Ex-militair uit Aalst stapt 2.300 kilometer in 100 dagen voor Kom op Tegen Kanker
Ex-militair Bert Surmont (56) heeft een nieuwe missie: 2.300 kilometer wandelen in 100 dagen. Daarmee zamelt hij geld in voor Kom op Tegen Kanker en Levensvreugde Verblijven. Die laatste is een Aalsterse organisatie voor (jong)volwassenen met een mentale beperking. Daar heeft hij een goede reden voor, hij verloor zijn vader en schoonmoeder aan de ziekte. Hij zal in totaal 100 dagen weg zijn van huis, 91 om te stappen en 9 om te rusten.
De gepensioneerde militair Bert Surmont (56) zocht en vond een nieuwe uitdaging: een tocht van meer dan 2.300 kilometer afleggen in 100 dagen. Hij koppelde de onderneming aan 2 goede doelen die hem na aan het hart liggen: Kom op tegen Kanker en Levensvreugde Verblijven. "In mijn dichte omgeving zijn twee dierbaren door kanker geveld, namelijk mijn vader Germain, die overleed aan prostaatkanker, en mijn schoonmoeder Frida, die pancreaskanker had", reageert Bert. "Ik ben ervan overtuigd dat heel veel mensen van ver of dichtbij te maken hebben gehad met deze vreselijke ziekte."
Levensvreugde Verblijven is een Aalsterse organisatie voor (jong)volwassenen met een mentale beperking. Bert moet vaak langs hun huisvesting passeren. "Ze wonen op 300 meter van mijn deur, en ik dacht: laten we voor de buren ook iets doen."
De druk op mijn schouders stijgt een beetje. Het is wel spannend.
Zijn sponsoringsactie bracht meer dan 3.000 euro in het laatje en de teller loopt verder. "De druk op mijn schouders stijgt een beetje", geeft Bert met een lach toe. "Het is spannend. Ik ga nog steeds driemaal per week fitnessen, en ik loop en wandel regelmatig een langere tocht. Voor de rest laat ik het allemaal op mij afkomen."
Rugzak met enkel het hoogstnoodzakelijke
De Dodentocht, een wandeling van 100 kilometer in Bornem, kon hij al tweemaal op zijn conto schrijven, met enkel de tweede editie blaren op zijn tenen. Dat was toen nog zonder rugzak van 12,5 kilogram, die hij nu wel zal nodig hebben. "Tot in Reims probeer ik mijn slaapplaatsen zo veel mogelijk op voorhand vast te leggen", zegt hij. "Zo slaap ik eens in een hostel, in een parochiezaal en in een bed & breakfast speciaal voor pelgrims."Â
Zo moet hij geen tent meenemen in zijn zak, enkel het hoogstnoodzakelijke: "voldoende water, een paar t-shirts, 2 broeken en 3 onderbroeken meenemen. Ik poets dat met Aleppo-zeep, waarmee je ook je lichaam kan wassen."
