Herdenking instorting schoolgebouw, bouwvakkers leggen bloemenkransen en helmen neer: "Herkenbare situatie"

Vanmiddag hebben een aantal bouwvakkers bloemenkransen en witte bouwvakkershelmen neergelegd voor het schoolgebouw in Antwerpen dat vorige week is ingestort. De vakbonden wilden hiermee een eerbetoon bieden aan de slachtoffers, maar kaartten ook de hoge tijdsdruk en onveiligheid op veel bouwwerven aan. Bij de instorting kwamen vijf arbeiders om het leven. Een tiental anderen raakten gewond. 

De instorting van een school in aanbouw in de wijk Nieuw Zuid in Antwerpen heeft vorige vrijdag het leven gekost aan vijf bouwvakkers. Vandaag werd de ramp herdacht bij het gebouw. "Wij staan hier met afgevaardigden van verschillende bouwbedrijven, voor de twee grote vakbonden, groen en rood", zegt Ronny Matthysen van ACV Bouw. "Namens alle bouwvakkers in België, van alle nationaliteiten, willen we het nodige eerbetoon brengen aan de slachtoffers." De overleden slachtoffers waren drie Portugezen en twee Moldaviërs.

Er is op veel werven heel veel tijdsdruk. Dat betekent dat er veel maneuvers tegelijk gebeuren en dat vergroot de kans op onveiligheid

"Ik denk dat heel veel bouwvakkers de manier van werken op deze werf herkennen. Een nieuw gebouw dat instort is natuurlijk uitzonderlijk, maar er is op veel grote werven heel veel tijdsdruk. Dat betekent dat er veel aannemers met hun werknemers tegelijk aanwezig zijn en dat er veel manoeuvers tegelijk gebeuren. Dat vergroot de kans op onveiligheid." 

Niet alleen ter plaatse werd de instorting herdacht. Op veel werven gebeurt dat morgen om 14.34 uur, het moment waarop de ramp in Antwerpen gebeurde. Ook in het buitenland wordt met de slachtoffers meegeleefd, vertelde Tom Deleu van de Europese bouwvakbond. "Dit is een shock die iedereen moet wakker schudden."  

Tom Deleu: "Het moet altijd maar goedkoper". Bekijk hier beelden van de herdenking en lees voort onder de video:

Videospeler inladen...

Tweede-, derde-, vierdeklassebouwvakkers zonder rechten of bescherming, dat kan niet meer

Tom Deleu, Europese vakbond bouwsector

"We moeten deze situatie aangrijpen opdat er lessen uit getrokken worden. Dat het verandert, dat het verbetert. Vakbonden zeggen al jaren aan een stuk dat het moet ophouden. Er mag geen sociale dumping meer zijn, waardoor goede jobs verdwijnen en waardoor we tweede-, derde-,  vierdeklassebouwvakkers krijgen, zonder rechten of bescherming. Dat kan niet meer."

"Verdoofd lopen mijn collega en ik naar buiten, naar zuurstof"

Bij de herdenking werd ook een boodschap voorgelezen van Ahmed. Hij is  één van de bouwvakkers die de ramp overleefde. 

Ik ben Ahmed en werk als arbeider voor een interimkantoor. Vorige week vrijdag ben ik zoals elke dag aan het werk gegaan op de werf van het schoolgebouw op Antwerpen Nieuw Zuid. Ik ben loodgieter en ik werkte met mijn collega's aan een ventilatiesysteem in de nieuwe school. De werkdag zit er bijna op, we zijn vroeg begonnen. We beginnen stilaan op te ruimen. Het is half drie. Ik sta op het gelijkvloers, tussen het materiaal en mijn gereedschap, en mijn gedachten zitten bij opruimen en inladen. Ik hoor opeens een doffe en zware bonk boven mij in het gebouw, de ene na de andere. Het lijken wel inslagen die elkaar sneller en sneller opvolgen, in een onregelmatige kadans, het is een stortvloed van lawaai, van stenen en staal, van misschien wel bominslagen. 

De benedenruimte vult zich razendsnel met stof en ik hoor menselijke geluiden, roepen, ijzingwekkende menselijke kreten. Het gaat door merg en been. Ik weet niet wat er gebeurt. Verdoofd lopen mijn collega en ik naar de uitgang vlakbij, naar buiten, naar de straat, naar frisse lucht, naar de open hemel, naar zuurstof. Ik sta vastgenageld aan de grond, perplex, verdoofd, verdwaasd en verdwaald. Ik stop ergens met lopen, draai me om naar het gebouw en ik sta als een menselijke machine te kijken naar de stofwolk en puinhopen van staal en beton. Ik registreer gewoon deze afgrond van zien, horen en voelen. Iemand raakt me aan en roept: "We gaan helpen!". 

Als een robot, automatisch, beweegt mijn lichaam en volg ik de man. Via een buitentrap bereiken we de eerste verdieping. Andere bouwvakkers liggen daar onder het puin en we zijn hulpeloos. Het staat op mijn netvlies gebrand, wat ik daar zag. Het is niet te beschrijven. Wij kunnen niet helpen. We hebben niet de opleiding en niet de middelen. Gelukkig zijn de hulpdiensten snel bij de slachtoffers. Ik ga, verdoofd nog altijd, weer naar beneden. Een hulpverlener spreekt me aan. Ik laat alles achter en ga te voet naar huis. Ik weet niet hoe het nu verder moet. Ik slaap niet en ik heb veel hoofdpijn.

Meest gelezen