BELGA

Minstens 41,7 miljoen euro: het proces over de aanslagen wordt niet alleen het grootste, maar ook het duurste proces ooit

Het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 wordt met voorsprong het duurste proces ooit in ons land. Volgens de Federale Overheidsdienst Justitie zal het proces de overheid minstens 35,5 miljoen euro kosten. VRT NWS maakte zelf de berekening en stelt vast dat dit de minimuminschatting is. Bovendien moeten daar nog de kosten van politie en pro-Deoadvocaten aan toegevoegd worden, die niet gedragen worden door de FOD Justitie. Dat brengt het totaal op minstens 41,7 miljoen euro. Een poging tot berekening.

Het proces over de aanslagen, dat maandag effectief start, wordt de grootste strafzaak die ooit in ons land gevoerd is. Daar hangt ook een prijskaartje aan vast. Een assisenprocedure is sowieso al duurder dan een gewone strafzaak, en dat is zeker zo voor dit proces dat zonder meer historisch genoemd mag worden.

Over de zin en onzin van assisenzaken is al veel inkt gevloeid. Maar in die discussie komt het economisch argument nauwelijks ter sprake. Dat is merkwaardig. Minstens even merkwaardig is het gegeven dat dit nog maar eenmaal onderzocht werd. Gewezen voorzitter van het Brusselse (en Gentse) hof van beroep Antoon Boyen berekende in 2015 dat een hof van assisen vijf keer duurder is dan een gewone strafzaak. Hij kwam toen uit op een gemiddelde prijs van 58.664 euro, terwijl een gewone strafzaak 12.588 euro kost.

Wat het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 de gemeenschap precies zal kosten, zal later pas blijken. De FOD Justitie laat weten dat ze alvast een bedrag van minstens 35,5 miljoen euro voorziet. VRT NWS deed zelf een poging om een schatting te maken van het volledige proces. Door een paar zaken op een rij te zetten, kunnen we een orde van grootte bepalen. In onze berekeningen gingen we uit van minimale schattingen.

Wat maakt een assisenprocedure zo'n bijzondere procedure? Niet gewone magistraten oordelen, wel lekenrechters: mensen zoals u en ik. Vandaar ook de naam 'volksrechtspraak'. Bovendien wordt het hele onderzoek op de zitting overgedaan: alle politiemensen en deskundigen komen er hun bevindingen uitleggen. Daardoor duurt het ook langer dan een normale strafzaak.

Hoelang zal het proces duren? Voor onze berekeningen gaan we ervan uit dat het proces in totaal zeven maanden zal duren. Dat is de minimumschatting die de FOD Justitie ook maakt. We tellen dus 28 zittingsweken (7 maanden van telkens 4 weken) aan 4 dagen per week, wat een totaal van 112 dagen maakt.

1. De infrastructuur: 30.723.000 euro

De grootste kost gaat naar de infrastructuur die voorzien wordt voor het proces. Zoals bekend zal het proces niet doorgaan in het Brusselse Justitiepaleis, maar wel in de speciaal hiervoor omgevormde gebouwen van de oude NATO-site in Evere. Die opdracht werd gegund aan een consortium rondom Fabricom, een dochteronderneming van Engie, voor een bedrag van 24.177.000 euro.

Daarin zitten onder meer de kost voor verbouwingswerken en meubilair, maar ook voor bijvoorbeeld de audiovisuele systemen, ICT, signalisatie, beveiligingsinfrastructuur, beheer van technische installaties, onthaal, basisbewaking, catering, schoonmaak en afvalbeheer. Volledigheidshalve moet daarbij wel gezegd worden dat deze gebouwen ook later nog voor andere megaprocessen gebruikt kunnen worden.

Extra kosten door uitstel proces

Ook de initiële kost van de veelbesproken glazen boxen voor de beklaagden zat in het bestek van de overheidsopdracht. Na protest van de advocaten van de beklaagden werden deze ongeschikt bevonden. De afbraak en heropbouw van een nieuwe grote, gezamenlijke box zorgt voor een extra kost van 235.000 euro.

Bovendien werd het proces eerder al uitgesteld als gevolg van de covidpandemie, wat ook leidde tot een meerkost van 3.384.000 euro. Tel daarbij nog het voorzien van webradio (1.149.000 euro) en de begrote bedragen voor elektriciteit (1.230.000 euro), stookkosten (544.000 euro) en water (4.000 euro), en we komen uit op een totale infrastructuurkost van 30.723.000 euro.

2. De gerechtskosten: 4.812.000 euro

Het assisenproces zal voorgezeten worden door drie beroepsmagistraten, aangevuld met evenveel reservemagistraten. Daarbij komen ook nog de griffier en de mensen van het openbaar ministerie. Maar dit zijn allemaal professionelen. Mochten ze niet werken in deze zaak, zouden ze met andere dossiers bezig zijn. Hun loonkost loopt dus gewoon door. Om die reden beschouwen we dit niet als een extra kost. Evident heeft hun werk impact op de andere dossiers (die blijven liggen), maar dat is een andere discussie.

Wel een zware gerechtskost is de loonkost van de lekenrechters, die speciaal voor dit proces worden aangeduid. Voor die volksjury werden gisteren 12 effectieve en 24 plaatsvervangende leden geloot. Tijdens het proces neemt de FOD Justitie de loonkost voor deze personen over. De FOD gaat ervan uit dat dit zo'n 1.150.000 euro zal kosten.

Vertaling in acht talen

Een andere grote kostenpost is de vertaling. De voertaal van het proces is Frans, maar alle betrokken partijen, zowel beschuldigden als slachtoffers, hebben het recht om het proces in zijn of haar eigen taal te volgen. Daarom zijn er op het proces cabines voorzien waarin tolken simultaan zullen vertalen. Omwille van de vele buitenlandse slachtoffers zal dat gebeuren in zeker acht talen. De FOD Justitie begroot deze kost op 2.062.000 euro.

Voorts wordt er ook voorzien in verplaatsingsvergoedingen voor juryleden en getuigen. De getuigen krijgen ook een forfaitaire vergoeding, de juryleden een dagvergoeding en maaltijden. Ook de bodes of deurwaarders (vaak gepensioneerden), die meehelpen bij de praktische organisatie van het proces, worden vergoed.

Tot slot betaalt de FOD Justitie ook de dagvaardingskosten. Ze voorziet ook in overnachting voor het hele hof tijdens het beraad: aan het einde van het assisenproces worden de juryleden en magistraten geïsoleerd van de samenleving en trekken zij zich terug om in alle rust en zonder mogelijke beïnvloeding van buitenaf te komen tot een antwoord op alle vragen en een eindoordeel.

Voor al deze bijkomende kosten voorziet de FOD Justitie zo'n 1,6 miljoen euro. Als we dat optellen bij de loonkosten voor de tolken en de juryleden brengt dat de gerechtskosten op 4.812.000 euro. Daaraan moet nog één kleine kost toegevoegd worden: die voor de organisatie van een navette tussen het Brussels Justitiepaleis en Justitia. De FOD Justitie huurt hiervoor een minibus en betaalt daarvoor 15.000 euro.

3. De advocaten: 1.500.000 euro

Veruit de meeste advocaten zullen vergoed worden door hun cliënt of diens rechtsbijstandsverzekering. Daar draagt de gemeenschap in principe niet aan bij. Toch zijn er hierop uitzonderingen. Zo zijn sommige rechtsbijstandsverzekeringen geplafonneerd. Het kan zijn dat die slachtoffers deels een beroep doen op hun rechtsbijstandsverzekering en deels op het pro-Deosysteem.

Dat laatste geldt zeker voor de tien (eigenlijk negen) beschuldigden die terechtstaan. Zij kunnen in principe allemaal twee gratis advocaten toegewezen krijgen via de pro-Deoregeling (dat geldt voor alle beschuldigden die terechtstaan voor een hof van assisen in België). De advocaten die pro Deo werken, worden betaald vanuit een afzonderlijk fonds van de overheid.

Het pro-Deosysteem werkt met punten: voor een bepaalde opdracht wordt een aantal punten toegekend. De details van de (ingewikkelde) berekening om tot dat precieze aantal punten te komen besparen we u. Duidelijk is wel dat de waarde van een punt recent verhoogd werd tot 81,23 euro. Een pro-Deoadvocaat mag ook automatisch twintig procent forfaitaire kost aanrekenen plus verplaatsingskosten.

Het is moeilijk om een precieze inschatting te maken van deze kostenpost, omdat er nog veel onbekende factoren zijn. Zo is het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoeveel slachtoffers (deels) beroep zullen doen op het pro-Deosysteem. Maar uit welingelichte bronnen vernemen we dat een bedrag van 1.500.000 euro realistisch genoemd kan worden.

4. Inzet van politie: 4.762.200 euro

Ook de kosten voor de inzet van politie, voor de beveiliging tijdens het proces, zitten niet in de ramingen van de FOD Justitie, eenvoudigweg omdat deze kost niet door hen betaald wordt, maar door de FOD Binnenlandse Zaken. Om een inschatting te kunnen maken van deze kost, doen we zelf een berekening.

De politie zal dagelijks 200 à 250 personen inzetten voor het proces. Exacte cijfers geeft men om veiligheidsredenen niet. Wij kiezen voor het midden en tellen aan 225 politiemensen. Het brutoloon van een politieagent is, orde van grootte, 4.300 euro per maand. Per dag is dat 187 euro. Als we uitgaan van 225 politiemensen die 112 dagen ingezet worden aan 189 euro per dag, komen we uit op 4.762.200 euro.

Dit is een minimale schatting, want we rekenen geen overuren en de politie zal bijvoorbeeld ook speciale eenheden inzetten die meer verdienen dan een gemiddelde agent. Naast het loon is er bovendien ook de inzet van bijzonder materiaal, zoals bijvoorbeeld een helikopter, maar om veiligheidsredenen geeft de politie hierover geen detailinformatie.

Omdat het niet tot het dagelijkse takenpakket van de politie hoort om dit soort processen te begeleiden, rekenen we het werk van de politie wel aan, in tegenstelling tot dat van de magistraten (zie hierboven).

Totaal: 41.797.200 euro

Als we de kosten voor justitie én politie optellen, komen we voorlopig uit op een vermoedelijk totaal van 41.797.200 euro. Dit is een minimuminschatting. Met andere woorden: het proces zal allicht minstens 41,7 miljoen euro kosten. Let wel, deze raming heeft enkel betrekking op het proces zelf. De kost van het onderzoek is hierin niet verwerkt.

Hoe dan ook wordt het proces over de aanslagen met een straatlengte voorsprong het duurste proces ooit in de Belgische rechtsgeschiedenis. Het vorige record dateert van 2008-2009 toen Marcel Habran, beter bekend als de peetvader van de Luikse maffia, terechtstond. Dat proces duurde een half jaar en de kost ervan werd geschat op zo'n 5 miljoen euro. De salariskost voor politieagenten bedroeg tijdens dat proces zo'n 1,7 miljoen euro.

Wat met beroep of onvoorziene omstandigheden?

De uitspraak van een hof van assisen is wat ze is: definitief. Er is weliswaar de mogelijkheid om naar het Hof van Cassatie te gaan, maar er is geen beroep mogelijk. Het proces zal met andere woorden in principe slechts één keer gevoerd worden.

Anderzijds: stel dat ondanks alle reservemagistraten, er toch iets grondig fout zou lopen waardoor men opnieuw een nieuw professioneel magistraat of een nieuwe lekenrechter zou moeten zoeken, dan moet het proces vanaf dag één overgedaan worden. Een rechter moet immers kunnen oordelen op basis van het volledig proces.

Meest gelezen