De vijf boeken van de week: de nieuwe Alex Schulman, Rudi Meulemans en een verhaal van de koers achter het IJzeren Gordijn

De nieuwe roman "Station Malma" van Alex Schulman ligt in de winkel. Rudi Meulemans duikt in het leven van een Duitse dandy in "De man met de panamahoed". In "Mama, ben ik te dik?" geeft An Vandeputte advies aan ouders met tieners die worstelen met hun gewicht. Greta Vandeborne houdt een pleidooi voor het recht op rouwen in “In mijn hart woont een meeuw”. Steven Bulté fietst met "Vredeskoers. De ronde van de witte duif" in het spoor van Marcel Maes. Dit zijn de vijf boeken die VRT NWS deze week tipt. 

1.Alex Schulman kiest opnieuw voor een gezinstrauma in zijn roman "Station Malma"
1.Alex Schulman kiest opnieuw voor een gezinstrauma in zijn roman "Station Malma"

De Zweedse schrijver Alex Schulman groeide op in een gebroken gezin. Zijn jeugdherinneringen hieraan verwerkte hij eerder al in "De overlevenden", hét zomerboek van 2021. In zijn nieuwe psychologische roman "Station Malma" (uitgeverij De Bezige Bij) is opnieuw een jeugdtrauma het hoofthema. 

Intergenerationele trauma's

Het hoofdpersonage Harriet is zes jaar oud wanneer haar ouders scheiden. Bij de gezinsverdeling heeft zowel haar vader als moeder een voorkeur voor haar zus Amelia. Uiteindelijk komt Harriet bij haar vader terecht. De relatie met haar zus, die ze pas na twee jaar terugziet, vertroebelt en het contact wordt na een uit de hand gelopen ontmoeting verbroken. 

Twintig jaar later begint Harriet een relatie met Oskar die, ondanks de komst van hun dochter Yana, geleidelijk zal verzuren. Net zoals haar moeder verdwijnt ook Harriet uit het leven van Yana wanneer die elf is. Na de dood van Oskar gaat Yana op zoek naar de reden van het plotse vertrek van Harriet en wat is gebeurd toen de zussen jaren geleden elkaar voor het laatst zagen. 

In zijn recensie op Klara vat Christophe Vekeman het verhaal samen als "een vrij apart geconstrueerde vertelling over zeer in gebreke blijvende ouders en voor het leven beschadigde kinderen die op hun beurt gedoemd zijn zeer in gebreke blijvende ouders te worden." 

2.Portret van Harry graaf Kessler zet Rudi Meulemans aan tot het schrijven van "De man met de panamahoed"
2.Portret van Harry graaf Kessler zet Rudi Meulemans aan tot het schrijven van "De man met de panamahoed"

Rudi Meulemans wordt tijdens een museumbezoek in Berlijn verliefd op een man afgebeeld op een schilderij van Edvard Munch. In "De man met de panamahoed" (uitgeverij De Bezige Bij) vertelt hij het verhaal van die man: Harry graaf Kessler, een intellectuele dandy en een bevoorrechte getuige van het culturele en politieke leven van de vroege 20e eeuw.

Harry graaf Kessler (1868-1937): kunstkenner, pacifist en wereldburger

Harry graaf Kessler groeit op in een Duitse aristocratische bankiersfamilie. Zijn moeder Alice, afkomstig uit de Schotse adel, is een society-dame die in Parijs woont en er salons houdt. Kwatongen beweren dat Harry en zijn zus Wilma buitenechtelijke kinderen zijn van de Duitse keizer Wilhelm II. In 1933 gaat hij, vanuit zijn afkeer voor het opkomend nationaal-socialisme, in vrijwillige ballingschap in Mallorca. 

Meulemans noemt Kessler een klasse-migrant: hij keert de wereld waarin hij is opgegroeid, de rug toe. Volgens de auteur leidt het feit dat Kessler homo is ertoe dat hij deze moedige stap gemakkelijker kan zetten. Kessler ziet zichzelf, onder invloed van  filosoof Frederich Nietzsche, eerder als wereldburger dan als nationalist. 

De who's who van Europa in die tijd

Meulemans baseert zijn boek op de memoires van Kessler die hij schreef op basis van zijn dagboeken. Volgens Meulemans zijn die dagboeken een who’s who van Europa in die tijd: er staan niet minder dan 10.000 namen in. Kessler heeft een rijk sociaal leven en hij gaat om met vooraanstaande figuren uit de culturele wereld.

Josephine Baker, Gerhart Hauptmann, Kurt Weil, Rainer Maria Rilke en Isadora Duncan behoren tot zijn vriendenkring. Als kunstliefhebber en mecenas wil hij Weimar op de kaart zetten door vernieuwende – soms controversiële - kunstenaars aan te trekken zoals onder anderen de Belgische architect Henry van de Velde en beeldhouwster Kate Käthe Kollwitz. 

3.Kinderen die op dieet willen? Psycholoog An Vandeputte geeft antwoorden in "Ben ik te dik, mama?"
3.Kinderen die op dieet willen? Psycholoog An Vandeputte geeft antwoorden in "Ben ik te dik, mama?"

Meer dan de helft van de tieners tussen 10 en 14 wil op dieet. Dat schrijft psycholoog en gedragstherapeut An Vandeputte in "Mama, ben ik te dik? Help je tiener groeien naar een positief lichaamsbeeld en eetgedrag" (uitgeverij Lannoo). Vandeputte is verbonden aan “Eetexpert”, het kenniscentrum voor eet- en gewichtsproblemen dat advies en vorming biedt aan Vlaamse zorgverstrekkers.

De vier G's

Ouders zijn het grootste voorbeeld voor opgroeiende kinderen, ook op gebied van eten. "Model-leren is het sterkste leren", vertelt Vandeputte op Radio 2, "Kinderen doen hun ouders na. Mama's en papa's zijn het model. Als ouder moet je je kind leren omgaan met eten. In Vlaanderen wordt dit uitgelegd met de vier G'sgestructureerd eten, genoeg eten, gevarieerd eten en genieten."

Slankheidscultuur

Volgens Vandeputte leeft nog steeds de opvatting dat als iemand  zich niet goed voelt in haar of zijn vel, dat we dat via eten moeten reguleren. Maar er zijn meerdere redenen voor overgewicht zonder een link met eten, zoals slaaptekort en niet genoeg beweging. 

Vandeputte wil met dit boek een handleiding bieden aan ouders van tieners die "haperen" met eten en worstelen met een negatief zelfbeeld. Haar advies is om als ouders mee te stappen in het groeitraject waar kinderen doorgaan. "We moeten leren omgaan met dat lichaam dat verandert, met eten, met emoties die aan het rijpen zijn, de hersenen die zich aan het ontwikkelen zijn. Het is belangrijk als begeleider met de jongeren in gesprek te gaan zonder te problematiseren."

Een goede hechting met de ouders vormt een goed tegengewicht voor de negatieve impact van sociale media op het zelfbeeld, is de mening van Vandeputte. 

BELUISTER - An Vandeputte bij "Ann & Daan" (Radio2)

4.Greta Vandeborne schrijft over rouwverwerking in "In mijn hart woont een meeuw”
4.Greta Vandeborne schrijft over rouwverwerking in "In mijn hart woont een meeuw”

“In mijn hart woont een meeuw” (Uitgeverij Vrijdag) bundelt Greta Vandeborne vijftien autofictieve verhalen over het verdriet bij een doodgeboorte, een ontslag, een scheiding en het afscheid van een geliefde, een auto, een moeder, een broer, een hond en een vriend. Vandenborne schreef eerder “Negen jaar met ALS” (2019) over de mantelzorg voor haar intussen overleden echtgenoot. 

De hiërarchie van verlies

Vandeborne vertrekt vanuit haar eigen ervaringen, maar heeft ze gefictionaliseerd. Een van de verhalen gaat over het verlies bij een doodgeboorte. Op Radio 1 vertelt ze openhartig over hoe ze dat zelf heeft beleefd: “Ik was vijf maanden in verwachting van mijn derde kindje en ik was daar enorm blij mee. Plots word ik wakker in een ziekenhuisbed en voel ik een zwachtel rond mijn buik. Het moment waarop je beseft dat je je kind verloren hebt, is vreselijk.”

“Er bestaat een soort hiërarchie over welke vormen van verlies erger zijn dan andere,” zegt Vandeborne. “Ik maak dat onderscheid niet. Wanneer je een heel intense relatie met iemand had, of die nu nog leeft of niet, dan is dat rouw.”

Het recht op rouwen

Volgens een klassieke theorie zijn er vijf fases van rouw en de laatste is aanvaarding. Vandeborne ziet dat anders. “Hoe kan je nu aanvaarden dat iemand die zo’n grote rol gespeeld heeft in je leven er nooit meer zal zijn?” stelt ze. “Ik probeer door mijn schrijven mijn partner net te blijven vasthouden, maar dan op een andere manier.” Aan lotgenoten wil ze de boodschap uitdragen dat het oké is om je rouw te blijven meedragen.

5.In “Vredeskoers” fietst Steven Bulté in het spoor van Marcel Maes, deelnemer aan de meest prestigieuze wielerronde in het communistische Oostblok
5.In “Vredeskoers” fietst Steven Bulté in het spoor van Marcel Maes, deelnemer aan de meest prestigieuze wielerronde in het communistische Oostblok

Vandaag is de Vredeskoers een juniorenversie die door Tsjechië loopt, maar de originele Vredeskoers trok van Warschau naar Berlijn en Praag. Politicoloog en econoom Steven Bulté fietst de editie van 1967 na en wekt de beruchte ronde tot leven in zijn boek “Vredeskoers. De Ronde van de witte duif” (Uitgeverij Ertsberg). 

Een vulgaire activiteit

“Als men een top 100 zou maken van de beste wielrenners aller tijden, dan zouden er zeker een aantal Oostblokrenners uit die tijd tussen staan", vertelt Bulté op Radio 1. Als coureurs als Sagan, Štybar, Kwiatkowski of Vladslo 35 jaar vroeger hadden gekoerst, dan hadden we misschien nooit van hen gehoord.

In die tijd reden renners die geboren waren in Oost-Europese landen niet mee in westerse profkoersen. “In het Westen kliefden renners door het Franse landschap met een truitje dat reclame maakte voor videocassettes, koffiemerken of zelfs voor een bordeel,” legt Steven Bulté uit. “Achter het IJzeren Gordijn daarentegen vond men het een vulgair om geld te verdienen met sport. De Vredeskoers werd dus gereden door coureurs die, in theorie althans, amateurs waren. Dat betekende dat ze niet mochten meerijden met profrenners.”

Ideologisch gekaapt

Wat had die koers met vrede te maken? “Initieel wilde men met de koers de vrede bevorderen tussen Centraal- en Oost-Europese landen na de Tweede Wereldoorlog,” aldus Bulté. “Al gauw werd de koers ideologisch gekaapt: men noemde hem "Vredeskoers" om zich af te zetten tegen de Amerikanen en West-Duitsers, die als agressief en imperialistisch werden beschouwd.”

Steven Bulté fietste voor zijn boek de editie van 1967 na, in het spoor van de enige Belgische eindwinnaar van de Vredeskoers ooit: Marcel Maes. “Ik ondernam de fietstocht met ijzeren wil en helaas ook te veel overgewicht,” lacht Bulté. “Mijn kompaan en ik reden met een replica van de gele leiderstrui. In Duitsland riepen oudere mensen die ons zagen steevast ‘Täve!’. Ze verwezen naar Täve Schur, dé Vredeskoersman in de DDR. Hij werd negen keer sportman van het jaar en was ook politiek actief.

Meest gelezen