Een andere vorm van inbraakpreventie

Louis Van Dievel, schrijver en journalist, kijkt elke week met een guitige blik naar de kleine en grote actualiteit. Vandaag: om het aantal woninginbraken te verminderen, heeft de stad Genk voor één dag een ex-inbreker ingehuurd. De anti-inbraaktips voerden Louis Van Dievel terug in de tijd en herinnerden hem aan zijn afkeer van Buurtinformatienetwerken.

opinie
Louis Van Dievel
Louis Van Dievel is schrijver en was journalist bij VRT NWS.

Ik kan u vertellen dat ik eenmaal slachtoffer ben geweest van een inbraak en één keer niet. De ene keer hadden jonge schoffies het glas van de deur ingeslagen terwijl we in het dorp een koffie waren gaan drinken en de kip op een zacht vuur stond te stoven. Er was niets kostbaars in huis. Ze namen een zaklamp mee en cd’s en een radio en nog wat prullen. Ik kreeg later (bijna) alles terug. Maar het gaf een schok, die schending van de woonst. Amai. De tweede keer was er in vrijwel alle huizen van de buurt ingebroken behalve bij ons, wat ons heel verdacht maakte, zo bleek. 

Sheriff in spe

Na die tweede keer kwam er een buurtbewoner bij iedereen aanbellen met het plan om een zogenoemd BIN of Buurtinformatienetwerk op te richten. De man woonde amper honderd meter verder maar had mij nog nooit gegroet of nog maar in mijn richting geknikt. Ik wel, ik groette uit principe iedereen die in de buurt woonde. De bezoeker klonk bovendien veel te “trigger happy” naar mijn zin. 

Als een gemankeerde politieagent somde hij op wat we allemaal moesten en zouden doen, van zodra er een verdacht individu in de buurt verscheen. Ik vroeg hem wat dat was, een verdacht individu. Een “vreemde”, antwoordde de man zonder aarzelen. En wat een “vreemde” was, wist ik zelf maar al te goed, voegde hij er wat cynisch aan toe. Wij stonden in de straat als “Gutmenschen” bekend, vandaar. Uiteraard zou de politie gebeld worden, vervolgde de sheriff in spe, maar in afwachting daarvan zouden we de verdachte “vreemde” samen in bedwang kunnen houden. En zo.

Ik zei hem dat we niet zouden meedoen, waarna de initiatiefnemer nijdig grommelend heenging. Het BIN kwam er, onder toezicht van de gemeentepolitie, maar wij deden niet mee.

Kan ik u misschien helpen?

Waarom niet? vroeg een buurman met wie ik wél geregeld een praatje sloeg. Ik zei dat ik een ander idee had over buurtschap. Dat ik het wilde weten als er iemand ernstig ziek was of in rouw. Dat ik graag boodschappen wilde doen voor wie slecht ter been was. Dat ik zonder een spoor van ongeduld te vertonen wilde luisteren naar verhalen over vroeger. Dat ik wilde bemiddelen tussen de buren en de luidruchtige scouts.

Dat ik mee de gemeente wilde aanspreken over het wildparkeren in onze smalle, doodlopende straat. Dat ik wandelaars die hun hond in onze voortuinen lieten kakken zou terechtwijzen. Dat ik mijn gracht zou proper houden tegen de ratten. Dat ik zou signaleren als er ergens een sleutel op een deur was blijven zitten. Of een ladder tegen een muur stond. 

Dat ik wel degelijk wilde uitkijken naar en opletten voor rare kwasten in de buurt. Dat ik die zou aanspreken met de woorden die daarvoor lijken te zijn uitgevonden: “Kan ik misschien helpen?” Maar dat ik niet voor politieagent wilde spelen. Laat staan dat ik aan een soort van burgerwacht wilde meewerken.

“Bij u hebben ze niet ingebroken hé,” beëindigde deze buur op licht verwijtende toon ons gesprek. Ik had daar begrip voor. Maar ik bleef bij mijn standpunt. We werden ook niet de paria’s van de buurt, voor alle duidelijkheid. Toen we daar vertrokken (moesten vertrekken) kwam iedereen koffiedrinken en taart eten.

De haag scheren

Het moet zijn dat het gemeentelijk bord dat “ons” Buurtinformatienetwerk aankondigde een afschrikwekkend effect had op kandidaat-inbrekers, want er is jarenlang niets meer van betekenis voorgevallen.
“Gij profiteert daar wel mee van,” kreeg ik wel eens te horen.
“Hoe is het met Angeline/Jaak/Jos/Marleen/René/Ria/Mon/Nora?” vroeg ik dan op mijn beurt.
Waarna ik in detail te horen kreeg hoe het met de betrokkenen gesteld was, alsmede met hun kinderen en kleinkinderen.
En de suggestie kreeg om toch eens onze haag te scheren, want dat was toch geen gezicht meer.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen