50 jaar geleden daverde Oostduinkerke
50 jaar geleden, op 10 juni 1969, ontplofte een achtergelaten Britse oorlogsbom aan vakantieoord Westhinder in Oostduinkerke. Zeven duikers-ontmijners van de Belgische Zeemacht (nu de Marine) in Oostende kwamen daarbij om. De bom werd ontdekt tijdens graafwerken aan het domein en de ontmijningsdienst werd erbij gehaald. Maar tijdens de ontmanteling liep het grondig fout. Vijftig jaar later zijn de slachtoffers herdacht.
Werklieden van firma Vos uit Deurne zijn op 9 juni 1969 bezig met het delven van een put om paviljoenen voor vakantiecentrum Zon en Zee te bouwen, net naast camping Westhinder. Ze doen een onverwachtse ontdekking: een oude Britse vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog ligt begraven net buiten die camping. Ze leggen meteen hun werkzaamheden stil en waarschuwen de ontmijningsdienst.
Een dag later, op 10 juni 1969, komen drie duikers-ontmijners van de Belgische Zeemacht in Oostende ter plaatse om de bom onschadelijk te maken. Maar de bom weegt 125 kilo. De drie roepen daarom de hulp in van vier ervaren collega’s, die al sinds de Tweede Wereldoorlog achtergelaten bommen neutraliseren.
Maar tijdens de neutralisatie van de Britse bom loopt het grondig fout. Om 15.10 uur davert Oostduinkerke op zijn grondvesten: de bom ontploft onverwacht en wordt de zeven ervaren ontmijners fataal. De precieze oorzaak van de ontploffing is nog steeds niet duidelijk.
50 jaar later
Theo Ryssens, broer van een van de slachtoffers, herinnert zich de gebeurtenissen van die dag nog glashelder. "Ik keek die avond naar het nieuws en had een naar voorgevoel dat mijn broer Robert bij de slachtoffers was. Ik ben meteen naar de redactie van Gazet van Antwerpen gereden, waar ik werkte, en daar kreeg ik te horen dat hij overleden was." Wat hem vooral bijblijft, is dat zijn broer helemaal niet op die plaats had moeten zijn. “Robert moest inspringen voor een zieke collega. Hij moest dus helemaal niet meegaan."
Op donderdag 6 juni 2019 werden de slachtoffers van het tragische ongeval herdacht met een bloemenhulde ter hoogte van de Sint-Niklaaskerk in Oostduinkerke. Onder de aanwezigen niet alleen familie en vrienden van de slachtoffers, maar ook de gouverneur van West-Vlaanderen en de burgemeester van Koksijde.
In de gemeente zelf is er nog maar weinig te zien van de tragedie die er zich heeft afgespeeld. Alleen een gedenkplaat aan de Sint-Niklaaskerk herinnert de burgers aan de ramp. Ook aan de ingang van de marinebasis van Zeebrugge staat een gedenksteen voor de slachtoffers.
