"Meer vis in de Schelde dan gedacht": Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek ging vissen aan het strand van Sint-Anneke

"Sinds een jaar of 15 is er heel veel leven in de Schelde teruggekeerd." Dat zegt het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), dat 24 uur lang twee schietfuiken in de Schelde plaatste, ter hoogte van het strand van Sint-Anneke. Daarna werd genoteerd wat er precies gevangen werd. 

Maandagmiddag plaatsten onderzoekers van het INBO twee schietfuiken  in de Schelde bij het strand van Sint-Anneke, om vissen en andere waterdieren te vangen. 24 uur later, dinsdag om 13.30 uur, werden de fuiken weer uit het water gehaald. Daarop werden ze leeggemaakt en werd nauwkeurig genoteerd wat er precies gevangen werd. Voorbijgangers kregen de vangst ook te zien in aquaria, voor de dieren weer werden teruggezet.

"In tegenstelling tot wat de mensen denken, zit er tegenwoordig veel in de Schelde en dat willen we vandaag laten zien", vertelt Frank Van de Meutter van het INBO. "We willen hen ook leren wat er allemaal zit. Dieren die op het land zitten, vogels en zo, die kennen veel mensen wel, maar wat er onder het water zit niet. Tenzij het al eens op hun bord heeft gelegen."

Grijze garnalen, onze Noordzeegarnaal, zitten hier in groten getale, en daarnaast ook snoekbaars, zeebaars, palingen en haringachtigen

Frank Van de Meutter, INBO

Er zitten ook wel degelijk veel vissoorten en garnalen in Schelde, waarvan we gewoon zijn ze te eten. Toch is het niet meteen een goed idee om je eigen vangst in de pan te zwieren. "De Schelde is toch lang een vergaarbak geweest van afval, zowel van onszelf als van de industrie. Heel veel daarvan is opgeslagen in de slikken waar de dieren op leven. Ze krijgen dat dus ook telkens binnen. En wij ook, als we ze zouden opeten."

Een voorbeeld is de paling. "Die zit hier heel veel, maar het is een heel vette vis en die slaat dus veel giftige stoffen op. Die zit ook voortdurend te woelen in de modder. Daarnaast zitten hier ook grijze garnalen, onze Noordzeegarnaal. Die zitten hier in enorme getalen, maar is hier vooral voedsel voor andere dieren. Andere soorten die hier veel zitten zijn snoekbaars, zeebaars, maar ook haringachtigen zoals de meivis of de fint. Die laatste plant zich ook in de Schelde voort."

"Garnalen tot in Gent"

Dieren die de onderzoekers liever niet hadden gezien, zijn wolhandkrabben, een exotische soort die uit Azië hier terechtkwam. "Die eten alles wat ze tegenkomen en verspreiden zich ook over alle zijrivieren van de Schelde. Die hebben ondertussen een vrij goede waterkwaliteit en dus ook veel planten. Maar die krabben knippen dat allemaal af om op te eten en daardoor worden die rivieren veel minder waardevol voor andere dieren."

Volgens de onderzoekers is de waterkwaliteit van de Schelde er in elk geval ook heel erg op vooruit gegaan. "In de jaren 70 en 80 waren onze rivieren bijna open riolen. Er is echt wel een grote stap gezet, ook al blijven we nu wat haperen op hetzelfde niveau en stoten we nog niet door tot een geweldige kwaliteit. Maar er is enorm veel leven teruggekomen sinds een jaar of 15. Er zitten nu bijna garnalen tot in Gent en er is overal vis, dus dat stemt toch hoopvol."

Meest gelezen