Rusland zal geen olie meer uitvoeren naar landen die prijsplafond hebben ingevoerd
Rusland zal over enkele maanden geen olie of olieproducten meer uitvoeren naar landen die het prijsplafond op Russische olie hebben ingevoerd. De beslissing is het Russische antwoord op het prijsplafond van de G7 - de rijkste 7 landen - en de Europese Unie.
De Russische president Vladimir Poetin heeft vandaag een decreet ondertekend waarin de uitvoer van Russische olie en olieproducten verboden wordt naar landen die zich achter het prijsplafond op Russische olie geschaard hebben. Concreet gaat het dan om de landen van de G7 en de Europese Unie, plus Australië. De G7 bestaat uit de Verenigde Staten, Canada, Italië, Frankrijk, Japan, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland.
Rusland zal vanaf 1 februari geen ruwe olie meer leveren aan die landen en dat zeker vijf maanden lang. Wat olieproducten betreft, moet de Russische regering nog een exacte datum vastleggen. Dat zou dus ook na 1 februari kunnen zijn.
Het decreet geldt dus in principe voor alle landen die het prijsplafond hebben ingevoerd, maar er is naar verluidt ook een clausule in opgenomen waarin staat dat president Poetin het verbod in specifieke gevallen naast zich neer kan leggen en dus kan beslissen om wel olie(producten) te leveren.
De G7, de EU en Australië kwamen eerder deze maand overeen om een prijsplafond op Russische olie in te voeren, waarbij maximaal 60 dollar per vat betaald mag worden. Het plafond ging in op 5 december. Het geldt wel enkel voor olie die via zee vervoerd wordt, niet via overlandse pijpleidingen.
Het akkoord houdt concreet in dat bedrijven in de EU, de G7 of Australië geen diensten meer mogen verlenen die het vervoer van olie mogelijk maken aan landen die toch meer dan die maximumprijs betalen. Het gaat dan over het transport over zee, maar ook over het verhandelen en verzekeren van de vracht.
De G7, de EU en Australië spraken ook af om het prijsplafond om de twee maanden te evalueren, om zo op de gepaste manier op de evoluerende markt te kunnen inspelen.
Het plafond kwam er bovenop de invoering van een Europees embargo op de invoer van Russische olie (over zee). Het prijsplafond en het embargo moeten ertoe leiden dat Rusland zijn oorlogsmachine in Oekraïne minder kan financieren. Het voorbije jaar verdiende Rusland, de op één na belangrijkste uitvoerder van ruwe olie, namelijk goed geld met de verkoop van olie aan onder meer de Europese Unie, ook na het begin van de invasie in Oekraïne.