Het is nu officieel: u moet (tegen 2030) werken tot uw 67e

Momenteel is de officiële leeftijd om met pensioen te gaan 65 jaar. Over tien jaar wordt die leeftijd opgetrokken tot 66 jaar, om zo in 2030 te stranden op 67 jaar. In de praktijk zal dat vooral van belang zijn voor mensen die laat zijn begonnen met werken. Het aantal jaren dienst speelt namelijk ook een rol voor de pensioenleeftijd.

Die nieuwe officiële pensioenleeftijd zal bovendien ook niet voor iedereen gelden. Net als nu blijven er uitzonderingen voor zware beroepen. Het pas opgerichte nationaal pensioencomité krijgt als eerste taak het opsommen van die beroepen.

Daarnaast blijft het ook -alweer zoals vandaag de dag- mogelijk om met vervroegd pensioen te gaan, zij het ook hier wat later. Waar drie jaar geleden nog op 60 jaar met vervroegd pensioen kon worden gegaan met 35 dienstjaren op de teller, moet je dit jaar al 61,5 jaar zijn en veertig jaar hebben gewerkt.

Zo komt er elk jaar een beetje bij tot 2019. Dan zal het uiteindelijk mogelijk zijn om op 63 jaar met vervoegd pensioen te gaan, op voorwaarde dat je 42 jaar hebt gewerkt. Wie op heel jonge leeftijd aan de slag is gegaan, zal dus nog steeds op 60 of 61 jaar kunnen stoppen.

Op welke leeftijd kon of kunt u in welk jaar met pensioen? En hoeveel jaar moest of moet u daarvoor gewerkt hebben? Een overzicht.

De leeftijd om als weduwe of weduwnaar een overlevingspensioen te krijgen wordt geleidelijk opgetrokken. Momenteel kan dat op 50 jaar, tegen 2030 kan dat pas op 55 jaar.

De federale regering heeft vandaag de opgetrokken pensioenleeftijd goedgekeurd. Maandag wordt het officieel bekrachtigd.

De vakbonden zijn niet te spreken over de beslissing van de regering. Vooral dat de beslissing werd genomen zonder sociaal overleg stoot tegen de borst.

"Het dossier van de pensioenhervorming moet globaal bekeken worden binnen het nationaal pensioencomité, dat nog niet van start is gegaan", zegt Anne Leonard van ACV aan VRT Nieuws. "De pensioenleeftijd is maar één element van het dossier. Het gaat ook over de financiering van de sociale zekerheid, jobcreatie voor jongeren en begeleiding van oudere werknemers."

Volgens het ABVV stelt de regering hen voor een voldongen feit. Bovendien hebben de parlementsleden voor zichzelf wel een goede regeling bedongen, zegt Jef Maes. "Voor nieuwe parlementsleden ligt de pensioenleeftijd op 63, maar voor zij die er al inzaten voor de vorige verkiezingen kunnen op hun 55e op pensioen gaan met twintig jaar loopbaan op de teller."