Rechter verwerpt miljoenenschikking van Harvey Weinstein: "Oneerlijke nepschikking"
Een Amerikaanse rechter heeft een schikkingsvoorstel van voormalig filmproducent Harvey Weinstein verworpen dat bestemd was voor vrouwen die zeggen dat ze door hem zijn misbruikt. De miljoenenschikking had een einde kunnen maken aan een burgerlijke rechtszaak over seksueel misbruik, maar volgens de rechter gaat het om een "nepschikking".
De schikking via een fonds van 18,9 miljoen dollar (16,5 miljoen euro) werd goedgekeurd door twee rechters: de rechter die toezicht houdt op de vereffening van de Weinstein Company, het filmbedrijf van Harvey Weinstein en zijn broer Robert, en een federale rechter in New York.
Als de schikking bekrachtigd zou worden, zou dat het einde betekenen van twee burgerlijke rechtszaken tegen Weinstein. De ene was aangespannen tegen Harvey en Robert Weinstein en hun gezamenlijke filmbedrijf. In de andere rechtszaak werd Harvey Weinstein door negen vrouwen beschuldigd van seksueel misbruik en intimidatie. In tegenstelling tot verkrachting, waarvoor Weinstein eerder werd veroordeeld, zijn dat feiten die niet strafrechtelijk kunnen worden vervolgd, maar waarvoor via de burgerlijke rechtbank wel een schadevergoeding kan worden afgedwongen.
Met de schikking hoopte Weinstein de rechtszaken echter af te kopen. Volgens het voorstel zouden de slachtoffers ieder recht hebben op een bedrag tussen 7.500 en 750.000 dollar (6.682 tot 668.194 euro). Ze zouden zo "eindelijk een vorm van gerechtigheid krijgen", schreef de procureur-generaal die de schikking eerder goedkeurde.
"Volledige uitverkoop"
Maar zes van de negen vrouwen die Weinstein beschuldigden, konden zich absoluut niet vinden in de voorgestelde schikking. Hun advocaten hadden het over "een volledige uitverkoop" en "een wrede grap".
In de praktijk zouden de meeste vrouwen waarschijnlijk hooguit 10.000 tot 20.000 dollar krijgen, voerden de advocaten aan, en zou hen het recht worden ontzegd om voor de rechtbank vorderingen in te dienen tegen Weinstein en anderen.
De rechter in New York was het met hen eens en noemde het voorlopige voorstel van 18,9 miljoen dollar een "nepschikking" en "oneerlijk".
De zaak-Weinstein sleept al een hele tijd aan. De bal ging aan het rollen in oktober 2017, toen verschillende actrices en ex-medewerksters de voormalige machtige filmproducer beschuldigden van seksueel grensoverschrijdend gedrag, verkrachting en intimidatie. De zaak deed Hollywood op zijn grondvesten daveren en bracht wereldwijd de #MeToo-beweging in een stroomversnelling. Harvey Weinstein werd eerder dit jaar schuldig bevonden aan verkrachting van en seksueel geweld tegen twee vrouwen. Hij werd veroordeeld tot 23 jaar gevangenisstraf.