“Let op je taal, meneer Vanneste”

Een leraar die plat dialect spreekt voor de klas, zoals BV Tijs Vanneste in het nieuwe één-programma ‘Meneer Vanneste”? Beter niet, meent lerarenopleider Johan Dewilde. Al zijn er uitzonderingen.

opinie
Johan De Wilde
Johan De Wilde lerarenopleider bij Odisee en voorzitter Velov, de beroepsvereniging van lerarenopleiders in Vlaanderen.

Tijs is consequent. Of hij zich nu tot de kijker, zijn kinderen of zijn leerlingen richt, hij praat Algemeen Kempisch. Wat vooral verrast, is de vanzelfsprekendheid waarmee meneer Vanneste de regel doorbreekt dat een leraar zich in de klas in Standaardnederlands uitdrukt. Bedoeld of onbedoeld serveert de eerste aflevering daarmee discussievoer voor in de leraarskamer en daarbuiten.

Sterk ontwikkelde taalcompetenties zijn voor elke burger essentieel, want taal is het voertuig van ons denken en ons belangrijkste communicatiekanaal. Voor leraren, voor wie het vergroten van het denkvermogen en de communicatievaardigheden van anderen een kernopdracht is, geldt dat in het bijzonder. Elke leraar is een taalleraar en een modeltaalgebruiker.

De stap lijkt klein om hieruit af te leiden dat een volwassene die de onderwijstaal niet tot in de puntjes beheerst geen leraar kan worden. Leraren die heel competent zijn in het Standaardnederlands kunnen immers best het Nederlands van anderstalige kinderen verrijken, de taalvariant die ze het breedst kunnen inzetten en hen meest de sociale ladder opduwt. 

Toch is leraren streng selecteren op hun beheersing van de standaardtaal geen goed idee. Doen we dat wel dan wordt Standaardnederlands ook een vergoelijking van exclusie van potentiële leraren. Anderstalige nieuwkomers kunnen volgens die logica nooit leraar en identificatiefiguur worden waar kinderen die net als zij in een andere taal opgevoed zijn zich kunnen aan optrekken.

De reeks toont dat als je uit het goede hout gesneden bent en ervoor gaat, je je de mooie lerarenstiel eigen kan maken.

In het secundair onderwijs krijgen leerlingen jaarlijks les van een tiental leraren. Als daar iemand bij zou zijn die goed redeneert en communiceert met een sterk Kempisch accent en een andere persoon zou hetzelfde doen in een schools Nederlands met een Arabische klankkleur waar al eens een verkeerd gekozen lidwoord in opduikt, dan is dat geen ramp. 

In de kleuterschool of de OKAN-klas (Onthaalklas anderstalige nieuwkomers) daarentegen, waar de taalverwerving nog centraler staat en de leraar in bepaalde gevallen de enige volwassene is die veel tijd met het kind doorbrengt én er Nederlands mee spreekt, mag ons onderwijs zondermeer veeleisend zijn op taalvlak.

Wat heb je te vertellen?

© VRT

Wie alleen gefixeerd is op tekortkomingen, mist wat mensen in hun mars hebben. Tijs spreekt de leerlingen aan, van hem zullen ze wellicht veel kunnen en willen leren. Dat is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog meer het geval voor meneer Cels en Latifine, twee echte zij-instromers. We waren er niet bij toen zij uit de privé overstapten, maar zij zullen niet gezegd hebben dat ze het onderwijs eens zouden proberen… voor een trimester. 

De maatschappelijke relevantie van de reeks schuilt meer in het engagement en het gevoel van zelfverwezenlijking dat uit hun woorden en daden spreekt dan in een nieuwe vorm van seizoenarbeid waarmee een BV ons entertaint. Zij tonen dat als je uit het goede hout gesneden bent en ervoor gaat, je je de mooie lerarenstiel eigen kan maken.

© VRT

Het juiste taalgebruik en het metier oppikken is een gedeelde verantwoordelijkheid van geëngageerde starters en van modellerende en ondersteunende anciens. Wat die laatste groep zeker hoort te doen, is interesse tonen in die nieuwe collega’s. Wie zijn ze? Wat kan de school van hen leren? Als meneer Latifine van zijn collega Elektriciteit & Elektronica de eerste week al de vraag gekregen zou hebben hoe hij als testingenieur vroeger een probleem aangepakt zou hebben, dan zou het voor hem veel eenvoudiger geweest zijn om eens een lesvoorbereiding af te toetsen.

Nooit te oud om te leren, die leraren. Nooit te laat om om aan onze taal te werken. Tijs, ik leerde mijn accent dimmen door vaker het gezelschap op te zoeken van collega’s die spontaan aandacht hebben voor correct taalgebruik. Geef toe, meer optrekken met mevrouw Paulussen kan bezwaarlijk een straf genoemd worden.

VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.

Meest gelezen