Over "op de knieën gaan en iets doorslikken" en "de speeltijd is voorbij": communicatie die wérkt, maar verziekt

Het regent weer straffe verklaringen in de wereld van de Wetstraat. Zeven partijen doen moeizame pogingen om een nieuwe regering te vormen, maar lijken dezer dagen vooral te excelleren in giftige zinnetjes, en vanuit de oppositie komen ook woorden die inslaan als een bom. Nieuw is dat niet, het blijkt ook aan te slaan bij het publiek, maar volgens onderzoeker politieke retoriek Edward De Vooght (Universiteit Gent) dreigt ook het hele klimaat te verzieken. 

"We maken ze kapot in de oppositie", en "ik denk dat de blauwe vrienden op de knieën zullen moeten gaan, de mond zullen moeten opendoen en dat er wat zal moeten worden doorgeslikt": N-VA-voorzitter Bart De Wever gebruikte gisteravond bijzonder beeldende taal in "Gert Late Night" op Vier om de partijen van de toekomstige meerderheid te jennen. Ook preformateur Conner Rousseau (SP.A) schuwde op zijn persconferentie de straffe woorden niet om de onderhandelende partijvoorzitters tot de orde te roepen: hij had het over "stoppen met die onzin, met die spelletjes en met saboteren", en over "een speeltijd die voorbij is". 

Bekijk hier het fragment van Bart De Wever in "Gert Late Night": 

Bekijk hier de persconferentie van Conner Rousseau: 

Videospeler inladen...

Nieuw is dergelijke taal van politici niet, weet Edward De Vooght. "Vanden Boeynants en co zeiden ook straffe dingen, maar niet alles wat ze zeiden, kwam in de nationale pers: omdat er niet altijd een camera was of iemand om het op te nemen." In deze tijden van smartphones en sociale media is dat inderdaad enigszins anders.

Dergelijke soundbites gaan er in elk geval goed in bij de kiezer. "Zeker politici die op het hoogste echelon staan, krijgen mediatraining", duidt De Vooght in "De wereld vandaag", op Radio 1. Getraind om op het juiste moment de juiste dingen te zeggen, dus. Betekent dit nu dat politici voorgeprogrammeerd zijn? "Nee, ik geloof zeker in de geniale creativiteit van sommige sprekers. En je kan natuurlijk ook ervaring opbouwen." Volgens Edward De Vooght mag je de invloed van het taalgebruik niet onderschatten.  

"Het politieke landschap wordt steeds moeilijker: we hebben een versnippering in het centrum en het wordt steeds moeilijker om coalities te maken", zegt hij. "Aan de ene kant heb je een moeilijk politiek landschap, aan de andere kant heb je heel simpele taal."

Als iedereen simplistisch praat over politiek, krijgt de kiezer het gevoel dat politiek rechtlijning en simpel is

Edward De Vooght (Universiteit Gent)

Ook de kracht van herhaling is niet te onderschatten. "Als ik 100 keer op een dag zeg dat de Belgische politiek rond 3 aspecten draait - en je mag dat zelf invullen - begint iedereen dat ook te zeggen, en op een bepaald moment draait de Belgische politiek voor de luisteraar of de kiezer rond drie aspecten. Of dat nu klopt, of niet."

En daar schuilt het gevaar. "Als iedereen simplistisch praat over politiek, over politieke partijen, over regeringsvorming, over "Het is de schuld van de sossen", of over "het zijn de separatisten", krijgt de kiezer het gevoel dat politiek rechtlijning en simpel is."

De politici dragen hier dus enige verantwoordelijkheid. "Het wérkt, het zorgt voor extra aandacht: op dat vlak doen ze er dus goed aan, maar aan de andere kant verzieken ze een beetje de politieke sfeer door geen transparant beeld te geven van de Belgische politiek." In elk geval speelt een simpele manier van communiceren in op "bepaalde mechanismen van het menselijk brein". "We hebben nog altijd onze menselijke natuur en die maakt nu eenmaal ook denkfouten en laat zich soms meeslepen", zegt De Vooght.

Wat moeten we hieruit leren? "Als journalist of analist moeten we dit soort dingen blijven blootleggen en de politici duidelijk maken dat het vertrouwen in de politiek daardoor niet zal stijgen."

Beluister hieronder het gesprek met Edward De Vooght in "De wereld vandaag":

Meest gelezen