Minister Vandenbroucke: "We moeten méér testen en ik wil systeem opzetten voor afwijkende stalen bij reizigers"
Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (SP.A) wil dat er meer getest wordt op corona. Door de kerstvakantie en de bijhorende feestdagen lieten minder mensen zich testen (soms tot 25-30% minder). De minister wil ook een systeem op poten zetten om afwijkende stalen van reizigers (lees: reizigers die potentieel besmet zijn met een variant) te onderscheppen. Dat vertelt hij in "De zevende dag".
Het gemiddelde aantal vastgestelde besmettingen per dag is al twee dagen op rij aan het stijgen. Vandaag met 11 procent, tot 1.777 besmettingen. Maar er wordt sinds kort ook opnieuw meer getest. Gemiddeld worden nu per dag 33.400 testen afgelegd (een stijging met 27 procent).
Maar dat kan beter, vindt minister Vandenbroucke, zodat de cijfers duidelijker en reëler worden. "We moeten méér testen", windt Vandenbroucke er geen doekjes om. "Bent u wat ziekjes of heeft u een vermoeden van covid? Laat u alstublieft testen."
Bovendien heeft Vandenbroucke aan het trio Herman Goossens (microbioloog UAntwerpen), Karine Moykens (hoofd van het Interfederaal Comité Testing en Tracing) en Frank Robben (ontwikkelaar achter de corona-app) gevraagd om te vergaderen over een nieuw systeem.
"Ik wil een systeem voor afwijkende stalen van reizigers, en die afwijking zie je al bij de PCR-test, zodat deze mensen onmiddellijk worden gecontacteerd en de gezondheidsinspectie op pad gaat."
Met een afwijkend staal bedoelt de minister een potentiële virusvariant, zoals de besmettelijke Britse variant. Vandenbroucke benadrukt dat er dag en nacht gewerkt wordt om de situatie onder controle te houden.
Microbioloog Herman Goossens laat intussen weten dat de Gezondheidsinspectie mensen met de Britse variant zo snel mogelijk wil opsporen. Mocht blijken dat zij langer besmettelijk blijven, zullen zij langer in quarantaine moeten blijven.
"Normale leven in zicht, maar nog niet in juni"
De minister liet eerder deze week ook vallen dat het "rijk van de vrijheid in zicht is". Hij deed die uitspraak enthousiast na het nieuws van de versnelde vaccinatiestrategie. Infectiologe Erika Vlieghe temperde de verwachtingen meteen. Voor haar betekenen de vaccins niet de onmiddellijke vrijheid. “Eind augustus is niet hetzelfde als begin juli. Hold your horses. We gaan de maatregelen nog moeten behouden. Het is remmen en gas geven tegelijkertijd”, stelde ze.
Als je de berghut ziet liggen bij slecht weer, hou je vol
Vandenbroucke neemt zijn uitspraak niet direct terug. "Ik ben het 100 procent eens met Erika. We kunnen zeker vóór de zomer beginnen met vaccineren van mensen die niet tot de kwetsbare groep behoren, jonge mensen vanaf 18 jaar. Dat moeten we ook doen. Dan is de vrijheid of het normale leven in zicht, maar nog niet in juni. Dat moet ons motiveren om de komende maanden al die moeilijke maatregelen te blijven volhouden. Als je op een berg wandelt bij slecht weer en je ziet de berghut liggen, hou je vol. Het is voor veel mensen moeilijk."
Het volgende Overlegcomité staat gepland op vrijdag 22 januari. "Als we kunnen versoepelen dan zitten de kappers er als eerste groep bij, maar dat is afhankelijk van de coronacijfers de komende twee weken", wil Vandenbroucke kwijt.
BEKIJK hier het volledige gesprek met minister Vandenbroucke in "De zevende dag" op Eén:
Bekijk hieronder het verslag uit "Het Journaal":
