Hans van Steenwinckel (rechts), met Christiaan IV van Denemarken en Noorwegen op het paard en Rosenborg Slot op de achtergrond.
Karel van Mander, 1638

Waarom met brand in Beursgebouw van Kopenhagen ook stukje Antwerpse geschiedenis verloren gaat

Met de brand in het Beursgebouw van Kopenhagen gaat een belangrijk stuk Deense geschiedenis verloren, maar ook ons land verliest een deeltje erfgoed. Het gebouw is ontworpen door twee uitgeweken Antwerpenaren, Lorenz en Hans van Steenwinckel. 

Niet alleen de Denen, maar ook de Antwerpenaren zullen vanochtend (onbewust) een steek in het hart hebben gevoeld: in het historische Beursgebouw in de Deense hoofdstad Kopenhagen is een brand uitgebroken, die een groot deel van het gebouw in lichterlaaie heeft gezet. Onder meer de iconische drakentoren - met standbeelden van vier draken die de staarten verstrengelen - is naar beneden gevallen.

Wat heeft een brand in Kopenhagen met Antwerpen te maken? Veel, want het gebouw is ontworpen door twee Antwerpse architecten en bouwmeesters, Hans van Steenwinckel de Jonge en zijn broer Lorenz. 

De Van Steenwinckels hebben in de 16e en 17e eeuw op zijn minst gezegd hun stempel gedrukt op de Deense geschiedenis. De familiehistorie begint bij Hans van Steenwinckel de Oude, die vanuit België - toen nog de Zuidelijke Nederlanden - naar Denemarken trok.

Eenmaal in Denemarken werkte hij aan de renovatie en bouw van verschillende monumenten, zoals kasteel Frederiksborg in Hillerød en Rosenborg Slot, een stadspaleis in het centrum van Kopenhagen. Zo kwam hij al snel in de favorietenlijst van het Deense koningshuis terecht. Ook in de rest van het Hoge Noorden - zoals Zweden en Noorwegen - was Van Steenwinckel actief.

Hans van Steenwinckel de Oude werkte onder meer aan Frederiksborg en Rosenborg, twee Deense kastelen.
Foto: AP

Zo vader, zo zonen

Zonen Hans (de Jonge) en Lorenz traden al snel in de voetsporen van vader Van Steenwinckel. Op zijn 13e leerde Hans de Jonge de stiel van zijn vader, tot die laatste in 1601 overleed. Het jaar daarop reisde hij terug naar onze streken, waar hij samen met zijn jongere broer Lorenz leerling werd van de Amsterdamse bouwmeester Hendrick de Keyser (bekend van de Amsterdamse koopbeurs). Na de opleiding keerden de broers terug als volleerde architecten, beeldhouwers en bouwmeesters.

Christiaan IV, de koning van Denemarken en Noorwegen, wilde Kopenhagen tot een culturele en economische hotspot van Europa omtoveren. Onder zijn bewind werd de Deense hoofdstad fors uitgebreid. Daarvoor keek hij onder meer naar de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden.

Om de hoofdstad meer economische allure te geven, gaf hij Lorenz van Steenwinckel de opdracht om het Børsen - het Beursgebouw - te bouwen. Lorenz overleed echter, dus ging de opdracht naar zijn broer Hans de Jonge. Toch is niet helemaal duidelijk wat de inbreng van Hans bij de bouw van het Beursgebouw precies was. Christiaan IV verduidelijkte in zijn archieven ook niet wie precies wat had uitgevoerd, om de schijn te wekken dat de koning zelf verantwoordelijk was voor de opbouw.

Het gebouw werd in 1640 afgewerkt en geopend. Het geldt als een van de belangrijkste voorbeelden van de Nederlandse Renaissancestijl in het Hoge Noorden. Ook het Stadhuis van Antwerpen is gebouwd volgens die stijl.

Het Kopenhaagse Beursgebouw en het Stadhuis van Antwerpen zijn enkele voorbeelden van de Nederlandse Renaissancestijl.

Meest gelezen