Bovenaan: botten van een sneeuwuil met snijsporen. D en E: gepolijste en gebroken klauw van een sneeuwuil. C: gepolijste arendsklauw.
KBIN

Veel vogels op het menu tijdens laatste ijstijd in Belgische grot Trou de Chaleux

De jager-verzamelaars die tijdens de laatste ijstijd aan de Lesse leefden, hadden veel verschillende soorten vogels op het menu. Aan enkele grote vogels kenden ze waarschijnlijk een symbolische waarde toe. Dat blijkt uit een analyse door wetenschappers van zo’n 500 vogelresten uit de grot Trou de Chaleux, bij Dinant. De botjes zijn zo’n 14.000 jaar oud en werden in de 19de eeuw opgegraven. 

In 1865 groef de geoloog Édouard Dupont – die later directeur van het Museum voor natuurwetenschappen in Brussel zou worden – in de grot Trou de Chaleux veel skeletresten op van zoogdieren, vogels en vissen, en een groot aantal bewerkte prehistorische voorwerpen, onder meer de steen van Chaleux.

De meeste vondsten zijn al uitvoerig bestudeerd, maar voor de vogelresten was dat niet het geval. Onderzoekers van onder meer het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) hebben die nu onder de loep genomen. 

De Aiguilles de Chaleux, opvallende naaldvormige rotsen aan de binnenkant van een bocht van de Lesse. De toegang tot de grot ligt links van de rotsen.
Marc Ryckaert (MJJR)/Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0

Van gans tot sneeuwuil

De jager-verzamelaars in onze streken exploiteerden 14.000 jaar geleden vooral zoogdieren, want die leverden het meeste vlees op en ook ruw materiaal om onder meer werktuigen van te maken.

Toch zijn de helft van de botten die in de Chaleux-grot gevonden zijn van vogels. "Vogels waren dus een belangrijk onderdeel van hun voedselpalet", zei archeozoöloog Quentin Goffette van het KBIN. "De jager-verzamelaars moeten heel wat tijd hebben besteed aan de jacht op vogels en het plaatsen van vallen en netten, al zijn hun technieken voor de vogeljacht grotendeels onbekend."

Van resten waarop duidelijke snijsporen te zien zijn, kunnen de onderzoekers in ieder geval uitsluiten dat ze door roofdieren in de grot zijn achtergelaten. Welke vogels aten de mensen toen? Zeker al eend, zwaan, gans, sneeuwhoen, sneeuwuil en raaf, zo blijkt uit de analyse.

A: bot van een knobbelzwaan met inkervingen om er naalden uit te snijden. B: bot van een wilde zwaan. C: bot van een duiker met inkervingen voor naalden. D: afgesneden bot van een gans met een kerf en een diep snede door het been.
KBIN

Had de raaf een bijzondere status?

Er zijn in Trou de Chaleux opvallend veel ganzenvleugels gevonden, waarvan de grote vluchtveren waarschijnlijk losgemaakt werden met vuurstenen werktuigen.

Van de lange vleugelbotten werden werktuigen gemaakt die soms werden versierd. Of die ook echt ooit gebruikt zijn, blijft onduidelijk, omdat er geen eenduidige slijtagesporen op te zien zijn. Van andere botten zijn de onderzoekers zekerder: zo zijn uit zwanenbeenderen naalden vervaardigd. 

Bij de raaf is iets opmerkelijks te zien: de tenen zijn verwijderd. Dat kan er volgens de onderzoekers op wijzen dat de jager-verzamelaars de raaf als een symbooldier zagen.

De raaf is dan ook een indrukwekkende vogel, met zijn zwarte verenkleed en brede repertoire van geroep en gezang. Hij kan zelfs geluiden imiteren. Ook in Gönnersdorf en Andernach-Martinsberg, twee Duitse vindplaatsen uit dezelfde periode – het Magdaleniaan – zijn aanwijzingen gevonden dat raventenen zijn gebruikt.

In Trou de Chaleux zijn ook klauwen van de steenarend en de sneeuwuil opgegraven, die duidelijk zijn gepolijst. Dat doet vermoeden dat ze door mensen werden gedragen, en versterkt het idee dat de jager-verzamelaars aan die grote vogels een symboolwaarde toekenden.

In de Chaleux-grot is bovendien één stuk ivoor gevonden, dat in de vorm van een vogel is uitgesneden, met strepen voor de vleugels en veren. Ook op de twee Duitse vindplaatsen zijn dergelijke vogel-artefacten gevonden. "Nog een aanwijzing dat vogels belangrijk waren voor de jager-verzamelaars van toen in Noordwest-Europa", zo zei Goffette.

Het artikel over de vogelbeenderen van de onderzoekers van het KBIN en hun collega's van de Université de Liège en het Muséum national d'Histoire naturelle in Parijs is gepubliceerd in Journal of Archeological Science: Reports. Dit artikel is gebaseerd op een persmededeling van het Museum voor Natuurwetenschappen.  

Beenderen van raven met snijsporen en knaagsporen.
KBIN
De hele foto van bovenaan dit artikel  met A, B: beenderen van een sneeuwuil met snijsporen, D: gepolijste klauw van een sneeuwuil. E: klauw van een sneeuwuil met een opvallende breuk. C: gepolijste klauw van een  arend.
KBIN

Meest gelezen