Help, het regent. Wat te doen bij watergladheid?

445 kilometer, zoveel file stond er vanmorgen op de Belgische hoofdwegen. Een gevolg van de felle regen, met ongevallen op belangrijke verkeersknooppunten tot gevolg. Rijden in de regen is niet altijd even evident, het risico op watergladheid ligt altijd op de loer. Hoe komt dat? En wat moet je doen als je toch wegslipt?

Rijden op een nat wegdek is niet zo voor de hand liggend, je kan maar best je rijstijl aanpassen om te vermijden dat je wagen gaat slippen door watergladheid. Bij watergladheid, ook wel aquaplaning genoemd, ontstaat er een dunne waterfilm tussen de banden van je auto en het wegdek. De auto verliest (tijdelijk) zijn grip en "drijft" over de weg. Als bestuurder heb je er geen controle meer over, met alle mogelijke gevolgen van dien.

Het risico op watergladheid hangt af van verschillende factoren, zoals de staat van je banden (zijn ze nog niet veel afgesleten, kunnen ze het opspattende water nog makkelijk wegvoeren) en spoorvorming op de baan. Maar ook het gebruikte asfalt speelt een rol. Zo is het Belgische wegdek er meer gevoelig voor dan het Nederlandse.

"In Nederland wordt zoab gebruikt, oftewel 'zeer open asfaltbeton'", zegt Veva Daniëls, woordvoerder bij Wegen en Verkeer. Beton waar grof grind onder gemengd wordt. "Dat is poreuzer, waardoor het water niet op het wegdek blijft liggen, maar erin sijpelt." Nog een bijkomend voordeel: het neemt rolgeluid op. Minder lawaaioverlast, dus.

Waarom gebruiken we het hier niet? Een weloverwogen keuze, zegt Daniëls. "Het asfalt hier is niet zo ideaal bij regen, maar bij ijzel en sneeuw is het net beter. Als je zout strooit, blijft dat op het wegdek liggen, waardoor het kan inwerken. In Nederland verdwijnt dat in het beton. Ik herinner me een ijzeldag afgelopen winter waarop ik veel vragen kreeg vanuit Nederland waarom het verkeer bij ons er minder last van had dan bij hen."

Daarnaast gaat het zeer open asfalt in Nederland minder lang mee. Het moet veel vlugger vervangen worden. "En de ruimtelijke ordening daar is anders georganiseerd dan hier. Het is makkelijker om omleidingsroutes te creëren. Als we hier elke 7, 8, 9 jaar een autosnelweg moeten afsluiten om het wegdek te verliezen, creërt dat meer chaos dan in Nederland."

Hoe beperk je het risico op watergladheid?

  • Controleer je banden regelmatig op slijtage: voor zomerbanden wordt een profieldiepte van 3 millimeter aangeraden, voor winterbanden minstens 4 millimeter. Winterbanden zijn sowieso een goede optie omdat ze door hun brede groeven makkelijk veel water afvoeren.
  • Hou je bandenspanning in de gaten, gemiddeld wordt 2,5 bar aangeraden.
  • Voldoende afstand houden: op een nat wegdek is de remafstand veel langer, plots remmen verhoogt ook de kans op slippen.
  • Pas je snelheid aan: hoe trager je rijdt, hoe makkelijker je banden het overtollige en opspattende water kunnen afvoeren. Rij je (te) snel, dan lukt dat veel minder goed.
  • Extra alert zijn als je brede banden hebt: die moeten meer water afvoeren, waardoor de kans op slippen groter is.
  • Een wegdek met veel spoorvorming? De sporen staan vol water, probeer ze dus in de mate van het mogelijke te ontwijken.

Wat doe ik als ik toch begin te slippen?

  • Kalm blijven: de belangrijkste tip, allicht ook de moeilijkste.
  • Niet bruusk op je rem gaan staan: dat blokkeert de wielen en maakt je auto nog meer onbestuurbaar.  
  • Rem op je motor: laat je gaspedaal los en ontkoppel traag, tot de wielen opnieuw contact hebben met de weg. Heeft je wagen een automatische versnellingsbak, laat dan voorzichtig het gaspedaal los.
  • Blijf voor je kijken, in de richting waar je naartoe wil, focus niet op alle mogelijke obstakels die je ziet.

Meest gelezen