Sociale woningen in Vlaanderen: welke gemeenten zijn goede leerlingen en wie of wat moet beter?

Amper 41 van de 300 Vlaamse gemeenten (13,7 procent) hebben meer dan 9 procent sociale huurwoningen, in verhouding tot het aantal huishoudens in 2008. Dat blijkt uit cijfers van "Wonen in Vlaanderen", het Vlaamse agentschap dat bevoegd is voor alles wat met wonen te maken heeft. Daarnaast staan nog altijd 182.436 kandidaat-huurders op de wachtlijst voor een sociale woning. Hoe gaat het eigenlijk met onze socialewoningmarkt?

Vlaanderen en sociale woningen: het blijkt nog altijd geen goed huwelijk. Eind 2021 stonden er 182.436 kandidaat-huurders op de wachtlijst, 13.340 meer dan in 2020, toen er 169.096 namen op stonden. De lijst is dus niet geslonken, ondanks de Vlaamse wooncode, die bepaalt dat er tegen 2025 50.000 sociale woningen moeten bijkomen, in vergelijking met 2008.

Volgend jaar een meer realistisch beeldĀ van de wachtlijst

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA)

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) nuanceert de cijfers over de wachtlijst.Ā Hij wijst erop dat die in 2019 een laatste keer is "geactualiseerd", om na te gaan of iedereen op de lijst wel degelijk nog vragende partij voor een sociale woning is.Ā 

"Ondertussen loopt er dit jaar opnieuw een actualisatie, zodat we volgend jaar een meer realistisch beeld krijgen van de wachtlijst", zei hij vorig jaar. Begin juli vernemen we meer hierover.

"Dan is er nog een groep mensen die theoretisch in aanmerking komt, maar geen aanvraag voor een sociale woning heeft gedaan", voegt Hugo Beersmans toe. Hij schat die groep op een kleine helft van het aantal dat effectief op de wachtlijst staat. In een vorig leven was Beersmans administrateur-generaal van het Vlaams agentschap voor wonen, nu is hij woordvoerder van Woonzaak, een collectief van middenveldorganisaties en vakbonden dat de manier aanvecht waarop dat woonbeleid vorm krijgt.

Betekent dit dat Vlaanderen stilzit? Niet helemaal: volgens de meest recente cijfers van "Wonen in Vlaanderen" waren er eind 2021 46.393 nieuwe sociale woningen bijgebouwd of ingepland. Dat betekent nog 3.607 sociale woningen in te plannen - en hopelijk ook af te werken - tegen 2025 om het streefcijfer van 50.000 van de Vlaamse wooncode te halen. Kleine kanttekening: dat streefcijfer bedraagt minder dan een derde van het aantal huishoudens op de wachtlijst.Ā 

De gemiddelde wachttijd in Vlaanderen om in een sociale woning te kunnen intrekken bedraagt intussenĀ 1.239 dagen.

Dat het niet verbazend goed vooruitgaat met de bouw van sociale woningen blijkt uit onderstaande grafiek: na enkele jaren met een bescheiden stijging zit het aantal bijgebouwde woningen grosso modo terug op het niveau van 2013. In dat jaar zijn er 610 bijgekomen, en uit de meest recente cijfers blijkt dat dit er in 2021 668 waren. De teller staat nu op 159.885 sociale woningen.

Let wel: we hebben het hier over woningen in het bezit van huisvestingsmaatschappijen, en niet over privƩwoningen die door sociale verhuurkantoren worden verhuurd. Als we die erbij tellen, komen we eind 2021 uit op 172.872 sociale woningen in totaal.

Dit dreigt een verloren legislatuur voor het sociaal wonen te worden

Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit)

Met andere woorden: in Vlaanderen staan meer gezinnen op de wachtlijst dan er sociale woningen zijn. Volgens Vlaams Parlementslid Maxim Veys (Vooruit) doet Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) gewoon te weinig. "Dit dreigt een verloren legislatuur voor het sociaal wonen te worden", zegt Veys. "De minister zit er niet extreem achter om de socialewoningbouw aan te zwengelen."

Volgens Veys wordt het zogenoemde Bindend Sociaal Objectief (BSO) te soepel toegepast. Gemeenten die in 2008 minder dan 9 procent aan sociale woningen hadden, worden daarbij aangemoedigd om plannen voor meer van die woningen te maken, maar een echte resultaatsverbintenis wordt daaraan niet vastgekoppeld. "De autonomie van de gemeenten is blijkbaar heilig voor minister Diependaele", zegt Maxim Veys.

Het klopt wel dat er nog wat gemeenten bijkomende inspanningen moeten leveren

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA)

Datzelfde Bindend Sociaal Objectief is veel strikter als het over de bovengrens gaat. "Gemeenten die meer dan 15 procent aan sociale woningen hebben,Ā krijgen geen financiering meer om er nog meer te bouwen", legt Hugo Beersmans uit.Ā De bedoeling van die maatregel is om tot een betere spreiding van sociale woningen te komen, maar in de praktijk blijken de goede leerlingen te worden "gestraft".Ā 

"Het klopt wel dat er nog wat gemeenten bijkomende inspanningen moeten leveren om hun BSO te behalen", erkent minister Diependaele. "Uit een bevraging bleek dat het BSO heeft gezorgd voor meer aandacht voor het lokaal sociaal woonbeleid en de gemeenten heeft aangezet meer initiatieven te nemen."

En toch. "De sociale huurmarkt lijkt wel een bijzaak voor de Vlaamse regering", zegt Maxim Veys (Vooruit). Symptomatisch is dat het budget voor goedkope leningen aan sociale huisvestingsmaatschappijen onvolledig wordt benut.

Daarom kondigde minister Diependaele vorig jaar aan dat hij zo'n half miljardĀ euro aan goedkope leningen ter beschikking wilde stellen aan privĆ©-ontwikkelaars of particulieren, die daarmee woningen aan een verlaagde huurprijs op de markt moeten aanbieden. "Ik kan u meegeven dat dit momenteel wordt voorbereid door mijn administratie zodat het midden dit jaar effectief opgestart kan worden", zegt de minister vandaag. Volgens hem moet dit 6.000 bijkomende woningen opleveren.

Er wordt meer ontmoedigd in plaats van aangemoedigd

Hugo Beersmans (Woonzaak)

Hugo Beersmans heeft er geen goed oog in. "Het is absoluut noodzakelijk dat de sociale last opnieuw wordt ingevoerd, waar bij grote ontwikkelingen een verplicht aantal sociale woningen wordt ingepland", vindt hij. "Ik heb de indruk dat het beleid vooral niet meer sociale woningen wĆ­l. Er wordt meer ontmoedigd in plaats van aangemoedigd, en dat is een ontluisterende conclusie."

Meest gelezen