Iraanse olietanker is vertrokken uit Gibraltar, tegen de zin van de VS
De Iraanse olietanker die ruim zes weken in Gibraltar aan de ketting lag, is nu toch vertrokken. Een vraag van de VS om het schip tegen te houden, is door Gibraltar afgewezen.
Gibraltar legde de olietanker op 4 juli met behulp van Britse troepen aan de ketting. De reden was dat het schip olie zou transporteren naar Syrië, een inbreuk op de Europese sancties tegen het regime van Bashar al-Assad.
Het onderscheppen van het schip leidde tot een fikse diplomatieke rel tussen Iran en het Verenigd Koninkrijk. De Iraniërs legden op hun beurt een tanker aan de ketting die onder Britse vlag vaart. Dat gebeurde in de Straat van Hormuz, een belangrijke draaischijf voor de maritieme handel. Het schip, de Stena Impero, en de crew zitten nog steeds vast in Iran.
Op weg naar Griekenland
De Iraanse tanker, die intussen de naam de "Adrian Darya 1" draagt in plaats van "Grace 1", kreeg donderdag de toestemming van Gibraltar om te vertrekken, nadat Iran had verzekerd dat de 2,1 miljoen vaten olie niet aan Syrië zouden worden geleverd.
Dat was niet naar de zin van de Amerikanen. Het Amerikaanse ministerie van Justitie schreef een bevel voor een inbeslagname uit op basis van de Amerikaanse sancties tegen Iran. Het bevel is echter afgewezen door Gibraltar, dat zegt dat de Amerikaanse sancties niet gelden in de EU.
Daardoor is de tanker nu dus effectief vertrokken. Waarheen is niet helemaal duidelijk. De website Marine Traffic, waar de positie van schepen gevolgd kan worden, geeft Griekenland aan als (voorlopige?) bestemming.
