Winkelkar wordt volgend jaar wellicht fors duurder: "Logisch dat kosten worden doorgerekend aan de consument"

De prijzen van eten en drinken in de winkel zullen volgend jaar wellicht een stuk sterker stijgen dan dit jaar. Dat zegt Fevia, de federatie van de voedingsindustrie, in "De inspecteur" op Radio 2. De bedrijven willen de gestegen kosten voor onder meer grondstoffen en energie doorrekenen. Dit jaar werden voeding en niet-alcoholische dranken nauwelijks duurder, omdat die prijzen vorig jaar waren vastgelegd in onderhandelingen met de supermarktketens.

Het leven is het voorbije jaar op vele vlakken duurder geworden, maar niet op het vlak van voeding. Dat bewijzen de cijfers uit de index, en het is ook de conclusie van Fevia, de Federatie van de Belgische Voedingsindustrie. “In vergelijking met vorig jaar betalen we voor voeding en niet-alcoholische dranken gemiddeld 0,25% meer. Concreet betekent dat dat een product van 5 euro gemiddeld maar iets meer dan 1 cent duurder is geworden”, zegt Carole Dembour van Fevia.

Vreemd, want de kosten voor de producenten zijn het afgelopen jaar spectaculair gestegen. Niet alleen grondstoffen werden schaars en dus duurder, ook de prijzen voor energie, transport en verpakking stegen sterk. Waarom rekenen ze die hogere productiekosten dan niet door in de prijs van hun producten?

Betaalt u meer voor wat er in uw winkelkar ligt? De inspecteur zocht het uit.

Videospeler inladen...

“De prijzen van voeding worden vastgelegd in jaarcontracten”, zegt Dembour. “Die worden onderhandeld in de laatste maanden van het jaar, en de afgesproken prijzen gelden dan voor het volledige kalenderjaar dat volgt. Toen de huidige prijzen vastgelegd werden, konden we de enorme stijging in kosten niet voorzien. Daarom heeft de consument er voorlopig nog maar weinig van gemerkt.”

Het gevolg: 2021 is voor veel voedingsbedrijven een moeilijk jaar omdat ze de gestegen kosten niet kunnen doorrekenen. “Bedrijven moeten er voorlopig zelf voor opdraaien en dat is op termijn onhoudbaar”, zegt Dembour.  “Het zou niet meer dan logisch zijn dat de gestegen productiekosten vertaald worden naar een hogere prijs voor hun producten. Zoniet houden bedrijven zelf niks over aan de productie en kunnen ze ook niet investeren in nieuwe producten of in oplossingen om duurzamer te produceren. Dat wil tenslotte toch iedereen.”

Onderhandelingen

Op dit moment onderhandelen producenten en supermarkten over de prijzen die we volgend jaar voor voeding betalen in de supermarkt. En die gesprekken verlopen moeizamer dan andere jaren, want producenten willen een hogere prijs voor hun product, terwijl de supermarkten de prijsstijging zo veel mogelijk willen beperken.

“Het is inderdaad een pittige onderhandelingsperiode”, zegt Chris Van Wettere, de directeur van Colruyt Laagste Prijzen. “Voor ons is het nog lang geen kerstverlof. Maar ook al verlopen de gesprekken niet altijd makkelijk, de onderhandelingen verlopen altijd constructief.”

Ook al verlopen de gesprekken niet altijd makkelijk, de onderhandelingen verlopen altijd constructief

De supermarkten beseffen dat de kosten doorheen de ganse productieketen stijgen. “Uiteraard weten we dat grondstoffen, verpakkingen, energie en transport duurder geworden zijn, maar we willen meer dan ooit onze leveranciers uitdagen om die kosten aan te pakken. We merken namelijk dat de ene producent voor gelijkaardige producten een veel sterkere prijsstijging vraagt dan de andere, terwijl beiden met dezelfde grondstoffen werken.”

Uit een rondvraag van De Inspecteur blijkt dat bij supermarkten de vrees bestaat dat producenten hun prijzen nu opslaan omwille van de gestegen productiekosten, maar dat ze die niet zullen laten dalen wanneer energie en grondstoffen weer goedkoper worden. “We willen daarom langetermijnafspraken met onze producenten. We willen garanties: wanneer deze uitzonderlijke samenloop van omstandigheden ophoudt moeten de prijzen herzien worden. We nemen dat mee in de onderhandelingen en daarom verlopen die dit jaar stroever dan anders.

Producten uit de rekken

Onlangs verdwenen bij Colruyt nog enkele producten van Ferrero en Mondelez tijdelijk uit de rekken, in het kader van de prijsbesprekingen. Is dat dan tekenend voor deze onderhandelingen en zullen er nog meer volgen?

“Iedereen heeft een aantal middelen om de onderhandelingen kracht bij te zetten. Een van onze middelen is inderdaad om producten tijdelijk onbeschikbaar te maken”, zegt Van Wettere. “Maar dat heeft niet altijd te maken met de onderhandelingen: soms zijn producten ook gewoon niet voorradig omdat een producent niet aan genoeg verpakkingsmateriaal geraakt.”

Hij wijst erop dat ook voor Colruyt de energieprijzen stijgen. “We streven ernaar om iedereen in de keten een billijke vergoeding te gunnen voor een product. We spelen op de bal, niet op de man. Uiteindelijk komen we wel tot een compromis.”

Grondstoffen, ingrediënten en de verpakking

Als we de producenten horen, kan het bijna niet anders dan dat voeding volgend jaar duurder wordt. “Het is moeilijk om daar een cijfer op te plakken. Dat hangt af van de grondstoffen, ingrediënten en de verpakking waarmee elk bedrijf werkt”, zegt Carole Dembour van Fevia. “Het zou ook kunnen dat supermarkten ervoor kiezen om een deel van de prijsstijging zelf te dragen door hun marge te verkleinen. Maar daar hebben we voorlopig geen zicht op.”

Maar veel consumenten voelen de bui nu al hangen. Want als nu ook nog eens de prijzen in de supermarkt gaan stijgen, wordt het leven nog duurder. Terwijl heel wat Belgen het nu al moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen.

Colruyt verwacht dat de prijsstijgingen uiteindelijk nog wel zullen meevallen. Chris Van Wettere; “De gemiddelde winkelkar wordt jaarlijks 1 à 2 % duurder. Dit jaar was dat zelfs minder. Ik ben ervan overtuigd dat de grondstoffen vroeg of laat weer goedkoper worden. Dan kunnen we terugkeren naar lagere prijzen.”

Fevia ziet het iets somberder in: “Het is moeilijk te voorspellen, maar wij gaan ervan uit dat de prijzen volgend jaar stijgen en dat ze daarna op dat plateau zullen blijven hangen. Ze zullen volgens ons niet verder blijven stijgen, maar ze zullen wellicht ook niet meer dalen. Maar zelfs als we in de toekomst meer betalen voor onze voeding en dranken, zal dat nog altijd een aanvaardbare prijs zijn.”

Om te weten hoeveel de prijzen precies stijgen, vult De Inspecteur vandaag, op 9 december 2021, een winkelkar. "Ik leg er basisproducten in bij drie verschillende supermarkten. Ik noteer daar van die producten de prijzen en de hoeveelheid in de verpakkingen."

Het kassaticket van die winkelkar wordt de referentie voor de vergelijking. "Over enkele weken of maanden koop ik diezelfde producten opnieuw in dezelfde supermarkten. En dan zal ik de prijzen kunnen vergelijken."

De precieze samenstelling van de winkelkar blijft geheim. "Anders kunnen winkelketens de prijzen van bepaalde producten bewust beïnvloeden, en dat is uiteraard niet de bedoeling."

Meest gelezen