Nationaal Orkest repeteert opnieuw: "Muziek maken tussen plexischermen en met dweildoekje bij de hand"
Voor het eerst sinds het begin van de coronacrisis heeft het Belgian National Orchestra (vroeger Nationaal Orkest van België n.v.d.r.) opnieuw met een voltallige bezetting gerepeteerd. Het orkest is bekend van de Koningin Elisabethwedstrijd en zelfs van het dancefestival Tomorrowland. De muzikanten moesten hun instrumenten een tijdje aan kant laten liggen, maar sinds gisteren klinkt er opnieuw muziek in de repetitieruimte van de Brusselse Bozar, de thuishaven van het orkest.
"Het voelde aan als een eerste schooldag", vertelt koperblazer Anthony Devriendt uit Wemmel op Radio 2 Vlaams-Brabant. "We hebben elkaar drie maanden niet gezien en dus ook geen muziek gespeeld samen." Online samen spelen was volgens Anthony geen optie. "Er zit altijd wat vertraging op als je via een computer samenspeelt. Dat werkt gewoon niet."
Nu het Belgian National Orchestra opnieuw mag repeteren, gelden er wel heel wat veiligheidsmaatregelen. "We moeten natuurlijk afstand houden. Tussen de strijkinstrumenten zoals de violen bijvoorbeeld, is er anderhalve meter. Zelf speel ik de hoorn en tussen mij en de klarinettisten zit er zelfs twee meter. Er kan namelijk wel wat speeksel vrijkomen bij de blaasinstrumenten. Blazers leggen daarom ook een doekje voor hen op de grond, dat de speeldruppeltjes moet opvangen. Na iedere repetitie moet dat in de wasmachine", zegt Anthony.
Dirigent in een glazen pashokje
"Er staan ook heel veel plexischermen op het podium, tussen de groepen in", vertelt Anthony. "En de dirigent staat in een soort van pashokje van plexiglas. Hij moet dus veel harder roepen dan normaal als we hem willen verstaan." Voorlopig is het Belgian National Orchestra alleen maar online te zien. "Maar vanaf juli hopen we dat we weer mensen in de zaal in het Paleis voor Schone Kunsten (Bozar) mogen ontvangen. Het zou fantastisch zijn, mochten we voor ons concert op de nationale feestdag op 21 juli opnieuw een live publiek kunnen hebben."
Bekijk hieronder de reportage uit "Het Journaal":
