Minister Gennez maakt 5 miljoen vrij voor noodhulp aan slachtoffers van aardbeving, waarvan meer dan 4 miljoen voor Syrië
België maakt 5 miljoen euro aan humanitaire steun vrij voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. Dat heeft minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) aangekondigd. Het grootste deel van die hulp (meer dan 4 miljoen euro) is bestemd voor Syrië. Volgens Gennez is de toestand daar nog erger dan in Turkije.
"De hallucinante beelden uit Turkije en Syrië laten niemand onberoerd", zegt minister Gennez. "De humanitaire noden zijn enorm. We moeten solidair zijn met de mensen in Turkije en Syrië, en snel hulp bieden."
Deze ramp dreigt van een zeer moeilijke situatie een hopeloze te maken
4 miljoen euro van de toegezegde hulp gaat naar een fonds van de Verenigde Naties dat burgers in het noordwesten van Syrië ondersteunt vanuit buurland Turkije. 1 miljoen gaat naar een rampenfonds van het Internationale Rode Kruis en de Rode Halve Maan.
"De situatie in het noordwesten van Syrië was al vóór de aardbeving ontzettend moeilijk", aldus Gennez. "Mensen hebben er weinig tot niets: geen infrastructuur, nauwelijks toegang tot elektriciteit of proper water, en er is voedseltekort."
"Deze ramp dreigt van een zeer moeilijke situatie een hopeloze te maken. We mogen de Syrische bevolking dan ook nu niet aan hun lot overlaten", aldus de minister van Ontwikkelingssamenwerking.
BEKIJK - Minister van Ontwikkelingssamenwerking Gennez legt uit waarom zij vooral hulp naar Syrië wil sturen.
"De situatie in Syrië is nog veel dramatischer dan in Turkije omdat de overheid eigenlijk niet aanwezig is om haar eigen bevolking te steunen en de slachtoffers te bergen." Daarom wil Gennez via de Verenigde Naties en het Rode Kruis lokale ngo's ondersteunen.
"De Syrische overheid vraagt alleen hulp voor de slachtoffers in niet-oorlogsgebied. Voor waar Assad en het regime geen controle hebben vragen ze zelfs geen hulp om de inwoners te steunen."