht verschuift van het parlement naar de president. Concreet zou die de regering kunnen benoemen en het parlement zou die pas met een tweederdemeerderheid kunnen ten val brengen. De president zou ook wetsvoorstellen kunnen opstellen, ministers en hoge rechters benoemen en het parlement kunnen ontbinden. De president zou ook twee ambtstermijnen van vijf jaar krijgen, maar dat zou langer kunnen worden "als het land in gevaar is". 

BEKIJK - "Het referendum leidt ons naar een dictator die zich niet bekommert om instellingen en ze niet respecteert":

Videospeler inladen...

Als de nieuwe grondwet wordt goedgekeurd, zouden er in december nieuwe parlementsverkiezingen kunnen komen. Het huidige eenkamerparlement zou dan worden aangevuld met een tweede kamer, een "Raad van de Regio's" waarvan de leden verkozen zouden worden door lokale besturen, maar dat blijft voorlopig nog vaag. 

Verwacht wordt dat een meerderheid van de kiezers de nieuwe grondwet zal goedkeuren. Het zal echter vooral uitkijken zijn naar de opkomst. De meeste politieke partijen en de machtige vakbonden hebben opgeroepen om het referendum te boycotten en de voorbije dagen is ook betoogd tegen de nieuwe grondwet.

Niet iedereen is echter tegen de grondwet gekant. De roep om "een sterke leider" was al langer aanwezig, zeker nu de economische crisis toeslaat. President Kais Saied heeft dan ook wel wat aanhang bij een deel van de bevolking. Hij speelt ook graag in op de seculiere en moderne Tunesiërs: zo heeft hij een verwijzing naar de islam uit de grondwet gehaald en benoemde hij eind vorig jaar de geologe Najla Bouden tot  eerste vrouwelijke premier van een Arabisch land. 

De buitenwereld kijkt met argusogen toe: als een relatief grote opkomst groen licht geeft voor de nieuwe grondwet, betonneert dat de macht van president Kais Saied. Als dat niet zo is, duikt het land wellicht in een constitutionele crisis en kan dat leiden tot hernieuwd protest. 

Tunesië zit op zwart zaad, maar het Internationaal Muntfonds (IMF) zal wellicht stabiliteit eisen vooraleer met noodkredieten over de brug te komen. President Saied gokt dat hij die stabiliteit kan verzekeren, maar als dat niet zo is en hij de economische crisis niet onder controle krijgt, zal zijn regime ook met die nieuwe grondwet zwaar onder druk komen. 

In 2015 kreeg een "kwartet" van vier Tunesische organisaties de Nobelprijs voor de Vrede wegens hun inspanningen voor de democratie in het land: de vakbond UGGT, de werkgeversorganisatie Utica, de lokale mensenrechtenliga en de Tunesische orde van advocaten. 

Valt de "laatste democratie"?

De nieuwe grondwet schroeft de huidige van 2014 terug. Die werd opgesteld na de opstand tegen de dictatuur van president Zine El Abidine Ben Ali in 2011 en verschoof toen de macht van de president naar het parlement.

Gezien de grote bevoegdheden die huidig president Kais Saied krijgt, spreken velen in Tunesië van het einde van een democratisch experiment en de terugkeer naar een sterk presidentieel -of zelfs dictatoriaal- regime dat de politiek en justitie onder controle van president Saied zou stellen.

Een jaar geleden schoof president Kais Saied de regering en het parlement opzij.
Copyright 2021 The Associated Press. All rights reserved

Tunesië was het eerste land in de regio waar een succesvolle opstand een dictator kon verjagen en leek een voorbeeld voor de Arabische Lente in andere landen. In de meeste van die landen heeft dat volksprotest niet tot blijvende democratie geleid, maar in Tunesië leek dat lange tijd wel het geval. 

Bij veel Tunesiërs is er nu heel wat teleurstelling over die democratie. Het gehakketak tussen de politieke partijen leidde niet tot efficiënt bestuur, het wanbeleid en de corruptie tierden even welig als onder de dictatuur en de economie boert erg slecht. De coronacrisis heeft het toerisme onderuit gehaald, de munt verliest gestaag waarde en de inflatie swingt de pan uit, zeker nu de prijzen voor voedsel en brandstof door het dak gaan. 

Tunesië telt net geen 12 miljoen inwoners en geldt als een relatief stabiel en ontwikkeld land in Noord-Afrika. Het land ligt strategisch vlak bij het Italiaanse eiland Sicilië op het smalste punt van de Middellandse Zee, iets wat de oude beschaving van Carthago indertijd niet ontgaan is. 

Meer dan 70 procent van de economie is gericht op de Europese Unie met wie Tunesië nauwe handelsverdragen heeft gesloten. Toerisme was lange tijd een groot onderdeel daarvan, maar dat is verminderd door enkele terreuraanslagen en de coronacrisis. Daarnaast voert Tunesië ook landbouwproducten, textiel en machines uit.

Meest gelezen