Het Grondwettelijk Hof is het hoogste rechtsorgaan van het land, maar wat doet die instelling juist?

Het Grondwettelijk Hof heeft een unieke functie in ons land, maar wat doet die instelling nu precies? En klopt het dat al die rechters een politieke kleur hebben? Alles wat u moet weten in 7 vragen.

1. Het Grondwettelijk Hof, wat doet die instelling eigenlijk?

Het Grondwettelijk Hof is het gerechtelijke orgaan dat in ons land als enige bevoegd is om de wetten te toetsen aan de Belgische Grondwet. Dat in tegenstelling tot sommige andere landen, waar ook gewone rechtbanken zich kunnen uitspreken over wetten.

"In ons land heeft men ervoor gekozen om een soort garantie in te bouwen dat áls het werk van de wetgever (het parlement samen met de regering dus, red.) in vraag wordt gesteld, dat enkel bij een gespecialiseerd rechtscollege kan gebeuren", legt professor Toon Moonen uit, grondwetsspecialist aan de universiteit van Gent.

2. Best een machtig rechtscollege dus?

"Het Grondwettelijk Hof kan inderdaad wel wat impact uitoefenen op de democratische besluitvorming in ons land", zegt Moonen. "Al is dat altijd wel relatief bij rechters: zij kunnen nooit zelf een dossier naar zich toetrekken. Maar zij kunnen wel problemen aanwijzen en indien nodig wettelijke regelingen vernietigen."

Het Grondwettelijk Hof kan inderdaad wel wat impact uitoefenen op de democratische besluitvorming in ons land
Professor en grondwetsspecialist Toon Moonen (UGent)

In die zin heeft het Hof de laatste jaren al wel wat symbooldossiers op zijn bord gekregen. Zo was het het Grondwettelijk Hof dat in 2003 oordeelde dat als de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde niet zou worden gesplitst, dat het gelijkheidsbeginsel zou schenden. Lees: dat dan niet iedere burger gelijke rechten en een gelijke behandeling zou krijgen.

Het Grondwettelijk Hof floot twee jaar geleden ook de justitiehervorming terug, waarbij steeds minder misdaden voor het hof van assisen zouden komen. Ook daarbij zouden mensen in dezelfde situatie op een andere manier worden berecht en dat kon niet.

Nog een ander arrest zette in 2011 de beweging naar het eenheidsstatuut - de gelijke behandeling van bedienden en arbeiders - opnieuw op scherp. Het onderscheid tussen beide in de arbeidswetgeving was niet grondwettelijk, stelde het Hof. 

En in 2016 lag ook de politiek gevoelige indexsprong van de regering-Michel daar op tafel, maar de rechters gaven die groen licht.

3. Hoe is het Grondwettelijk Hof samengesteld?

Het Grondwettelijk Hof telt 12 rechters: 6 Nederlandstalige en 6 Franstalige. De helft zijn ook beroepsrechters of specifieke juridische profielen, de andere helft zijn voormalige volksvertegenwoordigers

Allemaal worden ze voorgedragen door afwisselend de Kamer en de Senaat, volgens het zogenaamde systeem-D'Hondt, dat rekening houdt met de actuele krachtsverhoudingen van de politieke partijen. Dus zelfs de beroepsrechters krijgen in die zin een kleurtje mee. 

Het parlement moet de kandidaten met een tweederdemeerderheid goedkeuren.

"Zo volgen de benoemingen de politieke tendensen van de samenleving. Zeker als gevraagd wordt naar de evenredigheid van een maatregel ('zijn de lasten en nadelen voor burgers niet groter dan het algemeen belang?'), kan je politieke filosofie, in de ruime betekenis van het woord, wel van invloed zijn op je oordeel."

"De bedoeling van die politieke samenstelling was aanvankelijk net om het vertrouwen van de wetgever in de instelling te vergroten", zegt Moonen. "Het mocht geen 'ivoren toren'-hof zijn dat geen voeling heeft met de politieke realiteit. Maar dat gezegd zijnde: vanaf de benoeming is een rechter wel volledig onafhankelijk en kunnen partijen dus helemaal niet controleren of die wel een of andere partijlijn volgt."

4. Is dat Hof er altijd al geweest?

Nee, integendeel. Het Arbitragehof, de instelling die uiteindelijk is uitgegroeid tot het Grondwettelijk Hof, werd pas in 1984 uit de grond gestampt, amper 35 jaar geleden dus. 

"De oprichting van het toenmalige Arbitragehof had ook een typisch Belgische aanleiding", weet Moonen. "Er was een instelling nodig, die onafhankelijk moest kunnen oordelen over problemen rond het federalisme (de Belgische staatsvorm met gewesten en gemeenschappen die zich toen volop begon te ontwikkelen, red.). Het Arbitragehof moest dus de bevoegdheidsverdelende regels doen respecteren."

Die taak is door de jaren heen geleidelijk aan verbreed. Zo kan het Grondwettelijk Hof - die naam kreeg de instelling in 2007 - wetten nu ook aan andere delen van de Grondwet toetsen.

(Lees verder onder de foto)

Archiefbeeld ter illustratie.

5. Zo'n belangrijke opdracht en die bestaat nog maar 35 jaar? Dat is toch opmerkelijk, niet?

Professor Moonen beaamt dat. "De Belgische wetgever heeft pas heel laat beslist dat er nood was aan dergelijke rechters. Voordien bestond er veel vertrouwen dat de democratisch verkozen wetgever zijn macht niet op een ongrondwettige wijze zou gebruiken. Dat kwam erop neer dat de wetgever altijd gelijk had. Daar denken we vandaag toch enigszins anders over."

Ons land heeft lang gefunctioneerd zonder toetsing van de wet aan de grondwet, ook zonder dat we daardoor een dictatuur waren

Professor en grondwetsspecialist Toon Moonen (UGent)

"Ons land heeft lang gefunctioneerd zonder toetsing van de wet aan de grondwet, ook zonder dat we daardoor een dictatuur waren", voegt hij toe. "Maar zeker na de Tweede Wereldoorlog is de visie van de meeste Europese landen daarover veranderd. En sinds 1950 was er natuurlijk ook het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waar alle rechters ook kwesties aan konden toetsen."

Dat net de communautaire kwestie in ons land alsnog de oprichting van een Grondwettelijk Hof in gang heeft gestoken, noemt Moonen "opvallend". 

6. Is iedereen vandaag tevreden over hoe het Grondwettelijk Hof functioneert?

De vrees van de politiek was dat er een soort "gouvernement des juges", een schaduwregering bevolkt door rechters, zou ontstaan. "Maar eigenlijk heeft dat Hof uiteindelijk een plaats ingenomen zonder al te veel kritiek te krijgen uit politieke hoek. De wetgever heeft zich de oprichting ervan nog niet beklaagd. Het is niet zo dat het Grondwettelijk Hof onberedeneerd te werk gaat, wat niet wegneemt dat er over individuele dossiers natuurlijk wel wat discussie kan zijn."

De felste kritiek duikt de laatste jaren net op over die politieke samenstelling van het Hof. Vlaams Belang is tegen en ook Jean-Marie Dedecker (LDD) haalde recent nog uit naar "die gerechtelijke politieke poppenkast" en "dat asielcentrum voor uitgerangeerde politici". Ook voormalig Kamerlid en professor grondwettelijk recht Hendrik Vuye sprak in De Standaard over een "een mooie rustplaats voor gewezen politici".

"Van bij de aanvang was er toch wat scepsis over het feit dat de helft van de rechters ex-politici zijn", ziet Moonen. "Gezien de specifieke taak van het Hof lijkt het me persoonlijk niet zo slecht dat er politieke profielen met een overtuigende staat van dienst in aanmerking komen. Alleen kan je je afvragen of die de helft van de rechters moeten uitmaken."

Wie dat wil veranderen, heeft trouwens op z'n minst een tweederde­meerderheid nodig in het federale parlement. Dat zal dus niet zo evident zijn.

(Lees verder onder de foto)

Archiefbeeld ter illustratie.

7. Dus we zullen de komende jaren nog wel meer van die politieke benoemingen zien opduiken in het Grondwettelijk Hof?

Reken daar maar op. Alleen al in deze legislatuur gaan 7 van de 12 rechters op emeritaat om dat ze de pensioenleeftijd van 70 bereikt hebben. Aan Nederlandstalige zijde zou je de komende jaren dus normaal gezien een verschuiving mogen verwachten, bevestigt Moonen.

Nu zie je dat er twee Nederlandstalige rechters van christendemocratische signatuur zijn. De kans is reëel dat CD&V er daar één van zal moeten afstaan

Professor en grondwetsspecialist Toon Moonen (UGent)

"De verkiezingsuitslag is zoals gezegd het uitgangspunt. Daar is altijd wel wat onderhandelingsmarge over en de benoeming is ook onderhevig aan de omstandigheden van het moment. Maar nu zie je bijvoorbeeld dat er twee Nederlandstalige rechters van christendemocratische signatuur zijn. De kans is reëel dat CD&V er daar één van zal moeten afstaan, allicht ten voordele van een kandidaat op voorstel van N-VA."

Meest gelezen