Geen nieuwe leerstof, geen examens en "zomer is zomer": waarom is het schooljaar anders over de taalgrens?

“Zolang de leerlingen niet naar school gaan, wordt er geen nieuwe leerstof gegeven.” Dat is de stelregel die de Franstalige minister van Onderwijs Caroline Désir (PS) hanteert. Een heel ander geluid dan bij haar Vlaamse collega Ben Weyts (N-VA), want in Vlaanderen wordt vanaf vandaag nieuwe leerstof gegeven via “aanlooplessen”. Waarom verschilt de Franstalige aanpak, en gaat dat botsen als er een beslissing moet komen over de opening van de scholen? 

“Er wordt gekozen voor een vorm van ‘preteaching’ (aanlooplessen, red.) waarbij de leerstof twee keer aangeboden wordt aan alle leerlingen: een eerste keer via het afstandsonderwijs, en een tweede keer wanneer de lessen op school hervatten.” 

Die beslissing van Onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) kregen de Vlaamse scholen ruim twee weken geleden te horen. En vandaag is dan ook het moment: leerlingen krijgen opnieuw écht les, met nieuwe leerstof, maar dan voor de meesten van thuis uit.

De richtlijn is om dat maximaal vier uur per dag te doen, en de ouders maximaal twee uur per week te belasten, al wordt eraan getwijfeld of dat wel voor iedereen haalbaar is. 

Geen nieuwe leerstof

Aan de andere kant van de taalgrens ziet de ochtend er helemaal anders uit. Daar herneemt de regeling gewoon zoals voor de paasvakantie, en staan er enkel “révisions” of "herhalingen" op het programma. 

“We geven geen nieuwe leerstof, behalve misschien in de derde graad, dat beslissen we vandaag”, zegt Jean-François Mahieu, woordvoerder van de Franstalige minister van Onderwijs. Pas als de scholen opnieuw open gaan, kan van dat principe worden afgeweken. 

Caroline Désir (PS), de Franstalige onderwijscollega van Ben Weyts (N-VA)

Geen examens

Maar dan nog zullen er op het einde van het jaar geen examens worden afgenomen. “Nergens, ook niet in het laatste middelbaar”, zegt Mahieu. Ook de vaste proeven in het Franstalig onderwijs op het einde van de lagere school, na het tweede middelbaar en aan het einde van het middelbaar worden geschorst.  

Volgens hen is het aan de klassenraden om te beslissen of leerlingen mogen overgaan. “Zij kennen hun leerlingen het best”, klinkt het. Daarvoor zal de Franstalige minister een lijst met richtlijnen opstellen, waarop de scholen zich kunnen baseren, “om uiteenlopende regels te vermijden”. 

Zomer is zomer

“Het schooljaar eindigt zoals anders.” Ook daarover zijn ze voorbij de taalgrens heel stellig - maar wijken ze af van Vlaanderen. Als sommige scholen terug open gaan, zal er maximaal tot 26 juni worden lesgegeven. De klassenraden kunnen daarna hun oordeel vellen, maar dat moet voor 30 juni.

Weyts suggereerde zaterdag daarentegen om deliberaties en proclamaties ook nog na 30 juni te kunnen inplannen, al duwden de vakbonden meteen op de rem. Ook voormalig minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) vond zo'n verlenging gisteren “voorbarig”. 

En dan zijn er nog de “vrijwillige zomerscholen” voor leerlingen met een leerachterstand, die Weyts voorstelt. “Doen we niet”, klinkt het resoluut aan Franstalige zijde. Zij blijven dus netjes van de zomer af.

Excellentie tegenover “égalité”?

Het valt niet te verbazen dat de N-VA-gedreven aanpak verschilt van die van de PS aan Franstalige zijde. Weyts laat het niet na om te wijzen op zijn bezorgdheid voor de “onderwijskwaliteit”, terwijl op het Franstalige kabinet consequent het woord “égalité” of “gelijkheid” valt. 

“We kiezen ervoor om geen nieuwe leerstof te geven, om zo geen leerlingen achter te stellen met een moeilijke thuissituatie of andere problemen”, zegt Mahieu. “Ook wij zijn bezorgd om pedagogie, maar nu komt gezondheid op de eerste plaats.”

We kiezen ervoor om geen nieuwe leerstof te geven, om zo geen leerlingen achter te stellen met een moeilijke thuissituatie of andere problemen

Jean-François Mahieu, woordvoerder Franstalige minister van Onderwijs

Anderzijds kondigde ook Weyts al meermaals aan dat er duizenden laptops zouden worden geleverd aan leerlingen die thuis minder toegang hebben tot digitale kanalen, bijvoorbeeld omdat een gezin het minder breed heeft. 

Volgens de website van Digital For Youth, de organisatie die het project organiseert, zijn er echter nog geen 2.000 laptops van de 20.000 gezochte laptops bij hen vertrokken. 

“De zaken omdraaien”

Dan is het nog maar de vraag hoe er een gezamenlijke openingsdatum voor de scholen in heel het land kan worden gevonden. Nadat de Veiligheidsraad vorige week de beslissing voor zich uit duwde, wil Vlaanderen deze week zélf een voorstel doen. En Weyts zegt dat voorstel ook te willen delen met zijn collega’s van de Duitstalige en Franstalige gemeenschap.

Maar hoe dat wordt aangepakt, daarover zijn de landsdelen het dan weer helemaal oneens. “Ik stel voor dat we de zaken omdraaien, en dat wij vanuit het onderwijs zelf een concreet voorstel doen”, zei Weyts, die dus eerst de bonden en koepels zal spreken, en pas dan de experts.

“Zo hebben we ook niet voor dat de Veiligheidsraad een beslissing neemt die absoluut niet wordt gedragen door de sector”, verwees hij naar de communicatieblunder rond de woonzorgcentra. 

“Minister is geen arts”

“De onderwijsminister is geen arts, en gezondheid is een federale bevoegdheid”, klinkt het aan Franstalige zijde. Over de suggesties die je aan Vlaamse kant hoort - afzonderlijke speeltijden, gehalveerde klassen, eerst de lagere scholen openen - willen de Franstaligen zich resoluut niet uitspreken.

De onderwijsminister is geen arts, en gezondheid is een federale bevoegdheid

Jean-François Mahieu, woordvoerder Franstalige minister van Onderwijs

“Die beslissing is aan de exit-groep (de groep die bekijkt hoe we de maatregelen in verschillende sectoren kunnen versoepelen, onder leiding van dokter Erika Vlieghe, red.)”, zegt Mahieu. Voor de Franstaligen zijn de experts dus eerst aan zet, al wordt er gesust: "Ook voor ons is coördinatie op het federale niveau belangrijk."

Ook de minister-president van de Franstalige gemeenschap, Pierre-Yves Jeholet (MR), wil vermijden dat verschillende regio's in verspreide slagorde maatregelen nemen. "Het ergste zou zijn niet in de drie gemeenschappen te herbeginnen”, klinkt het daar. 

Brusselse botsing?

En dan nog dit. Volksgezondheid is een federale bevoegdheid, onderwijs zit bij de gemeenschappen. Dat komt onvermijdelijk in Brussel bijeen, waar de VGC voor Nederlandstaligen en de COCOF voor de Franstaligen verantwoordelijk zijn voor onderwijs. Zullen Nederlandstalige kinderen dan eerder naar school moeten dan hun Franstalige vriendjes, of omgekeerd? 

Daarvoor zijn alle ogen gericht op de Veiligheidsraad, die op vrijdag opnieuw bijeenkomt. Daar moet een beslissing vallen over kleinere festivals, eventueel ook zomerreizen, en misschien ook over de scholen. Tenminste, als de plooien tussen de gemeenschappen tegen dan zijn gladgestreken. Gisteren was alvast te horen dat het overleg over de openingsdatum met de koepels en de vakbonden in Vlaanderen eerst wordt opgestart, voor er met de Franstaligen wordt gesproken.

Meest gelezen