Shell mag opnieuw naar olie boren in het Noordpoolgebied
Shell kreeg al onder de regering van voormalig Amerikaans president George W. Bush licenties om te boren in het gebied rond de Tjoektsjenzee, ten noordwesten van de Amerikaanse staat Alaska. Sindsdien heeft het bedrijf al zo'n 7 miljard dollar besteed aan de exploratie van de Noordpool.
Drie jaar geleden werden de activiteiten echter stopgezet, na een hele reeks incidenten. Zo verloor het bedrijf onder meer de controle over een gigantisch boordplatform, 18 werknemers moesten toen worden gered. Bij een van de incidenten liep ook de ijsbreker Fennica, cruciaal voor de activiteiten van Shell in het gebied, averij op. Nu die schade hersteld is, heeft president Barack Obama zijn akkoord gegeven voor een heropstart van de activiteiten.
"Shell no!"
Milieuactivisten zijn niet opgezet met de vernieuwde toelating voor Shell. Zij vrezen dat de boringen de erg kwetsbare omgeving van ijsberen, walvissen en walrussen zullen aantasten. "Obama moet de koers die door Bush is ingezet, wijzigen en het niet voortzetten", klinkt het bij Sierra Club, de oudste milieugroep van de VS. Eind vorige maand nog blokkeerden medewerkers van Greenpeace een brug langs waar de pas herstelde Fennica moest passeren om terug naar Alaska te vertrekken.
Toch blijft Shell vastberaden doorzetten, de enorme potentiële hoeveelheid aan gas en olie indachtig. "We kijken ernaar uit om verder onderzoek te doen naar wat mogelijk een nationale energiebron kan worden", aldus Shell-woordvoerder Curtis Smith. Hoe dan ook zal het wellicht nog 10 jaar duren vooraleer er effectief olie kan worden bovengehaald uit het gebied.