2020 Getty Images

Waarom probeerde Primož Roglič de gele trui in de laatste rit van de Tour niet op Tadej Pogačar te heroveren?

Waarom heeft Primož Roglič in de laatste rit van de Ronde van Frankrijk niet geprobeerd de gele trui op Tadej Pogačar te heroveren nadat hij die in de voorlaatste rit aan hem had moeten afstaan? Die vraag hebt u zich mogelijk ook gesteld toen u gisteren naar het peloton op en rond de Champs Elysées in Parijs keek. Rik Vanwalleghem van het Centrum Ronde van Vlaanderen weet hoe dat komt.

"Eerlijke vraag van een koersleek: waarom wordt de gele trui nooit meer aangevallen in de laatste rit? Roglič staat 59 seconden achter. Een lange, snelle ontsnapping volstaat toch om weer in het geel te komen?" Met die vraag op Twitter bond radiojournalist Lode Roels van VRT NWS gisteravond de kat de bel aan na de eindoverwinning van Pogačar in de Ronde van Frankrijk.

Amper een dag eerder had Pogačar die gele trui van Roglič afgesnoept in de voorlaatste etappe, een tijdrit. Daarbij zette hij een achterstand van 57 seconden op de leider in het klassement om in een voorsprong van 59 seconden. Niet Roglič, maar wel Pogačar kon zo de laatste etappe met aankomst op de Champs Elysées in Parijs starten als koploper, een positie die op geen enkel moment in gevaar kwam.

Waarom deed Roglič geen enkele poging meer om in de straten van de hoofdstad van Frankrijk de gele trui te heroveren op Pogačar? En bij uitbreiding: waarom is elke Ronde van Frankrijk vóór de laatste rit gestreden en probeert geen enkele renner dan nog om de (virtuele) eindwinnaar uit het zadel te lichten?

Sprintersploegen

Precies op die vragen probeert wielerjournalist en directeur van het Centrum Ronde van Vlaanderen Rik Vanwalleghem een antwoord te geven in "Nieuwe feiten" op Radio 1 (zie audio onder). "Sportief gezien is aanvallen in de laatste rit onbegonnen werk", zegt hij. "Je kan het verschil niet maken omdat er te weinig hindernissen zijn."

"In theorie is het nog mogelijk om een minuut achterstand goed te maken, maar er zijn nog veel ploegen die geen enkele etappe hebben gewonnen. Zeker voor sprintersploegen is de aankomst op de Champs Elysées de uitgelezen kans om toch nog een rit binnen te halen. Elke ontsnapping zullen zij dus meteen teniet doen."

"Samen uit, samen thuis"

"Daarnaast bestaat sinds veertig of vijftig jaar de traditie van "samen uit, samen thuis" in de laatste rit. Na een zware Tour is het een moment van decompressie. Het is een ongeschreven wet: op de Champs Elysées vlammen de renners nog stevig, maar ze vallen elkaar niet meer aan."

"Vandaag is het not done om dat nog te doen. In de ultieme tijdrit op de voorlaatste dag kan je wel nog voluit gaan, zeker als je een kans hebt om te winnen. Ik vind het mooier om op die voorlaatste dag een beslissend moment te hebben en vervolgens op de laatste dag een mooie, afrondende en feestelijke rit in Parijs waarin wielrenners niet met het mes tussen de tanden fietsen."

1979 en 1989

Toch is het in de (relatief) recente geschiedenis gebeurd dat een aanval de laatste rit domineerde. "Dat was het geval in 1979. Niemand viel toen leider Bernard Hinault aan, hij deed dat zelf. Daarmee anticipeerde hij op een mogelijke aanval van Joop Zoetemelk, de renner meteen na hem in de rangschikking. Zoetemelk was de enige die kon reageren. Je had toen dus de situatie dat de nummers een en twee waren ontsnapt. Ze hebben toen om de ritzege gesprint, maar nadien is zoiets nooit meer voorgevallen."

Hinault gaf de gele trui uiteindelijk niet meer uit handen, maar in 1989 eindigde de Ronde van Frankrijk wél op het scherpst van de snee met een tijdrit van Versailles naar de Champs Elysées. Greg LeMond slaagde daarin een achterstand van vijftig seconden op leider Laurent Fignon om te buigen in een voorsprong van acht seconden en zo de gele trui op de laatste dag binnen te rijven.

Bekijk hier een verslag uit "Het Journaal" van 23 juli 1989 over de laatste etappe van de Ronde van Frankrijk:

Videospeler inladen...

Meest gelezen