IN KAART - Jongeren kopen meer en duurdere woningen: in welke provincies en gemeenten vooral?

Toen Fednot, de federatie van notarissen, vorige maand haar Vastgoedbarometer publiceerde, bleek al dat bijna 30 procent van de mensen die het afgelopen halfjaar een woning kocht, 30 jaar of jonger was. Hun aandeel was de laatste jaren afgenomen, tot 24 procent vorig jaar. 

Velen verwachten een verdere stijging van de rentevoeten. Jongeren springen nu nog snel op de boot om verdere verhogingen te vermijden.

Nu jongeren weer meer woningen kopen, zijn de notarissen wat dieper ingegaan op die cijfers en hebben ze onderzocht waar jonge kopers van huizen en appartementen het meest actief waren. Ook de prijscategorie waarin de 18- tot 30-jarigen kochten, werd geanalyseerd, tot op gemeentelijk niveau.  

En wat blijkt daar nu uit? “We zien ook dat jongeren een stuk duurder hebben gekocht dan vorig jaar”, stelt Fednot-woordvoerder Bart Van Opstal vast. "De gemiddelde eigendom die het afgelopen halfjaar gekocht werd, was 10.000 tot 20.000 euro duurder dan vorig jaar." 

Concreet komt dit neer op een aankoopprijs van 275.000 euro voor een huis. Dat is net onder de mediaanprijs van een huis in België, die 280.000 euro bedraagt, maar wel hoger dan het bedrag dat jongeren in 2021 betaalden, namelijk 255.000 euro.

Voor een appartement bedroeg de mediaanprijs die jongeren het afgelopen halfjaar betaalden 224.000 euro. Dat ligt opnieuw dicht bij de mediaanprijs van een Belgisch appartement in 2022 (230.867 euro) en ook weer hoger dan wat jongeren in 2021 betaalden: 215.000 euro. “Jongeren kopen dus méér en duurder”, luidt de conclusie.

Kijken we meer in detail naar de Vlaamse vastgoedmarkt, dan zien we dat de mediaanprijs die een jongere betaalde voor een huis 295.000 euro bedroeg, terwijl voor een appartement 230.000 euro werd betaald. 

De aankopen die jongeren doen zitten dus nog onder de mediaan, maar slechts licht, ziet Bart Van Opstal ook. “Ze kopen dus niet in de goedkoopste prijscategorie, maar de wat duurdere woningen. Daarmee zitten ze weliswaar nog onder de mediaan, maar niet meer de spotgoedkope woningen, als die nog zouden bestaan.” 

“Dat wil zeggen dat die huizen vrij goed scoren qua energienormen”, gaat Van Opstal verder. “Je ziet vandaag dat de prijzen van huizen met een slechte epc-score aan het dalen zijn, terwijl huizen met een goeie epc-score gewild zijn, ook door jongeren. Met de huidige energieprijzen is het één van de belangrijke criteria waar ook twintigers rekening mee houden.”

Jonge Vlamingen blijven traditioneel een baksteen in de maag hebben: jongeren kopen nog altijd meer huizen dan appartementen, als dat tenminste nog te betalen is. “Je ziet twee belangrijke stromingen”, legt Bart Van Opstal uit. 

“De eerste stroming die je ziet, is dat jonge mensen - vooral twintigers - op zoek zijn naar woningen die liefst een tuin of terras hebben, en 2 of 3 slaapkamers. Maar dit moet natuurlijk binnen het budget vallen.”

“Je ziet dat jongeren op zoek gaan naar de wat kleinere gemeenten of gemeenten in de buurt van een centrumstad, waar ze nog iets binnen hun budget kunnen kopen. In die kleinere gemeenten zie je dat die jongeren wel heel actief zijn. Dat begint dikwijls aan 30 procent van het marktaandeel, maar in sommige gemeentes kan het oplopen tot bijna 40 procent van de vastgoedtransacties dat door de jongeren wordt afgesloten.” 

“Tegelijk zie je ook een tweede tendens”, merkt Van Opstal op. “Er zijn ook heel wat jongeren die toch in een centrumstad willen wonen, maar daar is een huis buiten prijscategorie. Dat wil zeggen dat zij meestal dan een appartement kopen om toch nog van de voordelen te kunnen genieten van het wonen in een stad.” 

Die twee tendenzen zie je ook duidelijk als we meer inzoomen per provincie: in de meer landelijke provincies kopen jongeren meer huizen, terwijl ze in meer stedelijke provincies  doorgaans meer op appartementen jagen. 

Zo was West-Vlaanderen voor de huizen de meest populaire provincie: 37 procent van de kopers was daar tijdens de eerste zes maanden van dit jaar tussen 18 en 30 jaar. 

In de top 10 van de gemeenten staan maar liefst vijf West-Vlaamse locaties: Poperinge, Izegem, Wevelgem, Harelbeke en Zwevegem, met telkens meer dan 40 procent jonge kopers.

Oost-Vlaanderen was met een aandeel van 36 procent de tweede meest populaire Vlaamse provincie voor de jonge huizenjagers. Limburg was goed voor de derde plek, met een aandeel van 35 procent.

Op de appartementenmarkt zien we dat de provincie Antwerpen de koploper was voor de jonge kopers: 36 procent van de appartementen werden er gekocht door kopers tussen 18 en 30 jaar. Mechelen (met 31 procent jonge kopers), Turnhout (32 procent) en Antwerpen (37 procent) waren er de populairste locaties.

In Limburg bedroeg het aandeel van jonge kopers voor appartementen 31 procent. In Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant was dat een aandeel 27 procent. Vlaamse hekkensluiter was West-Vlaanderen (14 procent), waar het vooral de oudere kopers waren die massaal actief waren aan de kust.

In Brussel was net geen 22 procent van de kopers van een appartement tussen de 18 en de 30 jaar oud. Ze kochten in verhouding vooral in Sint-Gillis (bijna 33 procent) en Schaarbeek (bijna 30 procent). Voor huizen ligt het aandeel van
jonge kopers in Brussel een stuk lager: 10 procent. Ze kochten vooral huizen in Brussel-Stad (17 procent) en Anderlecht (16 procent).  

In Wallonië waren er voor appartementen 18 procent jonge kopers, vooral in de stad Luik met een aandeel van ruim 23 procent. Voor huizen waren er in Wallonië 25 procent jonge kopers. In verhouding kochten jongeren vooral meer huizen in de provincie Henegouwen. 

Hieronder vind je tot slot een kaart met de gemeenten met het hoogste percentage jonge kopers van huizen: