Al 40 jaar op kamp met de oud-KSA in Eksel, Noël Essers: "Elke ochtend brengen we een vlaggengroet in uniform"

Meestal kamperen ze in de Ardennen. Noël Essers rijdt dan met een vrachtwagen geladen met houten palen, zeilen en de mannen richting kampplaats. "Wie niet mag ontbreken is Pimpelmus", zegt Noël. Dat is een kabouter die bovenop een paal over het kamp uitkijkt. Hij staat naar Eksel gedraaid om onze vrouwen in het oog te houden", lacht Noël. 

's Morgens om 8 worden ze wakker gemaakt door een klaroen. Dan  moeten ze in uniform op het appel verschijnen. Er is de vlaggengroet,  daarna volgt de turnles en pas dan mogen ze ontbijten. "De leiding inspecteert ook de tenten van elke vendel", legt Noël uit. "Als de bedden niet opgemaakt zijn, krijgen we slechte punten. En het is een echte competitie om de beste vendel te zijn, want de winnaar mag het jaar er na een feest organiseren."

Het eerste kamp was enkel voor de oud-leden tussen de 35 en 50 jaar van de KSA in Eksel. Ondertussen is het reglement wat versoepeld. De maximum leeftijd is weggevallen, en het hoeft ook niet meer de KSA te zijn. "Oud-leden van andere jeugdbewegingen in Eksel zijn ook welkom", zeg Noël. 

Het is niet omdat ze ouder zijn, dat ze het zoetjes aan doen. Elk kamp is er een dagtocht van ongeveer 30 kilometer. "De platte rust is wel een uurtje langer", zegt Noël. "Maar we zitten vaak aan het kampvuur tot een uur of 4 's nachts, en 's morgens om 8 moeten we er weer staan. Ook de dropping was tot voor kort een vast gegeven. "Een vendel is daar ooit verloren gelopen", herinnert Noël zich. "De boswachter heeft hen toen uren later terug gebracht naar de kampplaats." 

Onlangs hebben ze nieuwe palen gekocht. Gedrenkt, zodat ze jaren kunnen meegaan. En daaruit alleen al blijkt dat de oud-KSA'ers nog lang niet denken aan ophouden.