20 jaar geleden bestelde een kapper uit Rotterdam eerste "kapsalon", de rest is snackgeschiedenis
De kapsalon: de vettige snack is intussen even Nederlands geworden als Delfts blauw en poffertjes. Ook veel Belgische frituren en snackbars verkopen het gerecht. 20 jaar geleden werd de caloriebom (1.800 kcal!) voor het eerst gemaakt in de snackbar El Aviva van Dervis Bengü in Rotterdam. Al was het strikt genomen niet zijn uitvinding.
We schrijven 2003. De Kaapverdische kapper Nataniël Gomes bestelde bij zijn buurman Dervis Bengü een nogal opmerkelijke snack. "Hij vroeg me een bakje patat (red. frieten) met daarop shoarma (red. lamsvlees), sambal en looksaus", legt Bengü uit aan VRT NWS. "Daarop moest dan nog wat kaas, even onder de grill en daar bovenop nog wat groenten." De snack werd uiteindelijk "kapsalon" genoemd naar het beroep van zijn buurman.
Het bleef lang een zeer lokaal fenomeen dat hij enkel op vraag bereidde. "Klanten zagen me het klaarmaken, vroegen me wat het was en wilden dat ik ook voor hen hetzelfde zou maken", zegt hij over de langzaam groeiende populariteit. Het zou enkele jaren duren voor de kapsalon ook echt een volwaardige vaste plaats op de menukaart zou krijgen van de snackbar van Bengü.
"Daarna begon het ook in Amsterdam en andere steden te worden nagemaakt", zegt hij. Intussen is het een heus culinair exportproduct geworden. Van Rotterdam tot Indonesië kun je intussen een kapsalon eten. Een patent heeft de snackuitbater er niet voor kunnen aanvragen. "Te laat", zegt hij daarover. Rijk is hij er dus niet mee geworden. "Jammer, maar maakt niet uit. Ik werk wel gewoon door."
BEKIJK – Niet al zijn klanten zijn op de hoogte dat Bengü ook de uitvinder is van de kapsalon:
